Ik heb altijd van boeken gehouden … of beter gezegd van lezen. Een van mijn eerste leesboekjes was ‘Pim en de maan’. Ik heb het wel duizend keer gelezen. Er schijnt een hele reeks Pimboekjes te zijn, maar ik had alleen die ene. Net als van Okkie , daar waren ook een heleboel delen van maar ik had er maar één wel honderd keer gelezen: Okkie en Moortje (Moortje was een poes). Okkie is geschreven door Leonard Roggeveen. Van Pim heb ik nooit geweten wie het geschreven heeft. Pim is een heel gewoon jongetje dat kijkt naar de maan en dromerig is.
Okkie is een kabouter, die allerlei grappige avonturen
beleeft met zijn kat Moortje. Kabouters zijn dacht ik, altijd mannetjes en
hoogstwaarschijnlijk worden zij oud geboren … meestal ook met een baard … ze
gaan nooit de pijp uit ... heeft iemand trouwens ooit wel eens een kabouter
geboren zien worden? Of een kind-kabouter gezien? Ja, er bestáán warempel wel
héél kleine kaboutertjes maar die zijn tòch altijd al héél oud. Misschien heeft
iemand per ongeluk wel eens verhaaltje
gelezen waarin een kabouter overlijdt. Ik niet in ieder geval.
Stel je eens voor dat ze wel dood kunnen gaan, dan betekent
dat, dat eens de kabouter als soort
ophoudt te bestaan. Want, heeft iemand wel
eens een vrouwtjeskabouter gezien? Sterker nog : … wie heeft er ooit kabouters
een nummertje zien maken? Niemand toch. Nee ik denk dat kabouters per definitie
oud, onzijdig, onvruchtbaar, onsterfelijk zijn en een baard hebben.
In de derde klas van de lagere school begon ik Arendsogen te
verslinden. Arendsoog en de Indiaan Witte Veder, dat waren lange tijd mijn
grote helden. Helden die samen het Amerikaanse Wilde Westen wilden temmen. Er
zijn maar liefst 63 delen van Arendsoog verschenen. Ik heb ze allemaal gelezen.
De eerste twintig Arendsogen zijn geschreven door Jan Nowee, die al jong stierf.
Hij werd 58 jaar. Daarna zijn er nog 43 Arendsogen geschreven door de zoon van
Jan: Paul Nowee. De boeken die door de
vader geschreven zijn hebben me altijd het meest geboeid. Grappig detail is,
dat, hoewel de boeken zich allemaal in de Verenigde staten afspelen, de
schrijvers nooit één voet op Amerikaanse bodem hebben gezet.
Voor ik op de middelbare school mijn verplichte eindexamen
leeslijst samenstelde, las ik eigenlijk alleen, de Nederlandse vertaling van
'Lady Chatterly’s lovers' van D.H. Lawrence, 'Ik, Jan Cremer' en 'de Avonden'
van Gerard van het Reve. Van alle drie die boeken heb ik erg genoten en soms
herlees ik ze en geniet er dan opnieuw van. Het zijn stuk voor stuk heerlijke
leeservaringen.
Mijn eindlijst van de hbs bestond, behalve uit verplicht
oud-Nederlands werk als Mariken van Nimwegen en Beatrijs ook uit wat moderns:
Simon Vestdijk stond er onder andere op maar die vond ik niet zo veel soeps. Ik
had toen ook ‘Turks Fruit’ gelezen maar dat boek was verboden voor op de
eindlijst. ‘Kort Amerikaans’ en Roos van vlees’, ook van Jan Wolkers mochten
wel. Ook prima boeken.
Tegenwoordig zijn mijn favoriete schrijvers: Herman Koch,
Tommie Wieringa en Michel Houillebecq.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten