Vrije zaterdag. Vroeg in de ochtend: boodschappen doen. Bij Dirck. De meest bijzondere aanschaf aldaar, elke week weer: zeven kartonnen pakken anijshagel (van de Koninklijke de Ruyter). ’s Avonds laat, ’s nachts ook soms, ik lig dan al lang en breed op bed, hagelt mevrouw jeejeepee een heel pak anijs achter mekaar in haar wijd open gesperde mond.
Op de late ochtend: stofzuigen, een prettige activiteit
tegenwoordig. Ik doe het met lekkere muziek (Pointer Sisters) op de koptelefoon.
De kater wordt panisch van de stofzuiger. Hij verstopt zich zo ver mogelijk
onder het bed van mevrouw jeejeepee. Komt de stofzuiger daar in de buurt dan
loopt Thijs (zo heet de kater) op zijn tenen stilletjes èn heel snel naar zijn
andere veilige haven, achter het televisiemeubel … daar is al gezogen. Veel stof
is niet of nauwelijks zichtbaar; het komt de woning in, via ramen en kieren. Het
komt binnen gelopen of geslopen, via het schoeisel. Het lift mee op jassen en
tassen van bewoners of bezoekers van de woning. Ook slijtage van meubels,
vloerbedekking en gordijnen veroorzaakt een continue stroom van minieme
hoeveelheden stofrestjes in het woonhuis.
Veel zichtbaarder en daardoor veel meer irritatie opwekkend
is een andere categorie ‘opzuigsel’. Onze woning ligt er vol mee. Het wordt
gevormd door de haren, die onze kater niet meer nodig heeft en van zich heeft
afgeschud in zijn territorium, onze woning. Je kan geen plek bedenken of hij
heeft er wel eens een dot haar laten fladderen. Thijs is er een van de langharige
soort. Cypers, rood met wit. Op het zeer donkerblauwe vloerkleed is elk vlokje
haar van Thijs, uitermate zichtbaar.
Verder vult de stofzuiger zich voornamelijk met tabakskruimels,
die tijdens het draaien van shagjes op de vloer terecht komen en met as, van
brandende shagjes afgevallen. Verder doet de stofzuiger zich flink te goed aan:
geknoeide etensresten ,zoals brood- en koekkruimels, stukjes aardappel en
groente (sla, komkommer), gemorste lekkernijen bijvoorbeeld rozijntjes (die
zitten vaak vastgekleefd aan de vloer omdat er op gestaan is) en met slordig
behandelde verpakkingen van lekkernijen, meestal de dunne zilverpapiertjes.
Dan moet er gedweild worden. Gemorste koffie en ingetrapte
koekkruimels , stukjes rauwe ui, paprika of kip, tijdens het snijden
weggeschoten van het aanrecht op de keukenvloer en vervolgens vermorzeld tussen
schoenzool en laminaat. Door het hele huis heen zijn hiervan weer de kleverige
gevolgen van te vinden. Na een week van niet dweilen kleven we aan de vloer
vast. In de buurt van de kattenbak moet sinds kort iets grondiger gesopt
worden. Thijs is kieskeurig. Als zijn bak iets te vuil is naar zijn zin, piest
hij er gewoon naast. Ik heb dit pas kortgeleden ontdekt. Het vreemde, nare,
weeë, zurige lijkluchtje, kan ik aanvankelijk niet direct thuisbrengen. Vòòr de
kattenbak, zie ik dan een bijna opgedroogd plasje liggen. Ik kniel vòòr de
kattenbak, druk mijn neus bijna in dat plasje en … ja hoor, dit is de geur die
al een tijdje voor de ongerieflijke geur zorgt in huis, opgedroogde kattenpies.
Onder Thijs zijn bak (èn ervòòr) gaat van af nu een dik pak kranten. Ik
controleer daar nu elke dag en dweil extra als ie er naast gepiest heeft. Ik
heb het er ook met Thijs nog over gehad om vrijwillige euthanasie toe te passen
maar daar zijn we nog niet over eens..