Er is niemand in het herentoilet. Alle wc-deuren staan open en de acht urinoirs zijn allemaal vrij. Er hangt een kunstmatig sinaasappelgeurtje in de ruimte. Ik moet plassen meer niet. Ik kies voor één van de urinoirs. Die zijn vrijwel altijd schoon, in ieder geval goed bruikbaar. Af en toe sta ik wel eens te dansen in andermans pies. Normaal plas ik het liefst zittend maar de wc-brillen op herentoiletten zijn doorgaans goor, nat, onhygiënisch en plakkerig. Daar durf ik niet op te gaan zitten. Soms werkt er in de toiletruimte een heer of juffrouw van de retirade. In dat geval waag ik mijn billen wel eens aan een wc-bril. Met grote passen loopt een man in een Feyenoord - shirt met dito petje achter me langs, stapt een wc in en knalt de deur achter zich dicht. Ik was mijn handen en droog ze aan een luidruchtige handendroger.
Ik kijk even in de spiegel. Meer dan mijn hoofd zie ik niet.
Zo dadelijk heb ik een ‘date’, met een dame, Natalie geheten. Toch nog vergeten
mijn neus- en oorharen te knippen. Ik wrijf nog een beetje ‘soep’ uit mijn
ogen. Mijn tanden zijn wat gelig maar schoon; net gepoetst. Meer kan ik er echt niet aan doen.
Mijn haar is keurig geknipt. Baardje getrimd. Jammer wel dat ik de laatste paar
maanden steeds van die rode vlekken heb op mijn voorhoofd. Vooral als er een
beetje zon is. Ook nu weer. Die vlekken verdrogen, gaan schilferen en dan
dwarrelen die schilfers op mijn kleren maar even goed ook op mijn eten of in mijn drinken. Met zo’n
date komt dat wel erg slecht uit.
Achter me stapt de Feyenoordsupporter de wc uit. Iets te
hard zwaait hij de deur weer dicht, waardoor de stank uit die wc heel eventjes
hinderlijk om me heen komt hangen. De man pakt uit zijn binnenzak een grote
viltstift en schrijft op de buitenkant van de groene wc-deur: ’AJAX DOOD’ met
een doodskopje er achter. Met een waarschuwend vingertje komt hij op me af en
zegt dreigend: ’En jij gaat toch zeker wel je mondje dicht houden, hè,
poepie?!’
Normaal zou ik bang worden van zo’n kerel. Nu niet. Ik heb
de beveiligingscamera’s hier gezien. Hij niet, denk ik.
Stukken rustiger dan dat hij hier binnenkwam loopt hij naar
buiten. Begrijpelijk wel. Hij is kwijt wat ie kwijt moest. Wat ik echter niet
begrijp, is dat hij hier weg wandelt zonder zijn handen te wassen.
O jee, mijn gulp staat nog open, slordig! Goed dat ik nog
even kijk. Ik heb nu mijn kaki broek aan en die heeft gulpknoopjes. Waarom de
confectie-industrie nu ineens weer is overgegaan op herenbroeken met
gulpknoopjes, daar begrijp ik helemaal niks van. Een rits is veel makkelijker.
Als ik de toiletruimte uitloop zie ik dat een
beveiligingsmedewerker de Feyenoorder overmeesterd heeft. Een collega belt,
waarschijnlijk om assistentie. Zal zo wel komen. De politie moet tegenwoordig
ook voor iedere pietluttigheid opdraven.
Mijn date is er nog niet. Ik zal vandaag toch niet wèèr
tevergeefs een uur aan dat tafeltje moeten wachten?