donderdag 26 maart 2015

NAAR BED

Ik ben nu bijna tien. Ik moet zo naar boven, naar bed. Het is koud. Mam brengt  mijn zusjes naar bed. Ze zal ze wel lekker instoppen. Ze zijn acht, zeven en drie jaar.  Mam leest ze altijd Sneeuwwitje voor.  Dat sprookje hoef ik niet meer zo nodig te horen. Ik heb dat verhaal met die zeven slijmbal-dwergen nu al zo vaak gehoord.
Het is koud en als het koud is mag ik van mamma mijn pyjama op de kolenhaard leggen. Pap wil dat eigenlijk niet hebben maar hij zegt er niks van omdat ie weet dat ie dan ruzie met mam krijgt.
‘Kijk je wel uit dat je pyjama niet in de fik gaat, jongen?!’
‘Ja hoor pap, ik kijk uit.’ Ik weet eigenlijk niet eens wat ‘de fik’ is maar ik vraag het hem maar niet. Pap zit nu net zo lekker zijn krantje te lezen. Ik weet zeker dat wanneer ik hem wat vraag, dat hij een beetje chagrijnig gaat doen. Raar ….soms gaat hij dan ook ineens vloeken. Mam zegt dat dat komt, omdat pap de hele dag hard heeft moeten werken en dat we hem daarom ’s avonds na het avondeten met rust moeten laten.
Ik sta nu helemaal in mijn nakie voor de kolenhaard en doe mijn pyjama aan .  
Mijn vriend Tom heeft een veel mooiere: een Donald Duckpyjama zonder gulp en zonder knoopjes. De mijne heeft knopen en streepjes, blauwe en witte en een veel te grote gulp, waar mijn piemel steeds uitpiept.
Pap heeft zijn grote stinkvoeten naast zijn mok koffie op de bijzettafel geplant. In zijn sokken zitten grote gaten. Als pap zijn schoenen uitgetrokken heeft kom ik liever niet meer bij hem in buurt. Mam zegt ook altijd tegen pap dat hij, als hij uit zijn werk komt,  gelijk zijn voeten moet wassen ….. en ‘trek alsjeblieft ook gelijk een paar schone sokken aan,’ zegt ze dan. Als ze zoiets zegt tegen pap, moet mam altijd heel diep zuchten.
Pap had de krant uit zijn handen laten glijden en hij was een stukje naar opzij weggezakt in zijn stoel …. hij snurkt zachtjes. Ik pak mijn leesboek ‘Arendsoog en de avondmannen’ . Ik loop zachtjes naar boven en  halverwege de trap, roep ik knoerhard: ’Welterusten Pap!!’ Ik hoor pap grommen en brommen, ik hoor het bijzettafeltje omvallen en de koffiemok kapot vallen ………, ‘godgloeiendegodverdomme’ vloekt pap.  Nou, als ik zo’n lelijk woord zou zeggen, dan zou er wel iets voor mij zwaaien. Rare uitdrukking vind ik dat, want zwaaien is  toch iets leuks? Maar als er voor mij iets zwaait dan is dat weer helemaal niet leuk voor mij … nou ja…..
 Mam komt  net de slaapkamer van mijn twee oudste zusjes uit. Mam stinkt nog  naar de kamer van mijn zusjes, naar pies. Dat komt omdat mijn oudste zusjes nog in hun bed piesen … hun hele kamer stinkt daardoor naar pies ….. daar kunnen ze echt niks aan doen, hoor ….. die pies komt gewoon ongemerkt. Ze liggen nog te giechelen, die twee, hoor ik.
Mam buigt zich naar mij en geeft me een lieve zoen op mijn voorhoofd. ‘Welterusten, jongen, lekker slapen.’
Ik vind het heel fijn als mijn moeder me lekker instopt. Zeker met dat koude weer.  En ook dat ze het licht op mijn slaapkamer uit doet. Maar ik vraag het haar maar niet, want ze zal wel moe zijn na zo’n hele dag met drie van die bewerkelijke kinderen als wij;  vooral ik dan. Meestal als ik haar ’s avonds toch eens een keertje  iets vraag (iets voorlezen ofzo), dan zegt ze:

‘Ik dacht het niet, jongen, ik ben onderhand echt wel aan een bakkie koffie toe.’

dinsdag 24 maart 2015

HERSENINFARCT

Zondag heeft mijn schoonzus Betty, 87 jaar is ze alweer, een flinke herseninfarct gehad. Ze is die zondagochtend in haar bed gevonden door haar hulp. Betty ligt nu in het ziekenhuis. Hoe groot de vervolgschade zal zijn is nog niet duidelijk. Gisterenochtend was ze even wakker, maar verder die dag reageerde ze niet. Het voorspelt dus niet veel goeds.
Het is niet de eerste keer dat haar zoiets overkomt; eigenlijk is het een wonder dat ze nog leeft. In de afgelopen vier jaar heeft ze al twee beroertes gehad. Twee keer brak ze haar heup. Met als gevolg dat ze niet veel meer zelf kon. Aan- en uitkleden daar kreeg ze hulp voor. Koken, lukte niet meer. Zij en haar bezoek moesten het voortaan genoegen nemen met kant en  klaar maaltijden in plaats van een Indische rijsttafel. Ze moet met een rollator lopen; het gaat tergend moeizaam. Auto rijden mocht ze niet meer en dat deed ze zo graag. Als 84 jarige maakte ze binnenstad onveilig. Haar kleine rode Datsunnetje moest ze verkopen. Met tranen in haar ogen zag ze haar trouwe karretje de straat uit rijden.
Betty is net als mijn vrouw in Nederlands-Indië geboren. Haar twee kinderen zijn daar ook geboren. Tot 1958 heeft de familie daar gewoond  (in Pankalpinang op het eiland Banka) toen werden ze er door president Soekarno uitgeknikkerd. Sindsdien woont de hele familie in Rotterdam. 
In 1970 deed ik mijn intrede in de familie. De vader van m’n vriendin wilde niks van mij weten. Zo’n langharige met artistieke pretenties, dat is niks voor mijn dochter, dacht vader. Ik kwam de huiskamer niet ik. Wel mocht ik in de slaapkamer van mijn vriendin; op haar bed zitten.
 Daar stelt mijn vriendin me voor aan haar zus Betty. Zij is 42 jaar. Mijn ouders waren nota bene ruim twee jaar jonger dan die Betty. Zo’n intens vreemde ervaring vond ik dat! Het was trouwens een beeldschone vrouw. Slank,  fijn gezichtje, vrolijke lieve ogen en lang donker golvend haar. Verder maakte ze een heel frisse, opgewekte indruk. Ik was zeer onder de indruk van haar en dat  vertelde ook spontaan aan mijn vriendin.  Dat zij toen ernstig jaloers zou worden, was iets dat ik nooit had verwacht. Want mijn vriendin was en bleef natuurlijk nummer een en zij was nog veel en veel mooier!
Een dag of tien geleden, zegt mijn vrouw tegen me:‘Je hebt je regelmatig ‘op Betty’ afgetrokken, ….Jaaaa, dat heb je zelf tegen mij gezegd … .’ Ik sta perplex en stamel, dat ik zelfs nooit op het idee gekomen ben. Wat zou er met m’n vrouw aan de hand zijn??
Zou ze nog steeds van slag zijn van toen ik mijn Lithium pillen een tijdje niet slikte. Ik werd toen hypomaan. Druk, brutaal en vervelend.  Degene die er het meeste last van had was mijn vrouw. Ik maakte haar dan verwijten over van alles: uiterlijk, opvoeding, politiek, koken en niet te vergeten sex en … eerlijk is eerlijk: het gaat er meestal grof aan toe.
Een jaartje terug was ik met mijn vrouw bij Betty op bezoek, Ze revalideerde van een beroerte. Mijn vrouw ging op het balkon een sjekkie roken, toen zei Betty:
 ‘Jee, luister eens, jij moet niet meer zo lelijk doen tegen mijn zusje, hè. Ik wil niet dat je haar nog eens zo’n pijn doet …… jaaaaaa …… want ze is wel mijn zusje,  ze is wel mijn zusje, hè.
Ik wist niet wat me overkwam …. Ik wist niet wat ze bedoelde …wat heeft mijn vrouw allemaal zitten lullen tegen haar grote zus.  Wat mag ik dan verdomme allemaal niet meer doen met dat zusje van jou?
Blijkbaar heeft m’n vrouw bij haar oude zus zitten vuilspuiten over mij.

Dat vermanende vingertje van Betty is tot op heden een vervelende laatste herinnering haar.

maandag 23 maart 2015

HUILEN

Vandaag heb ik heel veel lopen huilen. Niet echt tot snikkens toe en ook niet met smartelijke bijgeluiden ofzo. Het was eigenlijk meer een soort grienen. Vooral onder het eten klaarmaken was het heftig. Ik schaafde de bietjes in plakjes en zolang als ik daarmee bezig was, liepen de tranen over mijn wangen.  Mijn vrouw zei laatst, dat zij op haar blote  knieën had liggen smeken om mij een aanbod voor een zeer goed betaalde full-time baan te laten aannemen. Zij had zelf toentertijd helaas geen energie om te werken. Ik sloeg die baan ondanks haar smeekbeden af. ‘t Was veel te zwaar voor mij. Wat heb ik aan een goed loon als ik binnen een paar maanden in de WW of WAO zit? Dit speelde dertig jaar geleden. Nog steeds is ze daarover heel erg boos op mij.

Aardappelen hoeven niet geschild te worden, want ik heb geschilde aardappelschijfjes om lekker te bakken. Dol ben ik op gebakken aardappelen. Al tijdens het openknippen van het aardappelschijfjespakje vloeien mijn tranen alweer.  
Gisteravond zag ik een film op tv. Een man bedreigde zijn vrouw. Zette een pistool op haar hoofd. Na enige seconden trok hij de revolver terug. De vreselijk geschrokken vrouw schreeuwde:’LUL …. KLOOTZAK!!’ En dat waren nou precies dezelfde woorden, die mijn vrouw tegen mij gebruikte met dezelfde intensiteit. Waarom? Ik had een paar dingen, die ze in mijn kast had gestald, teruggezet in andere kasten. Ik wilde mijn kast graag opgeruimd houden. Dat mocht niet. Ze was er furieus over en schold me grof uit.

De olie in de bakpan is heet. Ik doe de schijfjes er in. Het huilen … ik kan het niet stoppen. Kleine pijntjes …. maar alles bij elkaar….
Ik spreek Firas, mijn Syrische bovenbuurman aan. Keiharde muziek dendert in zijn huis maar zowat net zo hard in het mijne. Ik heb er last van. Natuurlijk. Keiharde Arabische muziek.
‘Dat is geen muziek,’ zegt Firas heel gevat, ‘het zijn religieuze gezangen.’
‘Ja hoor Firas,’ zeg ik, ‘hoe dan ook, die geluidsinstallatie van jou staat veel te hard. Zet hem voortaan zachter of koop een headset!’ Dan zie ik Firas in een flits naar mijn vrouw kijken, die achter mij staat. Hij stapt opeens op zijn fiets en is weg. Even later begrijp ik pas wat daar gebeurde. Mijn vrouw gebaarde naar Firas:’ laat die vent maar lullen, fietsen jij!’ Zo werd ik even mooi door m’n eigen vrouw voor lul gezet.

De geschaafde bietjes gaan in de magnetronschaal en ik geef ze alvast een shotje om een beetje op temperatuur te komen.
Ik sta nu even echt te janken … te schokschouderen … ik sta te snotteren; heb een zakdoek nodig.
 Vijfentwintig jaar geleden was ik eens een paar dagen fietsen, met vrienden. Ik zou eigenlijk vier dagen wegblijven maar het werden er maar drie. Met mijn thuiskomst verraste ik mijn eigen sneaky vrouw en mijn vriend de ultra hypocriet Piet B. Zij hadden dus van mijn afwezigheid gauw gebruik gemaakt elkaar eens nader te onderzoeken.  Mijn vrouw wil nooit wat kwijt over wat ze wel of niet heeft met andere mannen.  Maar bij wijze van uitzondering vertelde ze dat ze samen naar de bioscoop zijn geweest. Daarna hadden ze een goed gesprek gehad. Vandaag, 24 maart 2015 vertelt mijn vrouw mij pas, dat zij in dat gesprek aan de hypocriet Piet B. vertelde, dat ik tegen haar gezegd zou hebben, dat ik eigenlijk nóóit van haar gehouden heb. Een pertinente leugen! Ik houd nu al ruim 45 jaar intens van haar!
Waarom zou  mijn vrouw onder het genot van een wijntje zo’n soort leugen willen vertellen aan mijn ex-vriend de schijnheil Piet B.  Ik dacht dat ze zo de zakkenwasser Piet B. misschien wilde verleiden tot een intiemer samenzijn. Maar neen, dat was het niet. Minkukel Piet B. had haar graag besprongen maar mijn vrouw zegt dat ze hem niet leuk genoeg vond. Tja, het zal wel zo zijn …..

De aardappelenschijfjes moeten hoognodig gehusseld worden: de andere kant moet ook een korstje krijgen.

De worstjes nog bakken. Met boter en olijfolie. En weer brullen …. Het avondeten is nu bijna klaar: simpel dus: bietjes, gebakken aardappelen en saucijsjes. Toe een sinasappel. 

zondag 22 maart 2015

KROLS

De afgelopen nacht heb ik bijzonder slecht geslapen. Om voor mij onduidelijke redenen stond Thijs, onze gecastreerde kater, vanaf ongeveer 01.00 uur tot zeker 04.00 uur luidkeels onpasselijke geluiden te maken, alsof hij dacht dat hij een krolse kat was. Wanneer ik uit mijn bed kwam en hem tot stilte maande, liep hij hard weg, verstopte zich ergens en was eventjes stil. Na tien minuten begon hij weer. Vanuit mijn bed schreeuwde ik een paar keer luidkeels: ‘Houd op!!!’ Dan stopte die van schrik wèèr even. Dáár kon ik toch de hele nacht niet mee bezig blijven. Mijn vrouw schrok zich bij elke schreeuw van mij een ongeluk. Van ellende heb ik om 04.00 uur maar slaappillen ingenomen. Ik was goddank in no time vertrokken. Heb die krolse kater niet meer gehoord.
Om 9.00 uur ben ik alweer wakker. Veel te weinig geslapen. Zoiets kan ik niet iedere nacht hebben. Misschien helpt als ik vanavond, voor dat ik ga slapen, een slaappilletje bij Thijs achter in zijn keel gooi.
Mijn vrouw dacht:’Misschien heeft Thijsje wel pijn.’
Zou kunnen. Ik heb hem op mijn schoot genomen en hem zo’n beetje overal onderzocht. Hij gaf geen krols geluid. Geen pijn dus, denk ik dan. Blazen deed hij wel, ontzettend veel blazen en proberen weg te komen van mijn schoot met zijn gore veel te lange nagels … houwdegens kan ik ze beter noemen. Na mijn onderzoekje zitten er lange, diepe krabbels op mijn handen, onderarmen en eentje op mijn dijbeen. Ik sterf nu van de pijn.
Mijn vrouw komt om 10.00 uur uit bed. Thijs kijkt enigszins gefrustreerd in haar richting en produceert weer dat volslagen achterlijke geluid. Zou het soms iets met haar te maken hebben. Is hij opeens verliefd op haar?
10.00 uur …. Ze is vroeg wakker voor haar doen. Dan zal ze wel wat bijzonders te doen hebben. Ik kijk even in onze agenda. Klopt. Ze gaat met een vriendin, net als mijn vrouw 65 plusser,een dagje reizen met de RET-tram en –bus door de regio Rotterdam. Dat is voor hun gratis! Voor alle Rotterdamse 65 plussers. Om 10.55 belt haar vriendin bij ons aan. ‘Ik kom naar beneden,’ roept mijn vrouw in de intercom. ‘Joehoe!’ roept haar vriendin.  Daar gaan ze op weg naar bus 38. ‘Veel plezier,’ roep ik nog. Thijs gaat weer tekeer. Uit het woonkamerraam zie ik ze lopen, langs de Rotte, de oude dametjes, in de richting van de Action. Ze treffen het met het weer: een strak blauwe lucht. Het had alleen een tikje warmer mogen zijn.
Nu eerst nog even wat kranten, vuilnisbakzakjes naar de vuilcontainer brengen en dan ga ik er ook op uit. Het is veel te mooi weer om binnen te blijven zitten, zei mijn moeder altijd. Dus hup: appeltje, krentenbolletje, mandarijntje, drankje, in de rugzak gestopt en wandelen. Thijs houdt zich opvallend koest.
Ik loop via de Straatweg, de Molenlaan, de Terbregseweg naar het Kralings Bos. Daar stapt een grote, omvangrijke hardloper op me af. Hij wil me een hand geven. Ik aarzel een moment maar dan zie het. Het is Mohammed ‘l Fathi, vijftien jaar lang waren we buren Nu zijn we al weer vijftien jaar géén buren meer. Fathi en zijn vrouw Hasna hebben drie zonen. Wij twee. Zijn en mijn oudste zoon speelden samen bij de landelijke jeugd van Sparta. We informeren elkaar vlug vlug over de gezondheid van de vrouwen en de kinderen. ‘Doe ze de groeten, hé.’ Dan gaan we weer ons weegs. Leuk hem weer eens gezien te hebben.

 Ik wandel het Kralingse Bos uit, naar de Sophiakade, de Goudse Rijweg op en bij de Boezemsingel ben ik zowat thuis. Als ik onze woning binnenstap, staat Thijs me in het halletje onnozel aan te kijken. Even maar. Dan draait hij zich om en loopt rustig van me weg. Nog geen belachelijke geluiden.

zaterdag 21 maart 2015

MOVIES

The Movies is een bioscoop in Dordrecht. In het zelfde pand zit een restaurant.
De bioscoop en dat restaurant werken samen. Op zowel het eten als op de film krijg je korting als je daar uit gaat. Omdat we nu toch elke vrijdagavond in Dordt zijn (we passen daar dan immers op onze kleinzoon) leek het ons leuk die combinatie bios/restaurant eens een keer te doen.

De oppasdag is rustige, vrolijke en snotterig. Bent slaapt veel, is vervolgens heel vrolijk, actief en uitermate snotterig. Waarschijnlijk heeft hij er zoals iedere dreumes een bloedhekel aan dat een ander zijn neus afveegt. Hij heeft er zo’n hekel aan dat hij besloten heeft om het zelf te doen. Hij trekt de tissue uit mijn hand en gaat zelf zitten vegen en snuiten. Met best een goed resultaat.
Bent oefent in deze periode ook veel met ‘lopen’. Als ik hem -letterlijk- een handje help, dan lukt het al heel aardig. Veel lol hebben we met z’n drietjes met het loopspelletje ‘wie komt er in mijn huisje?’ Dan loopt hij ondersteund door oma  tot op twee stapjes van mij: ik zit gehurkt, met open armen en zeg tegen Bent: ’wie komt er in mijn huisje?’ Oma laat Bent los en hij doet de laatste twee stapjes kraaiend van pret, helemaal los, naar mij toe en ik vang hem op.

Het wordt vanmiddag lekker weer, dus gaan we wandelen. Bent vindt er volgens mij nooit niks aan. Hij zit altijd maar te miepen als hij zijn muts,sjaal, en jas aan moet. Wanneer we eenmaal buiten zijn, dan lijkt hij zich het eerste half uur te ergeren aan weet ik wat allemaal. Met een verbeten blik, lippen stijf op elkaar laat hij zich rijden in zijn maxi-cosy.
Het doel van de wandeling door Dordt is kaartjes kopen voor de film van vanavond en het restaurant. We vinden het allebei leuk om dit te doen, na een dagje oppassen. Alleen worden we het niet zo gauw eens over de filmkeuze. Ik koos voor de film: Still Alice. Maar mijn vrouw vond die film wat te heftig. ‘Het komt dan wel erg dichtbij voor haar …’ De film gaat namelijk over een hoogbegaafde vrouw, getrouwd, moeder van drie kinderen, docent aan een universiteit.  Op haar vijftigste krijgt ze de diagnose Alzheimer. De film toont hoe die ziekte haar steeds meer in de greep krijgt. Mijn vrouw ziet dit gegeven niet zo zitten en gaat op zoek naar een wat gezelligere film maar die staat vandaag helaas niet op het programma in The Movies. Met frisse tegenzin gaat ze toch akkoord met de film Still Alice.

Bent vindt het wel mooi in de bios. Hij kan zijn ogen niet afhouden van een draaiende vitrinekast gevuld met kleine kleurrijke sculpturen. We zijn in de bios om kaartjes te kopen voor vanavond. Voor 24,= euro per persoon kunnen we naar de film en eten (alleen een hoofdgerecht). Voorafje, toetje, drankjes en eventueel bijbestelde extra’s, moeten allemaal in het restaurant afgerekend worden. Om half zes worden we verwacht in het restaurant. Dan zijn we zeker op tijd klaar met eten voor de film. Oké, dan gaan we nu Bent even thuis brengen.

Het is tegen vijven als Alf, onze zoon, thuiskomt. Hij is speciaal voor ons wat eerder van zijn werk gegaan. Bent slaapt. Dat is wel even fijn voor Alf. Om kwart over vijf nemen we afscheid en gaan we lopen naar de Movies.

