Beet.
Charles, vijftig plusser, heeft een zeer lange, ruim
zittende regenjas aan, waar vijftien centimeter benen onderuit steken. Zijn jas
hangt los, daaronder draagt hij een stemmige grijze pantalon en een wollen roze
pullover op een wit overhemd. Niet echt goed gekleed voor deze nog kille
winterse zondag … en dan zet de verzorging hem, als hij met zijn moeder op stap
gaat, nog niet eens een petje op zijn kop.
Charles is aan het winkelen in de supermarkt met zijn
moeder. Charles is twee meter lang, heeft een langgerekt, keurig geschoren
hoofd, waarop een bril met jampotglazen. Door een gigantische overbite wekt hij
de indruk dat hij constant loopt te grijnzen. Het enige dat aan hem beweegt
zijn zijn ogen en zijn benen.
Mama loopt in een prijzig leren jasje. Dat ze in de winkel
los heeft hangen. Daaronder heeft ze een smaakvol grijs mantelpakje aan. Nu
haar jasje open staat wordt ook een schitterende paarlemoeren broche op haar
rijke boezem zichtbaar.
Ze heeft vanmorgen alles aan haar hoofd opgeleukt: haren,
lippen, oren, wangen. Het Charles-dagje blijft feestelijk voor haar, ondanks
alles. Aan haar lellen hangen zeer kostbare fonkelende diamantjes … een normaal
mens zou die nooit in doen op een doorsnee zondagochtend.
Charles loopt als een tam, vermoeid, gedresseerd hondje
achter mama en het winkelwagentje aan. Duwen van het winkelwagentje komt niet
eens bij hem op.
Terwijl moeder drie lege flessen Spa Henriette en een leeg
Heinekenflesje in de legeflessen-automaat stopt (de automaat geeft een bonnetje
van 85 cent), heeft Charles twee meter verderop 'beet'. Hij steekt onopvallend
en vliegensvlug twee vacuüm verpakte, gerookte makrelen in zijn regenjas … een
in zijn linker- en een in zijn rechterbinnenzak.
‘Houdt jij het statiegeldbonnetje even bij je Charles?‘
vraagt moeder. Vergeet niet om het straks aan de kassière te geven hoor. Van
Charles komt geen enkele reactie; moeder had niet anders verwacht.
Bij de kassa kijkt hij, nadat hij de legeflessen-bon aan
haar gegeven heeft, met meer dan gewone belangstelling naar de kassière. Hij
wendt zijn blik pas van haar af als hij een snoepje van haar heeft gekrgen.
'Nou, wat zeg je dan, Charles?'
'Dank u wel mevrouw.'
'Goed zo jongen.'
Willoos loopt hij achter moeder aan … op de inpaktafel gaan
alle boodschappen in de tas. Charles krijgt nu traditioneel zijn Bounty
toegestopt. Beiden wisselen geen woord. Kwijl druipt nu uit Charles zijn
linkermondhoek. Moeder veegt met een tissue het kwijlspoortje discreet weg … altijd
als Charles iets lekker vindt, loopt het water hem letterlijk uit zijn mond. De
tissue verdwijnt in moeders jaszak….voor straks.
Terwijl zij de boodschappentas vult, zwenkt Charles van zijn
ene op zijn andere been, zijn armen hangen iets voor zijn lichaam zijn hoofd
staat wat schuin naar voren alsof hij wil checken of de speculaas en de lange
vingers, niet vermorzeld worden door de pakken melk, fruitsap en de zak met
aardappelen.
Als ze net de winkel uit zijn zegt moeder tegen Charles:
‘Kom jongen, geef die makrelen maar eens gauw aan mama. Dan
gaan we die straks eens lekker samen oppeuzelen…..hè, knul?
‘Oppeulezse … lekkuh oppeulese’ zegt Charles.