Ik heb naar een serie gekeken op NPO-Plus. Een streamingsdienst heet dat. Normaal gesproken ‘zit’ ik altijd op NPO 1-2 of 3. Daar ‘eet’ ik dus wat me voorgeschoteld wordt: Journaal, de slimste Mens, Arjan Lubach, Studio Sport.
Op NPO-Plus heb ik al maanden een abonnement. Maanden van
ellende. Pas deze week heb ik voor het eerst, probleemloos, een serie kunnen
bekijken. De serie ‘Dag en Nacht’. Totaal 8 afleveringen. Ik koos ervoor, om er
elke avond tussen elf en half een, twee te gaan bekijken. Nadat ik mijn
dagelijkse column geschreven had.
‘Dag en nacht’ speelt zich af op de afdeling gynaecologie van een ziekenhuis in een grote
stad. Kim van Kooten bedacht de serie, schreef de dialogen en speelde en
passant de hoofdrol. Ik ben een tamelijk stoïcijnse tv-, film-, theaterkijker
en ook van deze serie zijn vrijwel alle bevallingen, (ook de zware en zeer
gecompliceerde), doodgeboortes, miskramen en keizersneden langs me heen gegaan zonder dat emoties
mij heftig beroerden.
Één enkel moment echter
raakte me diep. In de tweede aflevering werd een jonge moeder op heel
liefdevolle, zorgzame wijze door een man geholpen bij haar bevalling: met lieve
woorden, zachte strelingen, met puffen, met eten en drinken. Toen het baby’tje
eenmaal geboren was, kwam opeens de vader van de baby, de echtgenoot van de bevallen
vrouw, vanuit het buitenland de kraam ‘invliegen’ en omhelsde en knuffelde zijn
vrouw en hun baby euforisch.
Die man (vriend? broer? neef?buur?) die de vrouw zo geweldig
hielp bij haar bevalling, beweegt zich intussen onopvallend naar buiten. In de daar
op volgende scene zit ‘mother’s lovely helper’ met zijn rug tegen de muur van
de kraamkamer … ellebogen op zijn knieën … hoofd tussen zijn handen,
onbedaarlijk te huilen.
Ik kon me toen, zo in m’n uppie, zittend voor de tv, echt
niet meer inhouden … en ik huil nóóit!
Het eerstvolgende stukje verschijnt op 5 februari a.s. Dit i.v.m. het IFFR.