Op die fiets!
Gisteren sprak ik op deze plaats nog mijn afschuw uit over
misdragingen van e-bikers maar ik moet
er eerlijkheidshalve aan toevoegen, dat
ik er zelf, als doodgewone fietser ook wat van kan. Ik ben me er een!
Ik overtreed alle mogelijk verkeersregels.
Ik steek mijn hand niet uit als ik de hoek om ga.
Ik trek me geen bal aan van verkeerslichten.
Ik rijd op fietspaden en autowegen in de verboden richting.
Ik fiets op het trottoir.
Ik heb géén of wazig licht op mijn fiets.
Mijn remmen zijn slecht.
Ik heb geen bel op mijn fiets.
Is mijn fiets gejat, jat ik er een terug of koop voorvijf
euro een gejatte fiets bij een junk.
En dan ben ik niet eens de enige die zich zo misdraagt. Ik
stel me erg kwetsbaar op als weggebruiker. Het is beslist niet zo dat ik er op
wacht om overhoop gereden te worden. Het is me telkens weer te doen om dat piepkleine
adrenalinestootje.
Een supergrote stroopwafel.
Ik koop een
stroopwafel in de kraam op de Hoogstraat … zo’n supergrote … gulzig neem ik een
hap, te gulzig want er breekt een stuk stroopwafel af en valt op straat … een vrij groot stuk … op de natte straat … gatver … dan ben ik echwel
heel stom bezig als ik dat stuk stroopwafel opraap en nog opeet ook? Toch doe ik dat: inhalig gris ik dat
stuk van het trottoir … vlak voor de kwijlende bek van een boxer, die er
blijkbaar ook wel zin in heeft.
Ik kan er ziek van worden. Erg ziek misschien wel. Enfin,
dat zie ik morgen wel weer … als ik niet ziek word, denk ik maar zo: dan heb ik
mijn weerstand er mee verhoogd. Als al
die straatschooiers wèl tegen eten en drinken uit de afvalbakken opgewassen
zijn, waarom moet ik dan een groot stuk
op de grond gevallen stroopwafel laten
liggen? Kom nou, ik laat me niet kennen.
Een passend medicijn.
Ik weet dat het slecht voor me is en toch doe ik het. Tegen
iedereen houd ik mijn mond. Ook tegen mijn psych en mijn vrouw. Geheel op eigen
houtje besluit ik te stoppen met lithium, hèt medicijn dat al meer dan tien
jaar uitstekend werkt tegen mijn bipolaire stoornis. Lithiumgebruik heeft
enkele vervelende bijverschijnselen, onder andere dat mijn gevoelens (zowel de
ups als de downs) nogal pittig worden afgetopt. Daar wil ik van af. Heel langzaam bouw ik dat medicijn af: in drie
maanden tijd. Ik riskeer zo een psychose. Door het oog van de naald kruip ik. Ben
een paar dagen manisch. Van mijn psych: (‘nooit meer zoiets op eigen houtje
doen , hè!!) krijg ik een ander medicijn
voorgeschreven: zyprexa; dat slaat goed aan. Ik vóél tenminste weer eens wat.
Mijn experiment was
eigenlijk te riskant. Het resultaat uiteindelijk
positief: een passen medicijn. Was ik
maar eerder gaan experimenteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten