Bijna zou ik mijn eigen diepe ellende, als kind, in de tweede helft van de vorige eeuw, hierdoor vergeten … een van mijn geliefde jankonderwerpen: het grote gezin. Ja, je spoort in feite toch niet als ouderpaar als je dertien kinderen neemt wanneer je er hooguit één misschien twee kan onderhouden. Nu heb ik nog niet eens verteld, dat van die dertien kinderen er twee geestelijk gestoord zijn. De een nog erger dan de ander.
De jongste is een mongooltje. (Aan het Syndroom van Down doe
ik niet). Nota bene geboren in een periode dat alle bladen, van de Margriet tot de
Donald Duck met schreeuwende koppen publiceerden: vrouwen opgelet! Als je boven de 38 jaar zwanger wordt, is de kans wel héééééééeéél erg groot, dat je
een mongooltje baart!!!! Maar mam leest dat niet of ze wil het gewoon niet
weten of het kan haar geen ene moer schelen. Mam maakt het inderdaad helemaal
niks uit: ze is 43, houdt van zwanger zijn en van alle mogelijke kleine
baby’tjes. Terwijl ik net in het tijdschrift ‘Ouders van Nu’ een ongeloofwaardig artikel lees over pril ouder geluk in
combinatie met een meervoudig gehandicapte kind, baart mam, haar dertiende en laatste
kind. Mijn jongste broer: Tet (met een t). Op kraamvisite zegt iedereen: ‘wat een leuk ventje’
… ja, ja, zeg dat wel....maar ik zie het gelijk al. Tet, dat leuke ventje, is dus
een mongooltje. Dat zie ik zo. Mij hoeven ze niks wijs te maken. Ik ben niet gek. Een mongooltje uit het boekje: oogplooitjes; breed neusje,
huidplooitje op de handpalm en ga zo maar door. Ik heb het net allemaal zitten
lezen in Ouders van Nu.
‘Dat heb je d'r nou van, mam' zeg ik, 'daar zit je tot je
dood aan vast.' Als een soort troost vertel ik haar, dat mongooltjes nooit zo
erg oud worden vijftig hooguit zestig jaar. Mam reageert nauwelijks verheugd.
Ze lijkt wel geïrriteerd door wat ik zeg … ’zo lang ik kan, zorg ik voor Tet,’
zegt ze berustend, ‘al word ik honderd … wie dan leeft, wie dan zorgt’.
In 1970 zijn er nog geen testen die kunnen aantonen dat er
een mongooltje groeit in de buik van de zwangere vrouw. Als die er wel waren geweest
had ie tenminste al in een vroeg stadium geaborteerd kunnen worden. Dan hadden
we geen Tet gehad.
Ik vraag me af of mam dan besloten zou hebben om Tet te laten
afdrijven … nee, ik vraag het me niet af ook … ik weet heel erg zeker dat ze
dat nóóóít, nooit van haar leven gedaan
zou hebben. En … eerlijk is
eerlijk: Tet is een lieverd, een heel kwetsbare
lieverd. Hij is gevoelig, lief, vriendelijk en grappig. Kortom: Tet is
een schat, fijn dat hij er is.