Posts tonen met het label stadium. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stadium. Alle posts tonen

woensdag 29 maart 2023

DE KORTROKS 4. EEN MONGOOLTJE.

 Bijna zou ik mijn eigen diepe ellende, als kind, in de tweede helft van de vorige eeuw, hierdoor vergeten … een van mijn geliefde jankonderwerpen: het grote gezin. Ja, je spoort in feite toch niet als ouderpaar als je dertien kinderen neemt wanneer je er hooguit één misschien twee kan onderhouden. Nu heb ik nog niet eens verteld, dat van die dertien kinderen er twee geestelijk gestoord zijn. De een nog erger dan de ander.

De jongste is een mongooltje. (Aan het Syndroom van Down doe ik niet). Nota bene geboren in een periode dat alle bladen, van de Margriet tot de Donald Duck met schreeuwende koppen publiceerden: vrouwen opgelet!  Als je boven de 38 jaar zwanger wordt,  is de kans wel héééééééeéél erg groot, dat je een mongooltje baart!!!! Maar mam leest dat niet of ze wil het gewoon niet weten of het kan haar geen ene moer schelen. Mam maakt het inderdaad helemaal niks uit: ze is 43, houdt van zwanger zijn en van alle mogelijke kleine baby’tjes. Terwijl ik net in het tijdschrift ‘Ouders van Nu’ een ongeloofwaardig  artikel lees over pril ouder geluk in combinatie met een meervoudig gehandicapte kind, baart mam, haar dertiende en laatste kind. Mijn jongste broer: Tet (met een t). Op kraamvisite zegt iedereen: ‘wat een leuk ventje’ … ja, ja, zeg dat wel....maar ik zie het gelijk al. Tet, dat leuke ventje, is dus een mongooltje. Dat zie ik zo. Mij hoeven ze niks wijs te maken. Ik ben niet gek. Een mongooltje uit het boekje: oogplooitjes; breed neusje, huidplooitje op de handpalm en ga zo maar door. Ik heb het net allemaal zitten lezen in Ouders van Nu.

‘Dat heb je d'r nou van, mam' zeg ik, 'daar zit je tot je dood aan vast.' Als een soort troost vertel ik haar, dat mongooltjes nooit zo erg oud worden vijftig hooguit zestig jaar. Mam reageert nauwelijks verheugd. Ze lijkt wel geïrriteerd door wat ik zeg … ’zo lang ik kan, zorg ik voor Tet,’ zegt ze berustend, ‘al word ik  honderd … wie dan leeft, wie dan zorgt’.

In 1970 zijn er nog geen testen die kunnen aantonen dat er een mongooltje groeit in de buik van de zwangere vrouw. Als die er wel waren geweest had ie tenminste al in een vroeg stadium geaborteerd kunnen worden. Dan hadden we geen Tet gehad.

Ik vraag me af of mam dan besloten zou hebben om Tet te laten afdrijven … nee, ik vraag het me niet af ook … ik weet heel erg zeker dat ze dat  nóóóít, nooit van haar leven gedaan zou hebben. En … eerlijk is eerlijk:  Tet is een lieverd, een heel kwetsbare lieverd. Hij is gevoelig, lief, vriendelijk en grappig. Kortom: Tet is een schat, fijn dat hij er is.