Still Alice is aangrijpende film met een grandioze Julianne Moore als Alice. Mijn vrouw vind de film trouwens meevallen. Zij vindt het alleen jammer dat de andere rollen rondom Alice zo weinig inhoud hebben. Julianne mag als enige schitteren.

Het eten valt wat tegen. De smaak is overwegend goed, behalve dan de bijzonder smakeloze bietblokjes in drie verschillende kleuren. Verder zijn de porties aan de kleine kant. Wanneer ik geen extra patatjes had besteld, dan was mijn maag gaan knorren, halverwege de film. De prijs – kwantiteit verhouding was niet oké.

Volgende keer gaan we maar ergens anders eten en daarna naar de bios.

donderdag 19 maart 2015

Nederlandse les

Ik geef Nederlandse les aan een man uit Iran. Mehrdad heet hij. Hij is al meer dan tien jaar in Nederland. Toch spreekt hij nog niet zo goed Nederlands. ’Ik heb geen talenknobbel,’zegt hij.
Met een grammaticaboekje voor beginners begin ik met hem. Verder praten we elke week zeker een uur over allerlei onderwerpen, zoals theater, literatuur, cinema en politiek. Sinds een week of zes, lezen we samen een boek. Een avonturenroman.
Dat grammaticaboekje blijkt veel te makkelijk. Er moeten invuloefeningen in dat boekje gemaakt worden. Peanuts  voor hem. Waar heeft hij die kennis vandaan, vraag ik me af. Dan vertelt hij me dat hij een paar jaar geleden eens een cursus NT2 (Nederlands als tweede taal) heeft gevolgd en dat hij daar ook voor geslaagd is. Maar wanneer hij Nederlands spreekt, vergeet hij in zijn enthousiasme de grammatica. Zijn leuke verhalen moet ik nogal eens onderbreken voor correcties.
Ik corrigeer niet alles. Dat haalt de vaart maar uit zijn verhaal en het werkt niet bepaald motiverend. Voor mij gaat het er in zo’n geval om, dat ik weet wat hij bedoelt.
Mehrdad is een intelligente man met een veelzijdige culturele belangstelling, uitermate creatief ook.  Hij is lid van de bewonerscommissie in zijn woonbuurt. Op elke bewonersavond is hij present. Bij wijkactiviteiten, zowel voor jeugd als voor volwassenen, speelt hij een coördinerende rol. Vanzelfsprekend is het reilen en zeilen van de bewonerscommissie een van de regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen.
Ook het leven in Iran komt ter sprake: ‘Iran gaat langzamerhand kapot aan de luchtverontreiniging. In Teheran bijvoorbeeld kan nauwelijks normaal geademd worden. Bijna alle mooie parken, die er enkele jaren geleden waren, zijn ontdaan van alle groen en veranderd in betonparken.’  
Mehrdad vergeet in zijn betogen consequent de lidwoorden, ‘de’, ‘het’, en ‘een’ te gebruiken. Lidwoorden bestaan niet in Farsi (zo heet de taal van Iran). Ook andere talen komen ook geen lidwoorden voor, zoals bijvoorbeeld in het Pools, Russisch, Fins en Latijn.  In Nederland wordt het gebruik van lidwoorden in de taal sterk teruggedrongen: gingen we vroeger naar ‘de  Aldi’, ‘de Hema’, nu gaan we naar ‘Aldi’ en ‘Hema’.
Nieuwe Nederlanders, die Nederlands spreken, gebruiken vrijwel nooit lidwoorden. Zo beïnvloeden ze, onbewust, anderen met wie zij praten, ook Nederlanders dus: ‘ik ga met bus.’ ‘Ik lees boek,’ ‘ik ga bril kopen,’ ‘Ik ga naar slager,’enz.
Bekend is misschien dat de Zuidafrikaanse taal van origine het Nederlands is. Nederland was daar de kolonisator en ‘schonk’ Zuid Afrika zo rond het jaar 1650,  onze prachtige taal. Er is natuurlijk veel veranderd in het Zuidafrikaans. Het gaat mij hier om de verandering in de lidwoorden: ‘de’ en ‘het’. Deze lidwoorden bestaan daar niet meer en zijn vervangen door ‘die’. Dus krijg je daar: ‘die boek’, ‘die bos’, ‘die gebouw’ en ‘die meisje’.
Samen met Mehrdad lees ik ook een avonturenroman. We lezen om de beurt hardop een bladzijde. Het gaat hier om het leren van de uitspraak. Met name de ‘ui’ en de ‘eu’ zijn razend moeilijk uit te spreken voor Iranezen. Het begrip van de tekst van belang; nieuwe woorden en uitdrukkingen worden geleerd.
Mehrdad is een gedreven leerling. Hij heeft die thriller al uit. Terwijl we samen, in de les, nog niet eens op de helft van ons boek zijn. 

