Even een schrijfpauze.
Ik ga naar het IFFR. Op 7 februari ben ik ik weer op facebook èn op
mijn blog. Als intermezzo staat de komende dagen uitsluitend op mijn blog: ‘ www.stukkiejee.blogspot.com‘
een grappig kort verhaal: 'Op weg naar de hemel'. (Niet van mij).
Mijn eerdere verhaaltjes
zijn daar ook te lezen.
Op weg naar de hemel (1)
Mevrouw Foster leed haar hele leven al aan een bijna
ziekelijke angst om treinen, vliegtuigen, boten of zelfs maar het begin van een
toneelvoorstelling te missen. In andere opzichten was ze helemaal geen
bijzonder nerveuze vrouw, maar de gedachte om bij zulke gelegenheden te laat te
komen, maakte haar zo overstuur, dat ze er een zenuwtic van kreeg. Geen
ernstige, weliswaar – alleen een klein spiertje in de hoek van het linkeroog,
dat krampachtig samentrok, zodat het net leek alsof ze stiekem knipoogde – maar
het vervelende was dat het pas omstreeks een uur nadat ze de trein of
het vliegtuig of wat dan ook, goed en wel gehaald had, overging.
Het is werkelijk hoogst merkwaardig hoe een eenvoudige
bezorgdheid over zoiets als het halen van een trein bij bepaalde mensen kan
uitgroeien tot een ware obsessie. Tenminste een half uur voordat het tijd was
om naar het station te vertrekken, stapte mevrouw Foster met haar hoed, jas,
handschoenen uit de lift, klaar om weg te gaan en omdat ze geen moment kon
stilzitten liep ze zenuwachtig en gejaagd van de ene kamer naar de andere
totdat haar man, die toch heel goed moet hebben beseft hoe het met haar gesteld
was, eindelijk uit zijn studeervertrek kwam en met zijn koele, droge stem
opperde, dat ze zo langzamerhand maar eens moesten gaan, 'vond ze ook niet?'
Het kan best zijn dat meneer Foster het recht had geïrriteerd
te zijn over deze dwaasheid van zijn vrouw, maar het was beslist onvergeeflijk
van hem om haar ellende te vergroten door haar onnodig te laten wachten. Het
staat natuurlijk niet vàst dat hij dat deed, maar wanneer ze ergens naar toe
zouden gaan was zijn timing zo uitgekiend – altijd net één minuut of twee te
laat, begrijpt u wel – en zijn optreden zo achteloos, dat het moeilijk te
geloven viel dat hij niet bezig was de ongelukkige vrouw op zijn eigen, gemene
manier te kwellen. En één ding moet hij hebben geweten – dat ze het nooit en te
nimmer in haar hoofd zou halen om hem te roepen en te zeggen dat hij voort
moest maken. Daarvoor had hij haar te goed afgericht. Hij moet ook hebben
geweten dat hij haar, als hij het aandurfde om met zijn getreuzel zelfs het
laatste moment van de veiligheidsmarge te overschrijden, bijna hysterisch kon
maken. De afgelopen jaren had het er bij twee speciale aangelegenheden zelfs op
geleken dat hij de trein echt wilde missen, uitsluitend en alleen om het lijden
van de arme ziel te intensiveren.