We gaan in juli met een aantal buurtbewoners naar Marseille in Zuid-Frankrijk. Een stad met ’s zomers een heerlijk temperatuurtje. De reis is georganiseerd oor Rita, een van de buurtbewoners. Een goed mens. We gaan met de Thalys. ‘t Is een uurtje of 8 reizen. De trein vertrekt om zeven uur ‘s ochtends van Centraal Rotterdam. De sfeer in de trein is uitgelaten. We zijn met z’n dertienen. In Rotterdam is het heel vroeg al heel warm. De meesten zijn in korte broek of minirok. Ik ben de enige met een lange broek. Mijn benen zijn zó wit. Daar hoef ik me eigenlijk helemaal niet voor te schamen. Er lopen wel meer melkflessen rond in onze groep. De trein vertrekt stipt op tijd ... richting eerste stop: Brussel.
Ik zit naast Imelda en tegenover Leo, haar man. Zij is een
stuk jonger dan ik. Ik ben 49 en zij 28. Type lekker wijf. Zij zit, net als het
merendeel van deze groep, bij de Huurdersvereniging. Ik ben daar
penningmeester. Zij is bestuurslid. Heel gemotiveerd. Mijn vrouw zit vooraan in de coupé.Leo (29)zie
ik vaak bij de voetbalclub. Zijn zoontjes, d-tjes nog, spelen bij HOV. Mijn
zoon heeft daar ook gevoetbald. Ik ben er nu zelf nog actief als
grensrechter. ‘Jouw zoontjes hebben echt
talent, Leo, ze kunnen best een wat hoger niveau aan. Laat ze eens een proeftraining
doen bij Sparta.’
Jozefien kan haar kaartje niet vinden … ligt waarschijnlijk
nog thuis … vergeten. Echt iets voor haar, dat warhoofd … wel aardig hoor, maar
toch. Normaal betekent dat, dat ze er in Lille ‘uitgegooid’ zal worden. Ze
huilt tranen met tuiten. Gelukkig voor haar redt de conducteur haar uit de
nood. Hij is zo goed om met de Thalys-ticketservice te bellen. Daar kunnen ze
achterhalen dat mevrouw van de Voort (Jozefien dus) een ticket gekocht heeft.
Ze mag doorreizen.
Leuk om vanuit deze Thalys te zien hoe snel die gaat. Alle
auto’s worden eruit gereden. Minimaal
160 gaat de trein nu.
Ik kan er niet zo goed tegen om zo lang stil te zitten. Na
een paar uur krijg ik een ‘houten’ reet.
Daarom ga ik even hangen bij Nel en Hans. Je zou het op het eerste
gezicht niet zeggen maar het is een leuk stel. Je ziet ze altijd samen. Hans is
echt van zijn geloof gevallen. Dat ie nu
in de trein zit is een mirakel; hij is
een auto addict. Achtenzestig is hij nu en hij zweert er op, dat dit zijn allereerste treinreis is. Ik zeg
niks, maar ik geloof er geen moer van. Hans heeft wel meer van die boute
uitspraken. Hans en Nel hebben het hiersamen weer goed naar hun zin met hun
buurtjes. Hé … ik zie dat de auto’s ons gaan inhalen … de trein mindert
snelheid … we naderen station Avignon.
Een luide lach rolt over de hoofden van voor naar achter in
de coupé. Ik herken de lach van mijn vrouw. Geen idee waarom er gelachen wordt.
Dat hoor ik later nog wel eens. ’t Is in ieder geval fijn dat ze lol heeft. De
trein raast voort.
Terwijl de Rotterdammers babbelen, lachen, eten, snoepen en slapen
nadert in sneltreinvaart hun bestemming:
Marseille.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten