Posts tonen met het label ovaalvormig. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ovaalvormig. Alle posts tonen

maandag 24 april 2023

BAAT HET NIET DAN SCHAADT HET NIET.

Mijn huisarts is een jonge vriendelijke man.  Een beginner. Dat klinkt erger dan het is. Hij is wat verlegen, onzeker, maar  ook eerlijk want als hij iets niet weet dan zegt hij dat gewoon. Ik heb nu bijvoorbeeld een rood ovaalvormig eczeemachtig plekje op mijn kuit. Omdat de dokters en de assistenten het allemaal zo vreselijk druk hebben, de laatste tijd, maak ik het ze makkelijk. Ik fotografeer dat eczeempje en scan het naar de dokterspraktijk.

Als hij er een paar dagen naar heeft kunnen kijken, zegt hij doodleuk: ’Ik weet niet wat dat is.’ Hij is dan wel weer zo eigenwijs dat hij ook geen receptje uitschrijft voor een zalfje: ‘Smeer er maar een beetje babyzalf op, baat het niet dan schaadt het niet,’ zegt hij.

Hallo dokter! Je denkt toch zeker niet dat deze oude man babyzalf thuis heeft liggen. M’n huisarts zelf zal het wel in huis hebben, babyzalf, schat ik zo in. Hij zou best  eens vader kunnen zijn ….. hoewel ik ook wel eens  gedacht heb, dat hij ‘van de andere kant,’ is. Maar ook in dat geval kan hij ook nog wel vader zijn?! Jazeker! Voor m’n eczeempje heb ik toch maar een potje Zwitsal babyzalf gekocht. Helpt niks. De plek wordt alleen maar groter.

Ik heb gordelroos gehad en dat heeft hij prima gezien en behandeld. Ik stierf van de pijn en de jeuk. Hij schreef me goed werkende pijnstillers voor.

Van m’n oren heb ik kort geleden nog last gehad. Ze moesten uitgespoten worden. Dat doet de huisarts tegenwoordig niet meer. Hebben ze geen tijd  voor. Wordt aan de doktersassistente overgelaten.

Ik heb nu iets, daar kan ik echt geen foto van maken. Hemel en aarde heb ik bij de doktersassistente moeten bewegen om op het spreekuur te mogen komen. Tja, wat is het? Het is een wratje tussen mijn linker kleine teen en de teen die daar net naast zit. Elke stap doet pijn. Ik heb er een antiwrattenstift voor bij het Kruidvat gehaald, maar dat spul doet niks. Drie weken moet ik wachten voor ik om half vier op het spreekuur kan komen. Het zal me overigens niks verbazen als hij geen raad weet met dat wratje.

Ik ben om kwart over drie de enige in de wachtkamer. In de spreekkamer wordt vrolijk gebabbeld en aanstekelijk gelachen. Het duurt maar en het duurt maar. Geen idee wie daar binnen zitten; behalve mijn dokter dan, want toen ik hier binnen kwam zat er niemand  in de wachtkamer. Als de huisarts mij binnenroept, komt gelijk de ‘gezellige’ patiënt de spreekkamer uit.

Het is een zwaar opgemaakte dame, in een feestelijke jurk, met veel fel groen en fel  rood. Ik had er vergif op durven innemen, dat er net twee mannen in die spreekkamer met elkaar in gesprek waren. Iets te uitbundig wenst ze de dokter, die zij blijkbaar Bart mag noemen, nog ‘een héél fijne dag’.

Het is vier uur. De dokter is bijna een half uur uitgelopen, terwijl ik hier al zeker drie kwartier zit wortel te schieten. Eindelijk ben ik dan aan de beurt. Voor dat wratje tussen mijn tenen krijg ik van Bart een verwijsbriefje voor de huidarts.