Posts tonen met het label lol. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lol. Alle posts tonen

dinsdag 16 januari 2024

MOOISTE VAN DE KLAS

Dineke (18) is het mooiste meisje van de klas. Waarom? Daarom! Ik kan mijn ogen niet van haar af houden. Zij ook niet van mij, denk ik, hoop ik. Oogluikend kijk ik naar haar. Zij zit drie banken links voor me. Af en toe kijkt ze achterom. Naar mij? Hoop ik! Ze zal wel naar Andries kijken achter me. Dat is een mooie jongen. Bruin. Brede schouders. Heeft lef, humor.  Komt goed uit zijn woorden.

Ik geloof tóch niet dat Dineke net naar mij keek. Ben niet zo’n vlotte prater, heb een grote stomme bril op mijn neus, een puistenkop en …  ik draag geen merkkleding. Daar moet ze niks van hebben, denk ik.

In de pauze gaat ze snel, met een pakje sigaretten en een aansteker in haar hand naar de gang. Overal op school mocht je toen nog roken. Ik rook Zware Van Nelle … shag. Sigaretten kan ik niet betalen. Dineke deelt gul haar sigaretten met het groepje om haar heen. 

Ik sta bij de schooluitgang mijn sjekkie te roken. Mitchel staat bij me. Ik geef hem mijn pakje shag: ‘draai er maar een van mij’. Hij rookt nog niet zo lang. Staat na elk haaltje te kuchen. Hij is ongeveer net zo’n figuur als ik:  te bescheiden, niet zo popi. Mitchel heeft nog de pech dat hij rood peenhaar heeft  en sproeten. Mitchel komt uit een ander milieu … zijn vader is hoogleraar Economie in Rotterdam. Toevallig werkt mijn vader ook in Rotterdam. Hij maakt tramrails schoon.

Het groepje rond Dineke, zij is het enige meisje, heeft de grootste lol, vooral de jongens lijken een wedstrijdje te doen: ‘wie kan er het hardste lachen.’ Tussen die ’grootste lol’ door, kijkt ze vluchtig naar mij of misschien toch naar Mitchel. Ik glimlach en geef haar vlug een knipoogje. O, wat zouden we het fijn kunnen hebben met elkaar, schiet het door me heen.

Mitchel en ik staan rustig te praten of te zwijgen. Soms kunnen we elkaar niet goed verstaan door het luidruchtige groepje aanbidders van Dineke.  Mitchel neemt een veel te grote haal van zijn sjekkie. Hoestend wil hij met wat vertellen.

Afgelopen weekend heeft hij ontdekt dat hij homoseksueel is. Ik schrik er een beetje van. Ik heb nog nooit met homoseksualiteit te maken gehad. Ik kan aan zijn ogen aflezen, dat hij blij is. Blij … heel ingetogen blij.

In Rotterdam ontmoet Mitchel zijn oude buurjongen Mart, waar hij vaak flink mee overhoop lag. Maar dat is inmiddels vergeten en vergeven. Ze gaan wat drinken in de dichtstbijzijnde kroeg. Het klikt die avond tussen die twee. Mitchel legt zijn hand op Marts bovenbeen, buigt zich naar hem toe  en fluistert, terwijl hij zichzelf over zijn kruis streelt, dat hij een beetje geil is … zullen we …

Dan gaan naar het huis van Mart. Mitchel staat nu, twee dagen later, nog volop  te glunderen. De pauze is voorbij. Ik loop impulsief, linea recta op Dineke af, moet wat kakkers rondom haar opzij duwen. Ik kijk haar recht in de ogen en duw mijn pakje Zware van de Weduwe in haar hand: ‘Rol maar een sjekkie van mij, schat.

