zaterdag 2 april 2022

SCHAFTTIJD

Het loopt al tegen de middag. Tussen twaalf en twee is het in de boekhandel het drukst: lunchtijd voor het kantoorpersoneel in het Centrum. Vooral als het beetje kil is of als het regent wordt hier massaal geschuild. Het is nu alleen maar koud, koude wind. Ik heb me er goed op gekleed, want ik weet: op kou kan ik me kleden. Een ruim zittend  Nike ski-jack heb ik aan. Pas nieuw. Nog een lekker warme sjaaltje daaronder.  Op regen kan je je niet kleden, weet ik.  Daarom koop ik ook geen regenkleding. Een mondkapje hoeft weliswaar niet meer, nergens niet, toch draagt ik er wel een …  gewoon overal. Zeker met die kou… houd mijn neus lekker warm. En … ik vind het ook niet zo nodig altijd en overal herkend te worden.  

Een beetje drukte hier in de tent vind ik wel fijn. Ik ben hier wel vaker bij Donner. Het laatste boek dat ik van hier meenam was ‘Finse dagen’ van Herman Koch. Een van mijn meest geliefde schrijvers is dat. Ik heb al zijn boeken keurig bij elkaar staan op een halve boekenplank.  Tenminste, dat denk ik ...al zijn boeken ...  Voor mijn neus staat een tafel en daarop een stapel met twintig exemplaren van het laatste boek van Herman Koch. ‘Een film met Sofia’. Dat heb ik nog niet. Eén exemplaar heb ik wel genoeg aan.  Eerst ga ik nog even een beetje rondkijken.

Van die hele dikke boeken hou ik niet zo. Zo’n boek als ‘Tonio’ van A.Th.F. van der Heijden of ‘Grand Hotel Europa’ van Ilja Pfeiffer, die hebben elk wel meer dan zeshonderd bladzijden. Voor mij is vierhonderd bladzijden wel het matje.   Anders wordt het me gewoon te veel.  Zo’n harde, onbuigzame  kaft, daar moet ik helemaal niks van hebben. Het allerliefst heb ik eigenlijk nog het model en de omvang van een prisma boekje. Lekker handzaam, flexibel.  Maigret, Simenon, Agatha Christie heb ik als pockets in huis en je neemt ze ook zo makkelijk mee in je binnenzak. Émile Zola , die vind ik ook zo goed!  Een dertiendelige serie met kleine praktische boekjes, stuk voor stuk aanklachten tegen de Franse kapitalisten in het begin van de twintigste eeuw.

Ook Pietje Bel en Dik Trom, kadootjes, die ik kreeg toen ik net had leren lezen. Ik blader nog even wat in zo’n splinternieuwe Pietje Bel, ruik er ook aan …lekker ... havenlucht.  Ook voor het personeel van Donner is het nu schafttijd zo te zien. Stom zeg! Net nu het zo druk is.

Ik ga nog even kijken bij de strips. Mijn favorieten zijn (nog steeds) ‘Kuifje’ en ‘Suske en Wiske’.  Zo af en toe pak ik wel eens een ‘Suske en Wiske’ als er niks op tv is. En dat is toch ook vrijwel altijd het geval.  Getverdegetfer als ik bijvoorbeeld denk aan die tv familie (kots kots) Meiland, miljonairs, die (nog tegen een forse betaling ook) een maand lang met een bijstandsinkomen in een bijstandshuisje gaat wonen … walgelijk.

In de buurt van de Herman Koch tafel staat nu geen personeel. Maar eh… om terug te komen op ‘Suske en Wiske’: laatst lees ik nog ‘De Apenkermis’. Prachtige strip! Ik loopt nu kalm naar de stapel van twintig Herman Kochs. Rits onderweg mijn iets te ruime jack open, gris een exemplaar van de stapel. In één snelle beweging stop ik het boek in mijn jack en rits het dicht. Rustig loopt ik naar de uitgang.  Eer het signaal van de bewakingscamera bekeken is, ben ik al zowat weer thuis.

Donner heeft dan nog maar negentien Sofia’s van Koch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten