Posts tonen met het label kordaat. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kordaat. Alle posts tonen

vrijdag 28 juli 2023

GETILD.

Een harde schreeuw en tegelijk gekletter van metaal op steen. Het is spitsuur op de Beukelsdijk. Ik fiets ter hoogte van de Statentunnel. Tussen vrachtverkeer, autobus, personenauto’s en fietsers door ligt aan de overkant, op het fietspad een donkere jongeman onder een fiets. Met een verbouwereerd gezicht krabbelt hij op. Kijkt in het rond of de schuldige aan de valpartij nog in de buurt is. Vervolgens bekijkt hij zijn  beschadigde fiets.

Misschien dat ik die knul ergens mee kan helpen. Ik ga naar hem toe. Het duurt erg lang voor het stoplicht op groen springt dus knal ik met m’n eigen fiets door rood.  Wat je helaas zo vaak ziet: voetgangers en fietsers rijden in een keurig boogje om hem heen alsof er niks loos is.

Hij sleept zijn fiets het trottoir op. Ik ben bijna bij hem. Mijn fiets zet ik tegen de tunnelwand.

‘Ben je gewond?’. Wat een stomme vraag, zeg, want ik zie overduidelijk dat zijn linkerknie en zijn  rechterelleboog bloeden. Wat ik eigenlijk wil weten is of hij wat gebroken heeft. Hij spreekt goed Nederlands.

Uit mijn fietstas haal ik de verbandtrommel pak.

‘Nee meneer, dank u wel, dat hoeft echt niet, ik ben hier vlakbij huis en mijn moeder is verpleegster.’

‘Het is wel belangrijk dat die wonden snel ontsmet worden.’

‘Ja eh … Nee, bedankt, dat doet mijn moeder ook dadelijk wel.’

Ik dring niet verder aan; hij vertrouwt dit zijn moeder duidelijk meer toe.

Dan stapt er opeens kordaat een dame op de jongen af. Ze negeert mij en duwt me zelfs opzij:

‘Je hebt een flinke smak gemaakt.  Ik kwam aanlopen en zag het  vlak voor mijn neus gebeuren. Gaat het een beetje, jongeman?’

Hij knikt.

Dan richt ze zich tot mij: ‘Meneer, ik waardeer het bijzonder dat u deze jongeman te hulp komt; dat gebeurt nog maar zo zelden tegenwoordig. Veel succes ermee, hè.’ En weg was ze.

Het zou me niet verbazen als de jongen uit Nigeria kwam, met zijn zeer donkere huidskleur en een gezicht met duidelijk Europese trekken.

Als Ik hem vraag of hij niks gebroken heeft, haalt hij zijn schouders op:

‘Ik weet het niet. Ik heb nergens pijn, dus zal er niks ernstigs aan de hand zijn.’

Met een beteuterd gezicht staart de jongen naar zijn fiets. Het ding dat op het trottoir ligt, lijkt in de verste verte niet meer op een fiets. Het frame is gebroken. Hoe dat kan? Simpel. Een junk verkoopt hem die fiets voor tien euro. Bij Centraal. Nog geen tien minuten geleden.  De fiets ziet er mooi uit … zit goed in de zwarte verf. De zwakke plekken zijn door die junk slim gecamoufleerd … toch crasht de fiets  binnen de kilometer, vier minuten rijden van Centraal.

De jongeman kan niks anders doen dan het fietswrak bij de Statentunnel achterlaten. Ik bel de Roteb wel even om het op halen.

‘Ik ga naar huis, meneer. Dank u wel nog.’

‘Graag gedaan, jongen. Hoe heet je?’

‘Abayomi’.

‘Oké! Mijn naam is Jos. Tot ziens Abayomi.’

maandag 20 maart 2023

HET ALLERLEKKERSTE MOMENT VOOR EEN SIGAARTJE.

Nadat ik gestopt was met roken, haalde ik me van alles en nog wat  in mijn hoofd. Kan ik nog wel een beetje normaal leven leiden zonder mijn sigaartje ‘voor …  tijdens … of nadien’?

Een boek lezen?

Een stukje schrijven?

Gezellig babbelen met collega’s?

Iemand vriendelijk te woord staan?

Geconcentreerd auto rijden, fietsen, lopen?

