Posts tonen met het label flauwekul. Alle posts tonen
Posts tonen met het label flauwekul. Alle posts tonen

dinsdag 18 oktober 2022

EEN LEKKER GEURTJE.

Met een min of meer bevriend stel, Rieks en zijn vrouw Beppie, doe ik ergens in mei 1983 mee aan een geheel verzorgd meditatieweekend in een gehucht boven de stad Groningen. Carola, mijn vrouw heeft geen zin in ‘die flauwekul’ zoals ze het noemt en het lijkt mij eerlijk gezegd ook drie maal niks maar Rieks heeft net zo lang aan mijn kop lopen zeuren, tot ik ‘oké’ zeg: ´Schrijf me dan maar in joh, zeikerd´.

Twee nachten blijven we slapen op een tot meditatiecentrum omgebouwde boerderij. Het is zo’n 'tachtiger-jaren-weekend' met volop wierook, veganistisch eten, allerlei soorten kruidenthee en surrogaat koffie. Enigszins van slag door de alternatieve sfeer, loop ik aarzelend wat rond te neuzen.

Opeens komt Beppie enthousiast op me afgerend, vliegt me om me nek en drukt zich stevig tegen me aan; haar benen klemt ze om mijn bovenbenen: ´O, Jee, ik vind je toch zo´n lieverd!´.

Ik ben er  helemaal beduusd van. Terwijl zij aan mijn lijf hangt, zie ik Rieks even verderop surrogaat koffie proeven. Ik weet niets beter te doen dan haar maar een beetje vast te houden, een beetje onbenullig, een beetje knullig. Ze zoent me op beide wangen, vol op mijn mond, springt van me af en samen lopen we naar Rieks, die duidelijk staat te genieten van zijn bakkie slootwater.

Beppie heeft een lekker lijf:  volslank, stevige ronde borsten, dito billen, slanke benen maar een uitgesproken lelijke kop met ultra dunne lippen en een brilletje. Ze heeft halflang blond haar; dat dan weer wel. Haar stem is zwoel, rustgevend en contrasteert met de  bijna hysterische blik in haar spleetoogjes. Een spontaan type.  Ze is kleuterleidster. Ik had haar één keer eerder gezien. Op ons werk. Ze kwam Rieks ophalen. ‘Hoe is het mogelijk dat zo’n leuke vent als Rieks op zo´n lelijk wijf valt’.

Om een lang verhaal wat korter te maken: midden in de nacht kruipt Beppie (ik herken haar stem) bij mij in mijn slaapzak. Ze heeft een lekker geurtje op (Chanel nr5?). Haar lichaam voelt zacht en warm. Zo in het donker slaagt ze er in een handomdraai in, me op te winden. Beppie is ook razendsnel op temperatuur en dat maakt dat we een kort maar krachtig  feestje vieren op die zolder. Even snel als ze bij me is, verdwijnt ze ook weer: ´Ik ga weer naar Rieks, bye, bye, Jee.´

Ik ben zelf niet zo´n ervaren overspeler. Ik hou eigenlijk helemaal niet zo van dat spelletje, dat vrijwel altijd alleen maar verliezers kent. Maar Rieks en ik gaan op het werk zoals gewoonlijk met elkaar om. Alsof er niks gebeurd is. Hij wéét waarschijnlijk ook van niks … of wel …en voert hij onverhoopt iets in zijn schild … om mij terug te pakken. Dat kan ik haast niet geloven.

Een week of zes later op het werk, we zitten aan de koffie, zegt Rieks, dat sinds het meditatieweekend zijn relatie met Beppie sterk verbeterd is. ‘Het klinkt misschien raar, Jee,’ zegt hij tegen mij, ‘maar ik wil jou daar toch even voor bedanken, want mede dankzij jou is dat weekend zo’n succes geworden voor ons.’

Een opgewekte Rieks komt op de zaak met een doos tompoezen: ‘Beppie is zwanger, Jee … eindelijk … ik heb het er hier nooit over gehad … we waren al drie jaar bezig … tevergeefs …  maar nu … in februari is ze uitgerekend. ‘Geweldig Rieks van harte! Feliciteer Beppie óók van me!´ 

Op 23 februari  komt hun dochter Chantal ter wereld.

´Wat een lekker mollig poppetje,’  zegt mijn Carola, als  we op kraamvisite zijn.  ‘Ik kan alleen echt niet zeggen op wie van jullie ze lijkt’.. en in een flits kijkt mijn vrouw me héél indringend aan: ’Wat vind jij, Jee?’ 

’Sprekend de melkboer’, zeg ik gekscherend. En daar moeten we alle drie hartelijk om lachen.

donderdag 1 september 2022

MIJN LEUKSTE TANTE IS EEN NON

 

Ik hoor net dat tante Ludy is overleden. Zij is mijn meest geliefde tante.  Tante Ludy is de jongste zus van mijn moeder. In de vijftiger jaren zit ze in een klooster in Brabant. Rosmalen.  Ze is een non. Rooms-Katholiek. Ze heet ook ineens anders, we moeten haar zuster Ephraïm noemen maar aan die flauwekul heb ik nooit meegedaan. Eéns tante Ludy blijft tante Ludy, klaar!

Ze is belangrijk voor me omdat ik voel dat ze zich voor me interesseert. Dat doet me goed. Kijk, van mijn vader heb ik tot mijn dertiende nooit zo veel meegekregen. Ik zie hem haast nooit. Hij werkt hard, als  pantrybediende op cruiseschepen van de Holland Amerika Lijn. In de schaarse tijd dat hij thuis is produceren hij en mijn moeder nog één broertje en drie zusjes, dat wel. Maar meestal ligt hij,  als hij zo af en toe eens een keertje thuis is, meer bij te komen van zijn zware werkzaamheden, dan dat hij zich met zijn kinderen bezighoudt. Hij is een wat norse man, die het niet in zich heeft om de aandacht te geven, die ik als kind nodig heb; noch in woord noch in gebaar.

Mijn moeder heeft het begrijpelijk ontzettend druk met haar vijf kinderen. Ze is een heel lieve vrouw en zorgt goed voor haar kinderen maar voor echte warmte en aandacht heeft ze het gewoon te druk. Alles in en rond het gezin moet veel te ‘vlug-vlug’ worden afgehandeld. Als ik nu terugkijk denk ik wel eens dat mijn moeder méér verlangt naar aandacht vàn mij dan dat zij die aandacht kan geven áán mij.  Ik schrijf dit niet op om mijn ouders af te zeiken of om medelijden op te wekken of zo. Geenszins. Het is nu eenmaal niet anders en het verklaart hoe blij ik ben met iemand als tante Ludy . Zij is een welkome aanvulling op mijn ouders.

Tante Ludy, zoals gezegd, de jongste zus van mijn moeder, is  dan voor mij  belangrijk.  Ze schrijft me hartelijke, zeg maar gerust  lieve brieven met foto’s van haarzelf en de tuinen van het klooster. Soms kleurt ze zelf de zwart-wit foto’s, met name foto’s met bloemen, mooi in. Ze leert me ook de namen van al die bloemen.

‘Hoe gaat het op school, jongen?’, vraagt ze me en ze daagt me uit, nu ik kon lezen en schrijven ook haar eens een briefje of verhaaltje te schrijven. Of ik al goed kon keepen op de voetbalclub, wil ze weten en ze vraagt of ik haar eens kom opzoeken in Brabant. Ze heeft tijd. Voor mij alleen. Ze stelt me vragen en vertelt me dingen waar bij mij thuis geen tijd voor is.

Op de schoorsteenmantel bij ons, staat een foto van haar. Een open, vrolijk lachend gezicht van een vitale krachtige jonge vrouw. Grote stralende ogen achter een ietwat strenge bril, met donker montuur. Haar haren en oren aan het gezicht onttrokken door haar nonnenkap.

Die warmte en opgewektheid straalt ze ook uit als we zo af en toe bij haar op bezoek zijn in het klooster. Ze geniet zichtbaar van ons; ze neemt ruimschoots de tijd  voor onze verhalen. We krijgen lekker eten en drinken, geserveerd door andere kloosterzusters. Tante Ludy hoeft niks te doen als wij er zijn. (Alleen moet ze altijd tussen een en twee uur ergens gaan zitten bidden; óók als wij op bezoek zijn). Als er nog tijd voor is haalt zij een sjoelbak van haar kamertje. Met sjoelen is ze me toch fanatiek! Ze wint altijd alles. Aan het eind van een van die schaarse bezoeken krijg ik eens een doosje met een rozenkrans, met van die dikke bruine kralen. In die tijd ben ik nog een zeer vroom manneke en bid ik veel ‘weesgegroetjes’ en ‘onze vaders’ op die rozenkrans. Ik denk dan nog, dat hoe meer ik bid, hoe beter  ik mijn proefwerken maak maar helaas, dat werkt niet zo. Van al dat bidden word ik ook al geen betere keeper, zelfs al bid ik op mijn blote knieën.

Als ik naar de hbs ga verwatert het contact met haar. Ik heb het in ieder geval druk met school en zij……? Geen van beiden nemen nog het initiatief tot het schrijven van een brief.

Ik was  alweer 15 jaar als ik van mijn moeder hoor dat Zuster Ephraïm weer gewoon tante Ludy geworden is. Ze is geen non meer. Eenzaam voelt ze zich de laatste jaren. Ze denkt gelukkiger te worden door uit het klooster te treden en een gezin te stichten.  Dat is ook wat ze doet. Ze trouwt met Martin, een man die nog maar net drie maanden weduwnaar is. Drie jonge kinderen heeft hij al uit zijn eerste huwelijk. Samen met tante Ludy maakt hij nog een kind, een meisje.

Ik wil graag van haar horen waarom ze nou als non gestopt is. Ze wil duidelijk niet al te lang bij mijn vraag stilstaan, want ze zet routineus vuile kopjes, bordjes en glazen van de salontafel op een dienblad terwijl ze tegen me zegt:

‘Ach, jongen,  in het klooster doe ik niets anders dan bidden in eenzaamheid, in chagrijn, tot de dood er op volgt. Heel onbevredigend. Ik voel dat ik een bevredigender, zinvoller leven kan  leiden. Dat gevoel klop helemaal. Ik ben nu intens gelukkig, met oom Martin en onze kinderen.’ 

Na die laatste woorden stap ze resoluut met haar dienblad richting keuken. Daar moet ik het mee doen. Dat is wel duidelijk.

Nu is ze dood. 90 jaar is ze geworden. Nooit zal ik haar lieve brieven vergeten en haar guitige stralende lach. Rust zacht lieve, stralende,  gelukkige tante Ludy.

dinsdag 5 juli 2022

VADERS MANTELZORGER

 


Ze heeft me de hele dag al niet gebeld, ik ben de deur toch niet uit geweest. Normaliter hebben we elke dag wel even contact met elkaar. Wat zou er toch aan de hand zijn? Ik kan háár ook niet bereiken.  Pappa, Suze en ik hebben het niet makkelijk maar toch wel fijn met elkaar.  We eten elke dag samen, babbelen wat, kijken tv: naar het journaal, een leuke quiz … (en beslist niet naar die vreselijke talk-shows). Ondertussen zit pappa met z’n goede arm, te klaverjassen achter z’n computer.  Hij heeft een tia gehad, die lieve schat. Half mei zie ik Charles naast de wc-pot liggen. Met zijn hoofd in zijn eigen braaksel. Zijn piemel hangt nog uit zijn broek. Ik hoop dat Suze niet al te veel zorgen om haar vader maakt. Hij kan nog wel praten maar wat hij nu precies zegt, klinkt voor ons als een Oekraïens dialect. Als Suze nog thuis woont is ze zo lief en zorgzaam voor haar vader. Ook voor mij trouwens, want met die ene arm kan hij echt niet zo veel meer. Charles en ik deden alles in het huishouden zo’n beet je samen. Alleen strijken dat kon hij niet. Flauwekul natuurlijk! Want waar een wil is, is een weg, toch?!  Strijken vond meneer de dirigent gewoon beneden zijn waardigheid. Ik laat het verder maar zo.  Ook voor zijn eigen werk is hij inmiddels 100% afgekeurd; hij is of liever gezegd hij was de dirigent van het Groot Filharmonisch Orkest.  

Suze is niet zo’n prater. Een binnenvetter. Ik zie soms aan haar gezichtje dat er iets is, maar als ik haar ernaar vraag, krijg ik te horen, dat ze een beetje moe is … dat het druk is op haar werk. Ze werkt in de bouw .. een van de weinige vrouwen. Ze is machiniste op zo’n superhoge hijskraan, die van die zware bouwelementen naar boven moet hijsen. Soms werkt ze aan een gebouw dat wel 22 hoog moet worden. ’n Hele verantwoording voor zo’n meisje … en dan zit ze ook nog zowat de hele dag in haar uppie, op zo’n honderd meter hoogte. 

Suze neemt, na pappa’s tia, eigenlijk alle taken van hem over. Ondanks zijn tia, rookt Charles gewoon door; nog steeds als een schoorsteen. Samson shag. Sjekkies kan hij  niet meer draaien, met dat ene handje.  Suze rookt ook. Zij draait een paar sjekkies voor hem voordat ze naar haar werk gaat. Dat die ellende met Charles tegelijk optreedt  met het personeelsgebrek in de zorg.

Suze is een geschenk uit de hemel voor mij. Eerlijk gezegd meer voor Charles dan voor mij. Ze is zijn mantelzorger. Ze kleedt hem aan en uit, zet hem onder de douche en als hij zich weer eens vergist heeft,  verschoont ze hem.  Charles is een schat maar ik kan echt niet meer voor hem zorgen.

Tegen vijven word ik gebeld door haar baas. Suze heeft zich opgesloten in haar cabine. Ze durft er niet meer uit. Hij zegt me dat het alarmnummer is gebeld.