‘Dank je wel! Wat lief van je Jos!’

woensdag 14 september 2022

EEN BRUID EN EEN KATER

Het alleen zijn zat, besluit Karel op zoek te gaan naar een vrouw.  Hij weet ook al wat voor soort vrouw hij wil: een Indonesische. Hij heeft gehoord dat zij lief zijn en gehoorzaam. Via, via kent hij iemand met contacten in Indonesië. Voor vijfduizend euro kan Karel binnen drie maanden een gewillig bruidje thuisbezorgd krijgen. Bij bestelling de helft aanbetalen en bij aflevering de rest. Het valt hem vies tegen dat hij na de bestelling nog drie maanden moet wachten op zijn bruid. Ik probeer bij Karel wat te weten te komen over zijn aanstaande.... hoe ze heet, hoe oud ze is, waar ze nu woont, of ze zelf al kinderen heeft en of hij een foto van haar heeft,....maar hij laat niets los. Voor het eerst sinds ik Karel ken bespeur ik iets van lol bij hem … lol om mijn nieuwsgierigheid naar haar. Hij weet zijn ‘geleerde’ zuster zo gek te krijgen dat ze hem het benodigde geld leent. Ik heb die zus haar wel eens ontmoet op een verjaardag van Karel. Een slimme, keurige dame, altijd in mantelpak, haren in een permanentje. Ze is directeur van een verzorgingshuis. Over de alcoholconsumptie van haar broer is ze bijzonder somber, eigenlijk gelooft ze niet dat hij daar ooit vanaf  zal komen.

Onherkenbaar is hij sinds hij vocht in Korea, vertelt ze me: ‘Een slanke, sportieve, vrolijke vent is hij vóór die tijd. Met een vast vriendengroepje gaat hij naar dansles, hij is aanvoerder van zijn voetbalteam bij de club Ursus. Hij speelt in het hoogste team. Een sociaal figuur is hij, die door mensen in zijn omgeving over allerlei zaken om advies wordt gevraagd. Nu zit hij hier dag in dag uit in zijn eentje voor het raam te verpieteren. Op een dag rijden Karel en zijn maat  in een legerjeep een Koreaans dorpje binnen. Er klinkt een mitrailleurschot, vanuit een dicht begroeid moerassig gebied. Zijn maat, die de jeep bestuurt, is op slag dood. Stuurloos rijdt de jeep een schoolpleintje met spelende kinderen op … drie kleuters worden platgereden,  morsdood. Karel mankeert lichamelijk niks.’

Karel zijn zus ziet dat Indonesische vrouwtje zo’n beetje als het allerlaatste redmiddel. Misschien dat hij minder gaat drinken met een vrouw in de buurt. Misschien dat we de sociale, gezellige Karel dan ook weer eens te zien krijgen. Daarom helpt ze hem hier financieel mee.’

Sinds kort heb ik er een kat bij. Een kater en wat voor een. Kennissen van mij kunnen hem niet aan. Hij is te dominant. Daarom zit hij nu bij mij. Joep heet hij. Nog niet eerder heb ik zo’n grote, zware kater gehad. Hij weegt bijna twaalf kilo en is zo groot als een volwassen pitbull. Ik moet toegeven dat dit nieuwe huisdier me fors tegenvalt. Mijn andere kat, Hanny, een normaal formaat lapjeskat, moet niets van die grote bullebak hebben. Zij blaast uit alle macht naar Joep als hij in haar buurt komt maar het maakt op hem geen enkele indruk … als Hanny niet oppast krijgt ze nog een flinke optater met die tijgerklauw van hem. Uit angst voor zware mishandeling durft mijn kleine Hanny ook niet meer op de kattenbak, die nu immers ook de kattenbak van Joep is geworden. Tsja, ik kan het Hanny dan ook niet kwalijk nemen dat ze nu elders in huis haar behoeften doet.

Karel hoort mij tegen mijn andere huisgenoten mopperen over Joep. Hij vindt Joep een leuk beest, heeft hem al een paar keer over de trap zien lopen en hem over zijn grote kop geaaid: ‘Als je hem niet meer wil, dan wil ik hem wel,’ bromt Karel.

Dit fantastische aanbod kan ik niet afslaan: ‘Oké, Karel, Joep is van jou!’