Posts tonen met het label huppelen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label huppelen. Alle posts tonen

donderdag 29 december 2022

DE ROEPING.

 

Hoe helder staan ze me nog voor de geest, de eerste momenten van mijn clownsroeping! Ik ben  dan bijna tien jaar en zo af en toe speel ik Clowntje Hebbes. Met een kleurpotlood maak ik mij neus rood. Ik trek een oude jurk van mijn moeder aan, de grote werkschoenen van mijn vader (met die stalen neuzen) en ga er en mee door ons huis lopen stampen. Mijn broertjes en zusjes (het zijn er zeven) huppelen mee. Meestal doe ik dat als mijn moeder niet thuis is. Het mag niet van haar; ze is bang dat de buren boos worden.

‘Sapperdeflapperdeflap’, zeg ik, want zo praten alle clowns toch en ik laat me dan expres zó vallen dat het me net geen pijn doet. Even ga ik heel hard namaak liggen huilen. Mijn broertjes en zusjes moeten er hard om lachen als ik daar zogenaamd lig te huilen. Dan sta ik weer op, maak ‘zieke vogel geluiden’ en ga overdreven mank lopend, stampvoetend de kamer door. Op één schoen want die andere ben ik de val verloren.

De benedenburen hebben last van ons. Ze stampen met een bezem of zoiets  tegen hun plafond, in de hoop dat wij kalmeren. Dat gebeurt niet, want ik ben de clown, dus spring ik bij elke bezemslag van de buren omhoog en kom met vaders stalen neus hard op ons zeil.  Mijn jongste broertje, dat nog maar net kan lopen,  komt achter me aan met mijn verloren schoen. Ik steek mijn hand in die schoen. Ook in die andere schoen stop ik een hand. Ik ga in die schoenen op mijn handen lopen.

 Het jurkje van mijn moeder valt nu bijna over mijn hoofd en op mijn rode neus. Ik loop in mijn onderbroek. Met mijn blote benen maak ik spartelende bewegingen. Mijn zusjes en broertjes  komen niet meer bij van het lachen.  Ik kan eerlijk gezegd ook mijn lachen bijna niet houden. Hoe kom ik er op, denk ik wel eens. Nu zing ik, nog steeds lopend op mijn handen een vrolijk lied:

 

Clowntje Hebbes is zo leuk

We lachen ons steeds weer een deuk

Hij maakt de vreemdste capriolen

En eet vandaag, ja heus, twee  witte gladiolen.

 

Ik pak twee witte gladiolen uit de bloemenvaas en peuzel die lekker op, met wat peper en zout. ‘Lekkerdelekkerdelekker’. Ik dans dan, met de schoenen weer aan mijn voeten, een vrolijke dans en roep: ‘Joppiedepoppie! Joppiedepoppie!’ En: ‘Allemaal! Allemaal!: ‘Joppiedepoppie’ en we stampen, dansen, maken gekke geluiden, lachen en zingen … Ooo Clowntje Hebbes is zó gràppig èn …  ondeugend ook.

Als onze moeder dan nog niet thuis is èn er voldoende vliegen in ons huis rondvliegen of op het raam zitten, oefen ik een nieuwe act: met elastiekjes vliegen doden.  Dat valt nog niet mee. De act duurt daarom nogal lang. Soms wel een half uur. Mijn broertjes en zusjes zien het graag. Ze gaan helemaal uit hun dak, als een vlieg gedood wordt. Ze vechten er dan om wie hem mag opeten.

Later lees ik in een medisch tijdschrift hoe ongezond dat is . Ook dat met die gladiolen kan ik er voortaan maar beter uitlaten. Dan gooi ik er dan ook uit.

Die clownsroeping is toch niet krachtig genoeg geweest. Ik kom er wel een beetje in de buurt. Goochelaar ben ik uiteindelijk geworden. Met vliegen. Die heb ik er in gehouden.