Posts tonen met het label kleurrijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kleurrijk. Alle posts tonen

dinsdag 17 januari 2023

FLOWER - POWER.

 Aanstaande zaterdag heb ik  een swingfeest in de sfeer van flower-power. Ik moet wel erg diep in mijn geheugen graven om er weer achter te komen, hoe hip een hippy er ook alweer uitzag. Eind zestiger, begin zeventiger jaren was het toch? Alweer meer dan vijftig jaar geleden. Wat ik me vooral herinner is de opvallend kleurrijke kleding, de kettingen en kraaltjes. Mijn vriendin Andrea liet me afgelopen zaterdag enthousiast een truitje zien dat ze op de kop had getikt: een grijs t-shirt met daarop in bruine letters de woorden ‘love’ and ‘peace’.  Alleen die wóórden hebben wat met de flower-power te maken, maar dat grijs en bruin zijn niet bepaald hippe kleuren. Dinsdag ga ik even naar de markt om wat te scoren voor het feestje van zaterdag.  Ik wil sowieso gaan in een zwart t-shirt, een spijkerbroek met wijde pijpen en een kleurrijk gilletje. Verder heb ik nog een rood leren jasje dat goed bij die outfit past. Eigenlijk wil ik alleen een paar sjaaltjes kopen, één voor om mijn hoofd, zoals Keith Richard ook vaak heeft en misschien neem ik er ook nog een voor om mijn nek.

Voorlopig ben ik nog niet op die markt aangeland. Het is lekker weer, ik voel me fit dus ik maak een lekker ommetje. Via die prachtig groene  Crooswijksesingel, waar ik me zowat in een parkje waan, wandel ik over de drukke Oudedijk en sta, zonder dat ik er erg in heb voor het bejaardenhuis ‘de Nieuwe Plantage’. Tja, mijn vader woonde daar. Hij is daar ook overleden. November was het dertien jaar.  Heel onverwachts was het. Een broer van me wilde bij hem op bezoek gaan.  M'n vader deed niet open … terwijl mijn broer zeker wist dat hij thuis was … zijn voordeur werd geforceerd, ik weet  niet meer precies door wie of het nou mijn broer was of een politieagent, dat doet er ook niet toe. Het was snel duidelijk dat hij dood was. Een natuurlijke dood. Hartstilstand.  Nu ik zo voor dat bejaardenhuis sta, zie ik hem weer even helemaal voor me: als een lieve, rustige, oude man …. vreemd, want voor mijn gevoel is hij zo eigenlijk nooit geweest.

Ik plof even neer op een bankje naast ‘de Nieuwe Plantage’. Op een bankje verderop zit een jongeman van een jaar of twintig. Hij is bezig een joint te draaien … (hé, dat blowen is toch ook begonnen in de hippytijd, schiet me ineens te binnen) … Ik groet hem. Hij groet mij terug: ‘Goedemiddag meneer’.

Over mijn bankje hangt een goor groen colbertje met  smeerolievlekken en vogelpoep.

‘Is dat jasje van jou?’ vraag ik, besmuikt lachend.

‘Nee hoor, meneer, dat is mijn jasje niet.’

O, shit, geeft hij nog zo netjes antwoord ook, op die stomme vraag van mij! Genant.

Ik had hem die vraag nooit moeten stellen.

 Ik vertel hem over mijn vader; hij zegt dan:

‘Ja, zo gaat het in het leven. De dood hoort er bij. Iedereen gaat een keertje dood, hè meneer’,  en hij neemt een flinke haal van zijn joint.

‘Ja, zo is het,’ zeg ik. Ik vraag me af of ik me nog zal excuseren voor die lullige vraag aan hem over dat jasje; ik besluit het maar zo te laten.

‘Tot ziens, hè.’zeg ik.

‘Tot ziens meneer.’

Ik vervolg mijn weg naar de markt.

Op de markt kom ik langs een kraam waar de mooiste sjaaltjes te koop zijn; talloze kleurrijke sjaaltjes in een grote bak. Ik ben een tijdje bezig een hippe sjaal uit te zoeken, als ik de verkoopster van de kraam hoor zeggen, dat ze maar één euro per stuk kosten. Laat ik eens gek doen, dan neem ik er drie. Knoop ik zaterdag ook nog een sjaaltje om mijn bovenbeen.

maandag 14 november 2022

WANDELEN MET SONJA.

Ik ben in het Kralingse Bos met 'Wandelen met Sonja', de wandelclub. ’t Is één uur. Elke maandagmiddag, als het ten minste niet hard regent, wandelen we. We lopen niet alleen maar door het Kralingse Bos. Soms verzinnen we met elkaar ook wel eens andere bestemmingen. Zo zijn we al eens naar Maassluis, Schiedam, Vlaardingen en Gouda geweest.  Nee, we zijn daar niet heen gelópen natuurlijk. We namen dan eerst de metro of de trein om daar te komen.

Op deze maandagmiddag  ‘zitten’ we dus in het Kralingse Bos. We treffen het in alle opzichten.  De lucht is strak blauw. Het is dus zonnig. Wind is er niet. Zowel  áán de bomen als tùssen de bomen en op de paden liggen de meest kleurrijke bladeren. Verscholen tussen die bladeren staat een pracht aan paddestoelen:  vliegenzwam, elfenbankjes, rodekoolzwammen, eekhoorntjesbrood en nog veel meer.

Vandaag zijn we met zijn zevenen. Drie wandelaars zijn er vandaag niet bij. Ze hebben wat anders te doen. Het is ook niet verplicht om elke maandag mee te lopen.  De  ‘small talks’ vieren hoogtij. Het gaat vanmiddag in mijnomgeving over cabaret, bioscoopfilms, medicijnen en stoornissen.

Vorige week ben ik naar de cabaretgroep ‘Rundfunk’  geweest. Daar vertel ik over aan Marianne. Het was grandioos. Absurdistische humor: een  sadistische cipier, die een ter dood veroordeelde treitert:  ‘Sorry, de elektrische stoel is defect.’ De ter dood veroordeelde  is dolblij. Zegt de cipier: ‘De executie gaat wel gewoon door. Het duurt alleen zes uur langer eer je dood bent.

Ik vertel ook nog over een andere act van Rundexecutiefunk: twee op de bus wachtende  mannetjes hebben het tien minuten over het weer. Het ene cliché volgt na het andere. Heel hilarisch:

‘ik ben te warm gekleed.’

‘Ja, het is inderdaad niet zo koud als voorspeld.’’

‘Volgens het Journaal zou het gaan regenen.’’

‘Ja, daarom heb ik mijn plu maar meegenomen,

‘Maar volgens mij is er nog geen druppel gevallen.’

‘Zo aan de lucht te zien blijft het voorlopig gewoon droog.’ En zo gaat het tien minuten door.

Tussen de bladeren en de paddestoelen in het bos detoneren de tientallen verfrommelde papierenzakdoekjes. Echt last hebben we er niet van. We realiseren ons dat het verschijnsel ‘homo-afwerkplaats ‘ nog steeds actueel is.  Vroeger hoorde ik geregeld dat er stoere mannen met honkbalknuppels  zich hier verzamelden om homo’s in elkaar te slaan. Gelukkig is dat niet meer aan de orde, naar ik hoop.

Irene en ik praten over films. Ik ben een liefhebber van filmhuisfilms, vaak een beetje psychologiserend, somber, schokkend spannend. ‘Zee van tijd’ is zo’n film. Irene houdt meer van vrolijke, amusementsfilms romcoms zoals ‘Ticket to Paradise’. In die filmhuisfilms leeft ze te zich te veel in, wil ze ingrijpen, wordt ze boos. Wordt haar te vermoeiend.

We genieten vlakbij het hertenkamp nog even van de mooie volière met schattige kleurrijke (voor mij onbekende) vogeltjes.  

Sonja verklapt me, dat ze zo min mogelijk medicijnen slikt. Al die medicijnen vindt ze maar slecht voor haar nieren. Tegen corona neemt ze ook niet àlle prikken. Ik wel, heb ze alle vijf al  op. Ik vertel Sonja ook over de pillen die ik elke dag wel móét slikken. Ik ben namelijk bipolair; die pillen moeten me in balans houden.

’t Is bij drieën. Wat frisser inmiddels. We zijn aan het eind van de prachtige boswandeling. Bij de Nagtegaal drinken we nog wat. Ik neem een pilsje, de anderen doen wat warms.