In de zeventiger jaren van de vorige eeuw werk ik een aantal jaren in de Rotterdamse Stadsvernieuwing. In de wijken Crooswijk, Spangen en het Oude Noorden. Er moet een heleboel gebeuren in die wijken. Woningen moeten worden gesloopt, andere gerenoveerd en er zijn vele nieuwe woningen nodig. Sinds de Tweede Wereldoorlog is er nog verdomd weinig verbeterd aan de woningen in die wijken. Zeer tot onvrede van de buurtbewoners. De verbeteringen komen niet zomaar aanwaaien … bewoners moeten er harde actie voor voeren. Pas dan gaat de gemeente aan de slag. Er worden projectbureaus opgetuigd om plannen voor de wijk (en de bewoners) uit te werken.
De bewoners hebben inspraak ik die plannen en om bewoners
daarbij te ondersteunen wordt een organisatie in het leven geroepen die in elke
wijk weer anders heet: wijkorgaan Crooswijk, actiegroep Oude Noorden,
bewonersorganisatie Spangen. Alle organisaties hebben een ruimte voor het
houden van bewonersvergaderingen en een secretariaat met de noodzakelijk
faciliteiten. Daar werken door de gemeente betaalde ambtenaren, die hun
opdrachten krijgen van de buurtbewoners. Doorgaans zijn daar werkzaam een
opbouwwerker, een extern deskundige (bouwkundige), een sociaal begeleider en
een (financieel) administratief medewerker.
In die laatstgenoemde functie werk ik gedurende 24 uur per week.
Door Simon, de
opbouwwerker van Crooswijk, word ik gevraagd om de vertrekkende
administratievo op te volgen. Ik werk dan bij het Anker, het club- en
buurthuiswerk in Crooswijk. Simon en ik kennen elkaar goed van de CPN en dat is
de reden waarom hij mij dat baantje graag toevertrouwd. Rinus werkt al jaren in
Crooswijk als extern deskundige, is populair bij de bewoners. Hij heeft met
succes samen met bewoners al de nodige hobbels genomen: enkele nieuwbouwprojecten
zijn gerealiseerd en bestaande huizenblokken gerenoveerd. Ook Wim werkt sinds
mensenheugenis in Crooswijk. Hij is niet meer zo gemotiveerd en beseft dat hij beter
wat anders kan gaan doen. hij is sociaal begeleider. Het duurt nog wel even eer
Wim wat naar zijn zin vindt. Hij wordt docent ‘Sociale Begeleiding in de
Stadsvernieuwing’, op de Sociale Academie.
Veel jaren praktijkervaring heeft hij in dat vak opgedaan.
In de Volkskrant komt een advertentie en bijna twee maanden na het vertrek van Wim, stapt de nieuwe
sociaal begeleider binnen: Ger Huizingh, een Rotterdammer in hart en nieren
(nou ja? uit Zuid …!?) en fervent aanhanger van de PVDA. Hij werkt zich snel en goed
in; wordt zeer gewaardeerd door de Crooswijkers.
Ik kan het goed vinden met Ger. De samenwerking is goed en
we praten gezellig over foebele, film, actualiteiten en vrouwen. We gaan samen
naar De Kuip en naar goeie films: ‘Dressed to kill’ onder andere (Angie
Dickinson!). Ik eet bij hèm mee. Hij bij òns, bij mijn vrouw, Carola en mijn
zoontje Aard, dan nog een kleuter. Maar helaas aan alles komt een end .
Ook aan Gers dienstverband bij ons.
Simon, onze opbouwwerker, heeft het er met Ger over, om mij te vragen
naar de functie van sociaal begeleider te solliciteren. Dat zou voor mij financieel en inhoudelijk een
behoorlijke vooruitgang betekenen, als ik zou worden aangenomen tenminste. Maar Ger wil beslist niet
dat ik gevraagd word. Mij komt dat pas veel later, via Simon, ter ore.
Van Ger zelf heb ik er nooit een woord over gehoord. Wat
vriendschap leek, werd helaas een illusie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten