Posts tonen met het label sportschool. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sportschool. Alle posts tonen

dinsdag 30 augustus 2022

DUTCH TAAL MAKES ME CRAZY, MIJ.

 Twee weken geleden ontmoet ik Ali in de sportschool. We zijn  aan het crossen. Naast elkaar. Onze blikken, vriendelijk, kruisen elkaar. Voor de grap zeg ik, dat hij me toch niet meer kan inhalen.

‘Sorry? don’t understand ... English  please’.

‘It's a joke.’: ‘You will never pass me.’

Het is blijkbaar niet zijn humor en ik moet ook toegeven: ik ben wel eens lolliger geweest. Maar goed.

We stappen zo’n beetje tegelijkertijd van het cross-toestel af. Allebei flink bezweet. We stellen ons aan elkaar voor. Ali is hier voor het eerst. Ik sport hier al jaren bij Life Line.  We nemen wat te drinken:  hij koffie, ik thee.  We praten wat.

Ali blijkt een zesentwintig jarige asielzoeker uit Irak. Hij, zijn vrouw en zoontje van vier zijn gevlucht. Voor grove gewelddadigheden. Ali kwam op zijn vlucht, in april 2021,  eerst in Kenia en daarna in Duitsland terecht. Zijn vrouw en zoontje  zijn blijven hangen in Kenia, waar heel veel Irakese vluchtelingen zitten.

Voorlopig zit Ali veilig in Nederland. Per 1 januari jl krijgt hij een voorlopige verblijfsvergunning voor de duur van een jaar. Zorgeloos kan hij onmogelijk zijn zolang zijn vrouw en zijn zoontje nog niet bij hem zijn.  

Hij zit werkloos in een tweekamerflatje, om de hoek bij de sportschool. 'Dutch taal’ leren en een beetje sporten is eigenlijk het enige wat hij te doen heeft. Werk heeft hij niet.

‘Work, difficult, very difficult.’

‘ Je zou ook vrijwilligerswerk kunnen doen.’

‘Yes, but also very, very difficult. I talk Dutch taal very bad ... only English a bit ... so not kan  doen volunteerwork!’

Ali en ik spreken af om elkaar geregeld te gaan zien. In principe een uurtje per week. Gaan we alleen Nederlands praten.

‘Dutch taal makes me crazy, mij.’

Het resultaat van zijn jaartje worstelen met de taal is nul komma nul. Terwijl hij toch echt niet dom is. Hij heeft een soort hbo-opleiding ICT gedaan; hij is superslim met de laptop. Maar: ‘Dutch taal torture is for Ali'

Hij werkt zich om de andere dag twee a drie uurtjes in het zweet op de sportschool. Ondanks het sporten en zijn wekelijkse  uurtje Nederlands, verveelt hij zich stierlijk. Vrienden of familie in de buurt heeft hij niet Hij staart wat uit het raam van zijn flatje,  met uitzicht op een saaie straat. Af en toe rijdt een fietser voorbij; af en toe ruisen de bladeren van die ene boom. Alleen als de basisschool uit gaat bruist het straatje; op die momenten is het daar vrolijk en levendig. Het moment waar Ali volop van geniet. Het stemt hem enerzijds vrolijk, anderzijds voelt hij dan extra het gemist van zijn zoontje en zijn vrouw. Op deze basisschool had die kleine Memmed kunnen zitten. In groep één. En wie weet, zou hij dan, na schooltijd, moe maar opgewekt naar zijn vader rennen en hem in zijn armen springen.

dinsdag 7 juni 2022

NAAR DE APOTHEEK

 Ik fiets over de Noordsingel. Moet naar de apotheek. Tweeënzeventig ben ik nu. Zeg maar gerust een ouwe man. Als tiener vond ik mensen boven de dertig al oud. Als ik 15 ben, is mijn moeder 34 en mijn vader 32.  Ouders zijn voor hun eigen kinderen per definitie oud, ook al zijn ze nog relatief jong. Bekakte studentjes, hoor je, als ze naar hun ouders gaan,  niet voor niks zeggen: ‘Ik ga dit weekend naar Wassenaar, Kralingen of Bloemendaal: naar mijn ouwelui.’ 

Het beeld dat ik als jongeman heb van een zeventiger, komt toch wel een beetje in de buurt van hoe ik mezelf nu voel. In mijn beleving is die ouwe man van toen passief, dor, geplaagd door vele grote of kleine gebreken, doof, blind, stram, niet sportief en a-seksueel. Zo erg is het nou ook weer niet! 

Ik ben sinds mijn zestigste met pensioen en voel me nu nog steeds behoorlijk fit. Goed, mijn conditie is heus wel eens beter geweest. Door blessures kan ik momenteel mijn rechter arm en knie maar beperkt gebruiken.

Vooruit dan, laat ik het niet mooier maken dan het is: het enige waar ik echt goed last van heb is aambeien. Wat zijn aambeien nou helemaal, zou je zeggen? Geregeld een beetje sperti smeren en ze verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik moet alleen nooit vergeten om een inlegkruisje in mijn onderbroek te plakken, want anders sijpelt die vette sperti-troep via mijn slip en mijn spijkerbroek op de bekleding van de bank. 

Sportief? ‘Nou en of! Op de sportschool sloof ik me zo goed als ik kan uit op de fiets. Een goeie beweging voor mijn geblesseerde knie is dat: fietsen.  Spinnen noemen ze dat op de sportschool. Spinnen is trouwens een werkwoord … geen meervoud van het zelfstandig naamwoord ‘spin’. 

Als twintiger weet ik overigens niet beter of de  man boven de zeventig is seksueel opgedroogd. Met mijn buren, mijn opa’s en op den duur ook mijn eigen vader kan ik niet anders dan diep medelijden hebben. Over vrouwen hoor ik vooral dat zij na hun vijftigste nog nauwelijks belangstelling hebben voor ‘dat seksgedoe’. Inmiddels weet ik dat dit met een korreltje zout genomen moet worden. 

Tsja, de ‘vriendinnetjes’ zijn nu wat minder talrijk. Ze zijn wel lief maar op een enkele uitzondering na, wat minder mooi. Net als ikzelf  trouwens. Godzijdank ben ik gezegend met een rijke fantasie, die me er op gezette tijden doorheen helpt, wanneer de hormonen opspelen. Qua seks is er wel enig verschil tussen nu en toen ik twintig was. Niet alles gaat nog gewoon op ‘rolletjes’. Ik ben nu, zoals ik al schreef,  op weg naar de apotheek voor een middeltje tegen aambeien maar stiekem ook voor wat noodzakelijke viagra pillen.     

 

woensdag 25 mei 2022

LEKKER MAKKELIJK

Even de auto parkeren en dan de roltrap op naar de sportschool. Zo hoef je je niet in te spannen voordat je je gaat sporten.

We bewegen zo min mogelijk en gaan naar een school om te sporten. Zou het niet slimmer zijn om zoveel mogelijk beweging in ons dagelijks in te passen.  Loop en fiets (geen e-bike!) zolang mogelijk en neem de trap in plaats van de lift (tegenwoordig zijn er ook slimme architecten die niet langer de lift, maar de trap belangrijk maken in een gebouw.)

Zo bezien zijn flitsbezorgers gek en afschuwelijk decadent. Trek in ijs, maar niks in de vriezer: bel de flitsbezorger! Geen bier, geen melk meer  in de koelkast? Laat de e-bike koerier maar komen. Je betaalt er net zo veel voor als in de supermarkt: plus €1,80 bezorgkosten. Dan staat alles al binnen tien minuten na je bestelling voor je deur. Wat mensen zoal bestellen is vrij voorspelbaar: ’s ochtends  yoghurt, granola en fruit, ’s avonds rijst, groenten en pizza, en laat op de avond vooral chips, bier, wijn en roomijs. Veel roomijs.’ Lekker makkelijk, toch?

Gemiddeld bestelt een klant voor tien euro. Die gemiddelde klant is welvarend, single, jong, en vitaal en nooit slecht ter been en bejaard. Een luxe is het. Geen noodzaak dus. Bij minderjarigen, die nog geen alcohol mogen kopen zijn de koeriers trouwens ook populair. Er wordt niet zo streng op alcohol gelet.

De flitskoerier verdient prima.  ’t Is wel raar, dat die flitsbusiness nog helemaal niet winstgevend is. Er is op dit moment een concurrentieslag gaande tussen een aantal partijen met grote zakken geld van durfkapitalisten met als doel alle concurrentie uit te schakelen en als enige over te blijven. Hopelijk wordt er  dan wat aan verdiend .

De strijd wordt tot die tijd gevoerd met heel veel koeriers. En ook met heel veel dark stores in de stad, waar alle producten staan opgeslagen. Producten die binnen tien minuten thuisbezorgd moeten worden. Overal zie je die ongezellige geblindeerde ruimtes. Jammer toch van die plekken?! Je zou er ook echte winkels of woonruimte kunnen hebben. De dark stores zorgen bovendien vaak voor overlast. De koeriers rijden dag en nacht af en aan. In woonwijken wil de gemeente Amsterdam ze gaan verbieden.

Is het nou nodig om direct toe te geven aan elke impuls?  Zo moeilijk is het toch niet om gewoon boodschappen te doen en ook even vooruit te denken wat je ’s avonds nodig hebt? Koop niet bij de fietskoerier die een last is voor de stad. Wees geen verwende, slappe, decadente sukkel en koop niet bij die flitskoerier die de stad kapotmaakt.