Posts tonen met het label motorkap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label motorkap. Alle posts tonen

maandag 7 november 2022

MISKOPEN.

 

De auto.

Miskopen, ze benauwen me.  Vijftienhonderd gulden, een rib uit mijn lijf,  betaal ik voor de witte Simca 1000. Mijn eerste auto! Met mijn neef Paul, dè automonteur van de familie, ga ik naar een garage.  Paul kent daar iemand, die hij blind vertrouwt.  Voor de vorm gaat hij nog even onder die kar liggen en zegt: ‘een kópie’.

Over de witte motorkap schilder ik een kleurrijk boeket  bloemen. Wáár ik ook rijd ik heb altijd veel bekijks. Echter: binnen het half jaar: lekke remleidingen, kapotte v-snaar, versleten remnaaf, verrotte koppelingsplaten. Dat kópie blijkt een miskoop te zijn. Binnen nog geen jaar en nog eens vijftienhonderd gulden aan reparatiekosten verder, verkoop ik die auto. Ik krijg er niet meer dan 100 gulden voor. Zeker nog vijf jaar zie het ik die opvallende Simca in Rotterdam rondrijden. Eerst met een blonde dame achter het stuur. Op het laatst rijdt er een of andere buitenlander in rond. Elke keer dat ik die kar zie rijden krijg ik de neiging om mijn neef Paul iets aan te doen.

De zonnebank.

In mijn slaapkamer staat mijn zonnebank. Aanschafprijs 1.199 euro. Het zweet breekt me uit. Wat zonde van het geld. Ik heb hem nu 10 jaar. De eerste twee jaar gebruik ik hem intensief. Dat wel. Misschien wel een beetje tè intensief. Ik zie er dan wel goed uit. Lekker bruin. Zelfs mijn normaal zo witte, harige benen worden mooi bruin … ja, harig blijven ze wel. Ik ben hier en daar wel iets te veel verbrand.  Mijn billen zijn te hard gegaan. Ik heb er even geen erg in dat mijn billen nooit zo veel zon hebben gehad. Ik moet dus op de blaren zitten.

Mijn kale hoofd heb ik te lang aan de zon en de zonnebank blootgesteld. De dermatoloog raadt me sterk aan om voortaan iets op mijn hoofd te zetten. Ze heeft huidkanker geconstateerd … ‘’t is bij u niet zo erg, hoor, zegt ze’.  

Mijn zonnebank is ook te gebruiken als infraroodhemel. Om lekker te relaxen. Dat heb ik alles bij elkaar misschien tien keer gedaan in tien jaar. Dus ik kan wel zeggen dat het ding zeven jaar lang werkeloos in mijn slaapkamer heeft gestaan. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan als de buurman de zonnebank mijn huis uit sjouwt. Hij wil hem wel meenemen; om niet.

Het lievelingsjasje.

Van mijn lievelingsjasje word ik lyrisch: ‘Jij bent echt mijn leukste korte jasje ooit. Zwart leer. Ik zie er met jou zo ‘vet gaaf’ uit.  Als mijn vriendin met jou loopt te paraderen ben ik apetrots. Je voelt aan als de huid van een jong, energiek dier.

Maar het jonge, energieke leer  blijkt  een inferieure kunststof te zijn. Na drie maanden komen rafeltjes en scheurtjes. Binnen twee weken ben je ondragelijk. Met pijn in mijn hart laat ik je zachtjes zakken in het donker van de container.

donderdag 22 september 2022

ONHERKENBAAR

Op weg naar huis fiets ik door een straatje waar ik ooit woonde. Op honderd meter afstand zie ik hem al staan Zuhair el Fridissi. Woont al jaren lang in Nederland. Ruim twintig jaar is hij mijn naaste buurman. In zijn grijze overall leunt hij op de rand van de motorkap van zijn auto. Het zal me niet verbazen als de motor heel zachtjes draait. Hij kijkt onder de motorkap zoals ik zou kijken naar een schilderij van Andy Warhol ... hij luistert naar het geluid van de motor zoals ik zou luisteren naar een lieflijke cellosonate. Knutselen aan zijn auto is zijn op één na grootste liefhebberij.

Als ik hem op zo’n tien meter genaderd ben, stap ik van mijn fiets en loop rustig naar hem toe. Zuhair gaat me absoluut niet herkennen. Ik heb tegenwoordig nog een paar grijze haren, een grijze baard en ik heb vandaag een zonnebril op. De laatste paar keer dat hij me ziet, ben ik he-le-maal kaal.

Zijn allergrootste hobby is voetbal. Net als Zuhair kijk ik ook heel veel naar voetbal op de tv. Bij wedstrijden van Feyenoord, Barcelona, het Spaanse voetbalelftal en Oranje, kan ik  gerust het geluid uitzetten. Niet alleen ik overigens. Zuhair weet door een mix van tv-geluid en zijn eigen aanmoedigingen een unieke stadionsfeer op ons binnenterrein te creëren.

‘Mag ik u wat vragen meneer?’, vraag ik, enigszins  hangend over mijn fietsstuur, zodat hij me niet meteen aan  mijn gestalte kan herkennen.

Zonder op te kijken, zegt Zuhair, vriendelijk als altijd: ‘Natuurlijk, mag u wat vragen. Wat wilt u weten?’

‘Kunt u mij misschien zeggen waar de Nieuwe Wolstraat is, meneer?’

‘O, dan hoeft u niet meer zo ver te zoeken, want de Nieuwe Wolstraat is hier. Op welk nummer moet u zijn,’ hij spreekt prima Nederlands!

‘Even kijken, op nummer 97, moet ik zijn ...’

 

Ik kom met mijn gezin naast Zuhair wonen. Hij woont daar al een paar jaar. Zijn vrouw Fatma is nog maar een paar maanden over uit Marokko. Zuhair toont zich een radicale inburgeraar. Fatma, die tot voor kort nog in een wereldvreemd  Marokkaans dorpje woont,  mag van Zuhair beslist geen hoofddoekje dragen. Ook mag ze zich niet hullen in lange gewaden. Met korte rok of jurk moet ze in de buurt en op de markt de boodschappen doen. Als het lekker weer is stuurt Zuhair haar in bikini de tuin in. Daar staat een speciaal zonnemeubel voor haar klaar. Logisch, dat ze zich lang als een kat in een vreemd pakhuis gedraagt. Helemáál went ze er nooit aan. Hoewel ik haar nooit met een hoofddoekje heb gezien. Haar jurken worden wel steeds iets langer. In die 19 jaar daarna heb ik Fatma nooit meer verplicht in bikini in de tuin zien liggen.

 

‘Moet u zijn op nummer 97?’ vraagt Zuhair  ‘Daar woon ik! ...Hééé maar jij bent toch Jee …?'

Dan kan ik mijn lachen niet meer houden, doe mijn zonnebril af: ‘ja Zuhair, je hebt gelijk. Ik ben Jee.’

Zuhair gooit de motorkap dicht: ‘Jee, kom mee naar binnen, dan drinken we een kopje thee. Fatma zal het leuk vinden je weer eens te zien.'