‘Ik ga het boek nog een keer lezen,’ zegt Mehrdad dan.  

woensdag 18 maart 2015

KLUSSEN & KIEZEN

De laatste paar dagen kan ik weer redelijk vroeg mijn bed uitkomen. Het zal wel zijn omdat ik geen slaapmiddelen meer slik. Geen mooi weer, helaas. De Rotterdamse wolkenkrabbers staan voor de helft in de mist en bovendien maakt de noorderwind het verdomd koud. Volgens het weerbericht op het acht uur journaal zou vandaag de warmste dag worden van de week. Die lui vertrouw ik dus nooit meer.
Ik heb vandaag een paar klussen binnenshuis te doen: de ramen zemen en de koelkast ontdooien. En dan moet ik niet vergeten daarna te gaan stemmen.
Ramen zemen is bij ons een arbeidsintensief klusje. Alle vensterbanken staan vol planten en bovendien hebben we bij elk raam één of meerdere hangplanten. Die moeten dus eerst allemaal ergens anders neergezet worden. Die hangplanten komen er met water geven bekaaid af, daarom krijgen die van mij vandaag een lekker bubble badje.
Voor ik met het feitelijke klusje begin, maak ik  het houtwerk om de ramen schoon.
Ik gebruik voor het ramen zemen geen trapleer maar ik sta op tafels en stoelen. Tot nu toe deed ik het altijd met water en wat spiritus, spons, wisser en zeem. Vandaag gebruik ik voor het eerst het schoonmaakmiddel Rosty. Dat spul zit in een spuitfles en  moet op de ramen gespoten worden. (Ik dacht al zoiets.) Vervolgens moet het raam met een droge doek òf met een stuk papier droog gewreven worden. Ik kies voor de droge doek. Alleen …… de droge doek is héél gauw een natte doek. Ik heb maar liefst zestien theedoeken nodig gehad. Wel erg veel! Ja, maar we hebben ook wel erg veel ramen in ons huis.  Ik ben tevreden: de ramen zien er echt goed uit. Dan nog even alle planten terugzetten en -hangen, de troep  (verdorde blaadjes, takjes enzovoorts) opstofzuigen en klaar is Kees.
Toen ik schreef dat ik de koelkast moest ontdooien bedoelde ik eigenlijk de vriezer, want onze koelkast ontdooit zichzelf op gezette tijden. In de gebruiksaanwijzing staat dat ik al 4 uur eerder had moeten beginnen met het ontdooiingproces, om de vriezer een ‘supertemperatuur ‘ te laten bereiken, zodat de ingevroren producten in de ontdooitijd ‘superkoud’ zouden blijven. Dat heb ik dus niet gedaan. Op het balkon is het ook superkoud vandaag. Daar zet ik dus de drie vriesladen neer.
Er is veel ‘aangekoekt’ ijs in de vriezer. Om dat sneller te laten ontdooien zet ik twee grote pannen met kokend heet water in de vriezer. Vòòr de vriezer zet ik een bakje waar het smeltwater in kan lopen.
Het gaat sneller dan verwacht. De drie vriesbakken kunnen weer van het balkon gehaald worden. Alles is nog diep gevroren. Binnen een half uurtje is deze klus geklaard.
Vandaag 18 maart mogen we stemmen. Voor het bestuur van de provincie, (de eerste kamer) en het waterschap. Ik geloof heilig in de democratie, al moet ik toegeven dat niet altijd democratisch gehandeld wordt door gekozen politici. Gelukkig zijn die in de minderheid.
In het stembureau wordt ik enthousiast begroet door een stembusman: ‘U heeft in ieder geval een goeie voetbalclub gekozen.’(Ik heb mijn Sparta - sjaal om.)
 De man die mijn stembiljetten inneemt, wil ook dat ik mijn identiteitsbewijs laat zien. Hij krijgt zijn zin. Dan krijg ik pas de stembiljetten van de Sparta Piet). Voor de provincie kies ik SP voor het waterschap kies ik (bij gebrek aan SP) PVDA.