Geduld hebben met de irritante medemens?

Uit eten?  Ook: gewoon thuis eten?

Naar een voetbalwedstrijd (kijken)?

De hele nacht doorslapen?

Rustig in slaap vallen?

Op verjaardagsvisite?

Mijn bed uitkomen?

Een kopje koffie?

Vergaderen?

Iets vinden?

Poepen?

De tijd zal het leren. Want: ik ben nu eenmaal gestopt. Mijn laatste sigaartjes maakten me misselijk … bezorgden  me hoofdpijn, pijn aan mijn keel, een schraal gevoel in mijn mond, op mijn tong, aan mijn lippen en bovendien merkte ik, dat ik te weinig zuurstof binnen kreeg. Dus het was prima om te stoppen.

‘Ik heb die twintig sigaartjes per dag he-le-maal niet nodig,’ zeg ik kordaat tegen mezelf.‘ Al zal het stoppen niet meevallen. Vijftien jaar ben ik nu verslaafd geweest aan de teer en nicotine. Niet meer dan logisch, dat mijn lichaam flink gaat opspelen wanneer het die stoffen niet meer binnen krijg.

Ik zal zonder twijfel afwezig zijn, chagrijnig, agressief en misschien soms een beetje depri. Hoofdpijn krijg ik en een uitgedroogde strot. Veel stemmen in mijn hoofd zullen me, in alle toonaarden, wijs maken, dat roken geen kwaad kan: 'pak toch weer eens lekker een cigarillootje, jongen, dan gaat het vanzelf beter met je.'

Het sigaartje deed me op het laatst geen goed meer, dus hield ik er mee op. Ik moest weerstand bieden aan de kwelduivels in mijn kop, die mij een wonderschone gezonde toekomst in het vooruitzicht wilden stellen, ook als ik weer ging  roken. Ik moest die demonen gewoon laten uitrazen en volharden in wat ik wilde: stoppen.

Het zal zijn tijd nodig hebben om het  nicotinegehalte in mijn bloed tot nul te reduceren. Bevreesd bedacht ik me wat er allemaal op me af zou komen. Hoe zal dat gaan? Na het eten bijvoorbeeld: het toch op-één-na-lekkerste rookmoment, dat ik me kan bedenken. Als ik vóór een maaltijd al weet dat ik erná niet mag roken, verword ik tot een tobbende 'met lange tanden’ eter'. Het op-één-na-lekkerste lekkerste rookmoment bestaat dan voor mij niet meer. Daartegenover staat dat ik veel meer lucht krijg. De schraalheid in de keel verdwijnt, alsmede de hoofdpijn. Bovendien scheelt het me een hoop geld. Ongeveer 50 euro per week. Tweehonderd per maand. De moeite waard toch?!.

Jarenlang rook ik inmiddels niet meer. Tien kilo zwaarder en duizenden euro’s rijker. Dat wel. Al die hierboven genoemde zaken, ik denk er niet meer aan. Het roken is volledig uit mijn systeem verdwenen.  En, als gevolg daarvan is ‘gezonder, hygiënischer, netter, frisser,’ mijn leven stukje bij beetje gaan domineren.

Bewegen doe ik meer: met mijn snelle sportfiets pak ik wekelijks zo’n driehonderd kilometer. Ik poets mijn tanden weer dagelijks, … nu heeft het weer zin.  Mijn kleren ruiken altijd lekker fris. Mijn  plafond blijft wit. De gordijnen blijven verbazingwekkend lang schoon. (Roken is immers héél slecht, vooral voor de gordijnen). Koffie heb ik door thee vervangen. Vrij snel vroeg mijn lichaam al niet meer naar nicotine na een kopje Earl Grey-thee.

Niet roken na het eten: wat een kwelling was dat! Drie maanden duurde die kwelling. Nu taal ik niet meer naar dat sigaartje.

Niks lekkerder dan een rokertje na een fijne vrijpartij. Bij uitstek hèt allerlekkerste rookmoment vond ik en menige man zal me dat na zeggen. Tegelijk met roken ben ik echter ook gestopt met vrijen. Wáárom zou ik überhaupt nog beginnen aan een lekkere vrijpartij? Zonder dat sigaartje achteraf, had ik daar geen enkele behoefte meer aan.