De auto.
Miskopen, ze benauwen me. Vijftienhonderd gulden, een rib uit mijn
lijf, betaal ik voor de witte Simca
1000. Mijn eerste auto! Met mijn neef Paul, dè automonteur van de familie, ga
ik naar een garage. Paul kent daar
iemand, die hij blind vertrouwt. Voor de
vorm gaat hij nog even onder die kar liggen en zegt: ‘een kópie’.
Over de witte motorkap schilder ik een kleurrijk boeket bloemen. Wáár ik ook rijd ik heb altijd veel
bekijks. Echter: binnen het half jaar: lekke remleidingen, kapotte v-snaar,
versleten remnaaf, verrotte koppelingsplaten. Dat kópie blijkt een miskoop te
zijn. Binnen nog geen jaar en nog eens vijftienhonderd gulden aan
reparatiekosten verder, verkoop ik die auto. Ik krijg er niet meer dan 100
gulden voor. Zeker nog vijf jaar zie het ik die opvallende Simca in Rotterdam
rondrijden. Eerst met een blonde dame achter het stuur. Op het laatst rijdt er
een of andere buitenlander in rond. Elke keer dat ik die kar zie rijden krijg
ik de neiging om mijn neef Paul iets aan te doen.
De zonnebank.
In mijn slaapkamer staat mijn zonnebank. Aanschafprijs 1.199
euro. Het zweet breekt me uit. Wat zonde van het geld. Ik heb hem nu 10 jaar.
De eerste twee jaar gebruik ik hem intensief. Dat wel. Misschien wel een beetje
tè intensief. Ik zie er dan wel goed uit. Lekker bruin. Zelfs mijn normaal zo
witte, harige benen worden mooi bruin … ja, harig blijven ze wel. Ik ben hier
en daar wel iets te veel verbrand. Mijn
billen zijn te hard gegaan. Ik heb er even geen erg in dat mijn billen nooit zo
veel zon hebben gehad. Ik moet dus op de blaren zitten.
Mijn kale hoofd heb ik te lang aan de zon en de zonnebank
blootgesteld. De dermatoloog raadt me sterk aan om voortaan iets op mijn hoofd
te zetten. Ze heeft huidkanker geconstateerd … ‘’t is bij u niet zo erg, hoor,
zegt ze’.
Mijn zonnebank is ook te gebruiken als infraroodhemel. Om
lekker te relaxen. Dat heb ik alles bij elkaar misschien tien keer gedaan in
tien jaar. Dus ik kan wel zeggen dat het ding zeven jaar lang werkeloos in mijn
slaapkamer heeft gestaan. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan als de buurman
de zonnebank mijn huis uit sjouwt. Hij wil hem wel meenemen; om niet.
Het lievelingsjasje.
Van mijn lievelingsjasje word ik lyrisch: ‘Jij bent echt mijn
leukste korte jasje ooit. Zwart leer. Ik zie er met jou zo ‘vet gaaf’ uit. Als mijn vriendin met jou loopt te paraderen
ben ik apetrots. Je voelt aan als de huid van een jong, energiek dier.
Maar het jonge, energieke leer blijkt
een inferieure kunststof te zijn. Na drie maanden komen rafeltjes en
scheurtjes. Binnen twee weken ben je ondragelijk. Met pijn in mijn hart laat ik
je zachtjes zakken in het donker van de container.