Vandaag ben ik (opa Jos) in Dordrecht op bezoek gegaan bij mijn kleinkinderen Bent (9)en Markus (5), mijn zoon Ralf en schoondochter Ilona. Ik ben een beetje gespannen, want ik ben er al lange tijd niet geweest. Als ik na een ongemakkelijke reis bij hun huis aankom, is mijn zoon niet thuis. Hij is op zoek naar zijn vader.
Ik weet opeens niet meer waar ze wonen. Verwarde man verdwaald
in Dordt. Ralfs zijn nummer staat niet in mijn mobiel. Probeer hem te mailen. Godzijdank
reageert hij: ‘Ik kom naar je toe.’ Maar dan daagt het me weer … weet ik hun
huis toch te vinden. Tsja, het is de
spanning denk ik … die verwarring.
Ilona verwelkomt me vriendelijk lachend. Mijn mooie slanke schoondochter. Nog altijd
mooi. Was ik bijna vergeten. Ik had wat kadootjes meegenomen. Twee boeken voor
de jongens: ‘Dolfje Weerwolfje’ en ‘Mees Kees’. Zo te zien zijn ze er blij mee,
Ilona ook. Zij kent de schrijvers en die zijn goed, zegt ze. Voor Ralf en Ilona
kocht ik een fraai boeket. Ik heb er een kaartje bij geschreven: ‘fijn weer
samen te zijn’. Ilona geeft de bloemen een mooi plaatsje op de mooie, grote witte
kast. Bent trapt met een zachte voetbal tegen een muur. Markus staat met het
kadoboek nog in zijn hand zijn nieuwe ‘opa Jos’ te bestuderen.
De reis is ongemakkelijk. Ik heb het nòg zo goed gepland.
Met 9292 en Google Maps. Precies om één uur moet ik er zijn. Maar de metro is te
laat, de trein moet vlakbij Zwijndrecht stoppen, omdat er een persoon op de
rails loopt en … ik raak verward in het drukke centrum van Dordt.
Ralf komt thuis. Hij is blij me te zien. Geeft me een hug. Ilona
heeft hem gemaild dat ik er al ben. Ik zit aan de koffie met kruimelkoek in hun
ruime woonkamer. Alles is mooi en ruim in dit huis. Daar hebben ze geluk mee
gehad.
Bent laat me vol trots zijn rapport zien. Hij zit in groep
vijf. Het zijn tegenwoordig geen rapporten meer met cijfers zoals bij ons. Voor
mij is het een abacadabra-rapport. Ilona en Ralf begrijpen het en weten dat het
een mooi rapport is. Oké, dan geef ik hem er tien euro omdat hij zo goed zijn
best doet. … heb ik geen cash bij me! … ’t zit niet zo mee vandaag … dan stuur
ik hem wel wat op in een enveloppe.
Een grote tafelvoetbal-tafel staat in die reuze woonkamer.
Daar moeten we wat mee: Bent en opa Jos tegen Ralf en Ilona. Heerlijk om te
doen. Lachen, juichen, foeteren. Ik krijg het er helemaal warm van.
Markus zit ondertussen te gamen, alles om hem heen lijkt hij
vergeten. Hij en het spelletje zijn één.
Ze zijn leuk met elkaar, Bent en Markus. De broertjes voeren
grappige gesprekjes met elkaar over voetbal, games en allerlei andere zaken.
Het zijn slimme ‘gassies’. Op een gegeven moment kijkt Markus me aan en vraagt:
‘Opa Jos, heb jij ook een vader?’ ‘Ja, Markus maar die is al heel lang dood.’
Dat is blijkbaar het goede antwoord, want hij vraagt niet verder.
Even zou ik langs komen, hebben we afgesproken … en even is
nu voorbij. Ilona gaat met de jongens
naar de markt. ‘Dag Bent, dag Markus,’ roep
ik. ‘Dag opa Jos,’ zeggen ze in koor … toch nog wat onwennig. ‘Dag Jos.’ Zij geeft me onverwachts een zoen.
‘Dag Ilona,’ ik ben net te laat om terug te zoenen. Ralf
brengt mij om alle verwarring te
voorkomen naar het station. We huggen ten afscheid. … het was gezellig.