Posts tonen met het label badmuts. Alle posts tonen
Posts tonen met het label badmuts. Alle posts tonen

woensdag 22 februari 2023

INTERNE DIALOOG.

Na het ontbijt loop je wat in huis rond te scharrelen. Vrolijke geluiden van spelende kinderen golven je kamer binnen. Kouwe handen. ‘t Is fris. Je wil een t-shirt met lange mouwen over je t-shirt met korte mouwen aan doen. Neen, doe het toch maar niet. Onnodig. Je hebt net een groot glas koude melk naar binnen geklokt. Geen wonder dat je het koud hebt. Doe de rits van je vest dicht … dat scheelt veel en … ga eens wat doen, man. Dan ben je zò warm.’

Je hebt een broodje gebakken. Zojuist  heb je daar een dikke boterham met kaas van gegeten. Heel lekker. Waarom heb je dan nog brood gekócht? Ja, stom. Je wist toch dat je brood ging bakken. Moet je straks misschien brood weggooien. Voor de eenden of misschien wel  voor de ratten. Je kan ook ontbijten met je eigen gebakken brood en als lunch dat gekochte brood eten of andersom natuurlijk …  of je wisselt per dag af. Gaan de broden gelijk op op.

Droog zeg, die pindakaas. Die ga je nooit meer kopen. Eigen merk van Jumbo … met kleine stukken nootjes. Duur Jumbo. Geen Aldi, Lidl of Dirk hier in de buurt. Je hebt hier alleen Jumbo en AH. AH is nòg duurder dan Jumbo.

Een nieuwe rookmelder krijg je in de woonkamer. Àls er ergens gerookt wordt, is het wel in de woonkamer. Vreemde plek dus. Het plafond is grauw … de rookmelder hagelwit … er is waarschijnlijk ooit veel gerookt in dit huis. Iedere gast, die rookt mag van jou in de woonkamer roken. Je was immers zelf jarenlang een verwoede zware shagroker. Maar als dan elke keer als er gerookt wordt, die rookmelder afgaat dan moeten de rokers toch maar het balkon op. Je kreeg  nog wel een schreeuwend blauwe ‘badmuts’ van de rookmeldermonteur. Niet voor om het hoofd van de roker maar om de rookmelder af te dekken voor als er in je huis gerookt wordt. Dan gaat je alarm niet af.

Stink je nou uit je straatje?  Je vreest van wel. Nigel doet opeens vlug een stapje opzij als je het in de metro met hem hebt over het tumult rond de schrijver Roald Dahl. Lars gaat ook een beetje verder van je af staan, als je met hem napraat over de cabaretvoorstelling. Dat soort dingen gebeuren je vaker. Ze zullen het nooit uit zichzelf tegen je zeggen. Je hebt ook niemand in huis om het aan te vragen. Kan je  je buurvrouw niet laten ruiken?  Dat kan wel maar dat durf je niet. Vraag je het je vrienden toch op de man af!

Je hebt de planten verzopen. Voorlopig even geen water geven. Voorlopig? Drie dagen, vier, vijf,  wellicht een of twee weken? Goed in de gatenhouden. Voel met je vingers of de aarde niet te droog wordt. Opletten of je planten niet verdorren.

Je vriendin Hanny  belt je op je huistelefoon? Vijf minuten terug mailde ze me nog. Ze wil niet dat je bij haar thuis komt. Geen idee waarom niet. Checkt ze zò of je nog thuis bent? Of dat je al onderweg bent naar haar. Haar telefoontje is identiek aan haar mailtje. Ze had je beter gelijk kunnen bèllen.

 

woensdag 9 maart 2022

ZWEMLES

Buiten, achter de grote ramen van het zwembad, staan vaders, moeders, opa’s en oma’s ingespannen te kijken. Ik sta daar ook tussen. Hun kinderen of kleinkinderen hebben les in dat zwembad. Mijn kleindochter  Lea, pas zes geworden, ook. Ze hebben allemaal opblaasvlindertjes om hun bovenarmen, een zwemgordel om hun middel en ze lopen met een zwemplankje in hun handen. Lea heeft net als alle andere meisjes  een badmuts op; de jongens niet.  Soms wordt er hier van buiten naar ze gezwaaid, gewezen, geglimlacht, ja, ook hardop gelachen. Het is vandaag goed te  doen om hier buiten te staan. Strak blauwe lucht. De zon hoog achter de toeschouwers. Windstil. Alleen een beetje koud. Door de Noorderwind.

Lea heeft vandaag voor het eerst haar nieuwe zwempak aan en badmuts op. Die heeft ze van mij gekregen voor haar verjaardag. Ze wilde graag een roze  zwempak en een roze badmuts  met  een zeemeerminprint.  Voordat ze vandaag in het water springt, komt ze trots in haar nieuwe spullen helemaal naar het grote raam gerend, om mij haar nieuwe spullen showen. Het staat haar hartstikke leuk. Ik zie haar dan voor het eerst met dat pakje aan …   ze heeft geen hulp meer nodig bij het omkleden.  Ze vindt het wèl fijn als ik haar ná de les even droog kom wrijven en  help  met aankleden … zo gauw mogelijk: wèg met de kou!

In het zwembad is het niet zo behaaglijk qua temperatuur. Dat is nu nog niet te merken als de kinderen het water in springen en hun baantjes zwemmen.  Maar als ze daarmee klaar zijn en uit het bassin klauteren, zetten ze het op een rennen en voordat ze weer het water in mogen, staan ze als kikkers te springen om zich een beetje warm te houden. Lea springt met haar armen over elkaar … ze staat nu een beetje te bibberen; haar lippen zijn paars, lijkt wel. De jongens houden elkaar warm door een beetje te stoeien met elkaar.

De kinderen moeten nu de rugslag oefenen. De meesten hebben er geen probleem meer mee. Dat moet ook wel want volgende week is het examen voor het a-diploma.  Alle vier de slagen: schoolslag,  rugslag, borstcrawl en rugcrawl moeten ze dan beheersen. En natuurlijk watertrappelen. Dat gaan ze nu doen. Lea doet het prima. Een van de jongens gaat steeds koppie onder; moet telkens met zijn armen op het water slaan om weer boven te komen. ‘Tsjonge, jonge, altijd hetzelfde liedje met dat joch. Ik kan het niet meer aanzien.’ Driftig loopt hij weg. Zal zijn vader wel zijn.

De badjuf neemt de kinderen mee naar de ‘hoge duik’. Dat vindt Lea eng, dat weet ik. De eerste keer gaat ze wel naar boven maar durft ze niet te springen. Ze gaat naar beneden. De badjuf neemt haar even apart. Dan gaat Lea toch weer naar boven. Ze waagt de sprong.  Ik ben trots op haar.  Ze is dapperder dan haar opa. Die zal nooit van de hoge springen. Hij heeft hoogtevrees.