Posts tonen met het label fresia's. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fresia's. Alle posts tonen

maandag 13 november 2023

SERIE: OPA & OMA DEEL 10: BIECHTEN

Serie: ‘Oma en Opa’.

==============

EERDERE DELEN VAN DE SERIE ‘OPA & OMA’ NOG EENS LEZEN? DAT KAN.

Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden. 

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te lezen. 

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je weer terug bij het meest recente verhaal.

====================

Deel 10: Biechten

Wat vooraf ging:

Oma Maria heeft open benen. Opa is onbetrouwbaar met zijn kleinkinderen.

Maria is na verkracht te zijn zwanger. In Den Bosch, haar woonplaats, is abortus taboe.  Ze wordt ‘opgeborgen’ in een nonnenklooster. Na de bevalling  kan ze wonen en werken bij rijkelui. 

Maria verlangt naar haar baby; ze breit zelf kleertjes. Ze maakt de kamer van hoofdzuster Wijnaldia schoon. Ze verdient wat om wol te kopen. Maria moet de  leugenachtige Wijnaldia, die haar brutaal aanrandt, ontvluchten.

Wijnaldia trekt uit nijd breisels van Maria uit elkaar. ‘Collega’ zuster Ephraïm, lief en behulpzaam, ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen met haar gaat ze op zoek naar nieuwe babykleertjes. 

Maria baart Kareltje. Ephraïm, regelt woonruimte en werk voor Maria, bij de familie in ’t Hout in Schiedam. De familie is goed voor Maria. Met hun oudste dochter, Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt schoonmaken. Dat gaat niet altijd goed. 

En  … komt meneer in ’t Hout in haar buurt … dan voelt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … en ook verward. Euforische, neerslachtige en schuldgevoelens wisselen elkaar af.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk brengen voor meneer in ’t Hout. Mevrouw is lief voor Kareltje. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel dat haar beroert.  Woedend is ze op zichzelf om het lelijks dat ze mevrouw in ’t Hout hartsgrondig ‘toewenst’.

Maria verzwijgt haar huisarts dat ze zichzelf toegetakeld heeft. Ze blijft verliefd op meneer in ’t Hout en tegelijk vecht ze daartegen. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt. Ze eindigt bij meneer en  mevrouw in ’t Hout in bed.

Maria droomt, slaapt diep, terwijl Kareltje ligt te brullen. Maria hoort niks. De in ’t Houts worden uit hun slaap gehaald. Ze zijn ontstemd. ‘Dit is eens maar nooit weer’, dreigt meneer in ‘t Hout. Maria’s verliefdheid ebt weg.  

=================

Deel 10: Biechten.

Maria schuift het gordijn opzij. Het is nog zo vroeg en zo donker. Het raam is beslagen.  Door het duister en de aanslag op het raam heen ziet ze een onherkenbaar figuur springen. Ze hoort hem of haar wel wat roepen maar wat precies hoort ze niet. Eerst Kareltje even in zijn bedje leggen dan kan ze het raam omhoog schuiven. Gebonk op het raam. Tot haar verbazing ziet ze dat het Joop Kikkerds is die daar opgewonden staat te doen.

‘Maria, Maria, Ik ben het Joop, van Moerlandt Drukwerk!’

‘Ja,  ik herken je heus wel,’ en … heel vals, denkt ze er meteen achteraan: ‘hoe zou ik zo’n lelijke kop ooit kunnen vergeten,’  …. maar gek genoeg heeft die lelijke kop  tegelijk ook wat vrolijks.

‘Doe de deur even open Maria, ik heb hier wat voor je.’

‘Geef maar door het raam, wat je daar hebt.’

‘Tuurlijk, alsjeblieft Maria,  voor jou. Daaaaag'. En weg is hij.’

Bloemen en een brief geeft Joop. Lief bosje bloemen: gele en rode fresia’s, ze is dol op dat bloemetje. Dan die brief. In een enveloppe van Moerlandt Drukwerk. Maria is verbaasd over het mooie handschrift van Joop:


                                                                                  Schiedam, 16 november 1920

Beste juffrouw Maria,

Ik geef u deze bloemen omdat ik u een friendelijke en ook mooie dame vint.

Wij zijn denk ik ongefeer van de zelfde leefteit en U bent dacht ik net als ik ook alleenstaant, dus denk ik dat wij samen iets zouden kunnen doen. Op een zondag mischien. Ik ben jammer genoeg zelf niet moeders mooiste maar  ik ben wel iemand waar u mee kunt lachen en op kunt vertrouwen.

Deze zondagmiddag zit ik op steildansen dat is ook iets leuks om samen te doen. Maar dan moet u een oppas hebben voor uw kindje.  Op zondagmorgen kunnen we wandelen bij goet weer; dan kan die kleine mee in de wandelwagen; dan heeft u ook geen oppas nodig.

Ik ben beniewt of u ook iets samen met mij wilt doen.


                                                                                                          Met vriendelijke groeten,

                                                                                                          Joop Kikkerd

  

‘Mooie, aardige brief;  wemelt wel  van de stomme fouten,’ dacht Maria, ‘wat moet ik met zo’n man? Ik ga gewoon een paar keer met hem wandelen. Merk dan gauw genoeg of het wat is voor mij.’

Maria gaat deze middag naar de Liduinakerk om te biechten. Mevrouw van ’t Hout past op Kareltje. Maria wil biechten bij pastoor Rotobst, die heeft Kareltje gedoopt. Ze moet lang wachten voor het biechthokje. Gefluister, gebrom,  gesnik en zwaar gehoest klinken uit het biechthokje. Een dame op leeftijd komt snotterend het hokje uit.

Maria is aan de beurt. In het biechthokje knielt ze; haar neus drukt zowat tegen het oor van de pastoor; een gevlochten scheidingswandje zit tussen hun gezichten in. Maria herkent het meteen: de adem van deze Schiedamse pastoor ruikt precies hetzelfde als die van de pastoor uit Den Bosch: jonge jenever.

Ze biecht op dat ze tot over haar oren verliefd is geweest op een getrouwde man. De liefde is over.  De man weet helemaal van niks.

‘Twee weken’, antwoordt Maria, op de vraag van de pastoor hoelang haar gedroom geduurd had.

De pastoor zegt: ’Er zijn ergere dingen, meisje. Bid een Oefening van Berouw. Da’s genoeg.’

‘Iets anders, meneer Pastoor, mijn zoontje is vannacht uit zijn bed gehaald en naast de wc neergelegd, met veel wc-papier over hem heen. Niemand in huis wist er iets van.’

‘Hoe kan ik er dan iets vanaf weten, meisje,‘ vraagt meneer pastoor, ‘dit is geen zonde van jou, meisje, dit is werk van de duivel.’

Maria zat nog wat te bidden voor de biechtstoel. Pastoor  Rotobst komt uit het biechthokje,  kijkt haar zorgelijk aan en zegt: ‘Ik kom snel bij je op huisbezoek, meisje.’



Morgen:  Deel 11:  Vriendje Joep

zaterdag 7 mei 2022

BRIEF UIT DE HEMEL

 Ik dacht, laat ik ter gelegenheid van moederdag eens wat van me laten horen. Uit de hemel natuurlijk; dat hadden jullie toch wel gedacht, hè. Het is al weer jaren geleden dat ik jullie verliet maar ik ben jullie nooit vergeten. Hoe kan het ook anders: elke moederdag kreeg ik van jullie de allermooiste bosjes fresia’s. Mijn lievelingsbloemen.

Er gaat geen dag voorbij of ik ben weer even bij jullie allemaal langs geweest. Daar merken jullie niks van. Dat hoeft ook niet. Dat zou jullie te veel  afleiden van het drukke leven dat jullie vandaag de dag hebben. Ik heb hier tijd genoeg om van jullie te genieten. Ik ben hier niet de enige ziel die jullie kennen. Pa en Martin zitten hier ook al weer een tijdje. Dat weten jullie vast ook wel. Met de ziel van Pa heb ik niet zo veel contact, hij is alsmaar op zoek naar de zielen van topvoetballers. Hij heeft tegenwoordig veel contact met ene Cruijff en een zekere Coentje …  Jullie weten, ik geef niet zo veel om die sport. Ik ken die voetbalzielen niet zo. Tot nu toe is Martin, het enige kind van mij, dat hier als ziel rondwaart. Hij is dolblij dat hij van zijn gehandicapte lichaam en geest verlost is. Hij is echt onherkenbaar. Absoluut geen zielige ziel. Martin en ik zijn vaak samen. We halen de schade in.   

Het is destijds bij mijn vertrek allemaal zo snel gegaan.  Ik vond het fijn dat jullie vaak in mijn buurt waren. Jullie, mijn kinderen, zijn gelukkig allemaal nog  zo gezond. Jullie zullen vast veel ouder worden dan ik. Dat gun ik jullie ook van harte.  Van jullie kinderen, mijn kleinkinderen, dus,  geniet ik volop. Prachtig ook, al die schattige achterkleinkinderen. Vergeef me alsjeblieft dat ik niet alle namen weet te noemen. Ik merk nu, dat ik, zelfs als ziel, al tegen mijn grenzen aan zweef.

Weet je wiens ziel ik hier ook regelmatig  tegen kom? Die van mijn moeder;  jullie oma van mama. Zij had toch altijd zo’n last van haar benen? Weet je nog? Nou, je moet haar hier eens zien springen en swingen.  Die wil hier nooit meer weg en dat hoeft natuurlijk  ook helemaal niet.

Ik ga hier ook niet meer weg; ’t is hier fantastisch! 

Blijf hier  voorlopig nog maar even weg, hoor.  

Ik zie jullie wel verschijnen, als het zo ver is.

 

Veel liefde en geluk wens ik jullie toe.

Dag allemaal.  

Ma