zondag 24 april 2022

FLUIMEN

Mannen spugen  veel, onnodig en overal. Vrouwen doen dat niet zo.  Vrouwen spugen eigenlijk alleen als het echt niet anders kan en dan vrijwel altijd binnenshuis, in een zakdoek of in de wasbak. Bijvoorbeeld bij ziekte of na het pijpen.

Thuis spugen mannen ‘netjes’: in hun eigen zakdoek, de wc of de wasbak. Een enkeling doet het minder netjes, in zijn eigen tuin. Of veel minder netjes, vanaf zijn balkon in de tuin van de buren. Vroeger was spugen alleen iets voor ‘oude mannetjes’. Die spuwen een pittige sloot zwarte spuug uit van gekauwd pruimtabak. Tot in de vijftiger jaren hangt er nog een verbodsbordje in de tram: ‘verboden te spuwen’. Natuurlijk houdt iedereen zich daar keurig aan. Er loopt dan nog een controleur met autoriteit in de tram.

Wat gebeurt er nou helemaal voor het spugen? Awel, er komt wat speeksel of slijm in de mond: dat moet daar snel  weg! De binnenkant van de wangen en de lippen worden naar binnen gezogen; de tong wordt tegen het gehemelte gedrukt; zo schuift het speeksel automatisch naar het puntje van de tong. Voor in de mond. Vlakbij de binnenkant van de lippen dus. Dan wordt diep ingeademd via de neus. De mond gaat een beetje open. Het speeksel schuift wat op. Tot tussen de lippen. Tenslotte  volgt dan een stevige ademstoot. Daarmee wordt de klodder, die zich nog tussen de lippen bevindt, met kracht uit de mond  gestoten.

Als fietser ben ik regelmatig fluimslachtoffer. De dader is een mede fietser. Hoe vaak er al niet een slijmerige groene klodder op mijn broek,  jas of mijn schoen gedumpt is……..Het aller, allersmerigste is het wanneer zo’n misselijk makend stuk snot (soms nog met voelbaar harde stukjes er in) bovenop mijn gezicht (wang, neus, mond, kin) gekwakt wordt. Natuurlijk, die andere fietser doet dat niet expres. Dat snap ik ook wel. Het is gewoon onuitstaanbare lompheid.

Die viezigheid komt meestal van de fietser, die zich alleen op de wereld waant. De wielrenner vaak. Hij is hij gewoon lekker een eindje aan het racen.  Passeert mij en hij voelt dan, ‘hopsa’ een kloddertje opkomen en ‘splash’ zonder op of om te kijken, blaast de snelle fietser zijn fluim uit zijn mond .… ‘flarp’: op mijn linkerwang net onder mijn oog. 'Dank je wel kloothommel. Kijk gvd toch uit man'. Hij hoort me geeneens, zo hard racet hij.

Jongelui vinden het de normaalste zaak van de wereld, de vloer van dancings en buurthuizen rijkelijk te befluimen. Pas geleden raakt in een dancing een zwaarlijvige beveiligingsmedewerker gewond  als hij er iets van zegt. Hij krijgt een zet van een discoganger . En nog een. En  nog een. Tot hij struikelt en omvalt. Een paar knullen duwen hem met zijn bolle, kale hoofd in een smerige fluimplark. De jongens dwingen hem de smurrie op te likken. Stijlloos. Meiden zullen zoiets nou nooit doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten