zaterdag 9 april 2022

KRASSE KNARRENLOOP

 


Zondag is de Rotterdamse marathon. In het centrum is het al een paar dagen te merken. Veel clubjes sportief ogende anderstaligen. Tamelijk jonge, opgewekte vrouwen en mannen.. Ik hoor van alles: Frans, Duits, Engels, Spaans. Toch ook wel veel Afrikaans. Ze lopen in sportpakken, met sporttassen, - drankjes, -petjes. De hotels hier zullen wel stampvol zitten.

Ik heb zelf altijd mee willen doen aan de marathon maar het is er nooit van gekomen. Het is 1983.  Ik bereid me voor bij PAC, de beste atletiekclub van Rotterdam. We trainen intensief in het Kralingse Bos. Veel intervaltraining. Bijna de helft van de marathonafstand, haal ik. Twintig kilometer. Dan begeeft mijn knie het.  ‘Begeeft’ is een beetje overdreven …  bij elke stap die ik verder nog  zet voel ik een stekende pijn in die knie, mijn rechterknie, … dat klinkt een beetje kleinzerig … maar kilometers lopen met zich eindeloos repeterende pijnlijke steekjes … ik geef het je te doen. Ik moet dan helaas mijn  voorbereidingen stoppen. Ga naar een fysiotherapeut en: het is nu bijna veertig jaar later, nog steeds heb ik last van dat stekende pijntje of pijnlijke steekje.. 

Maar nú trek ik me er helemaal niks meer van aan! Ik ga gewoon meedoen, niet op zondag maar op zaterdag. Want dan is de ‘ouwe knarren wandeleditie’ van de marathon. Twintig weken lang heb ik, elke zaterdag, vòòr die negende april, de nodige trainingsmeters gemaakt. Weer of geen weer.

Mèt heuse rugnummers. Hoewel het zijn eigenlijk geen rugnummers maar meer borstnummers, want ze moeten vòòrop de jassen worden bevestigd. Met veiligheidsspelden. Dat valt om de donder nog niet mee. Ik prik me een paar keer lelijk in mijn buik (tot bloedens toe!).

Een echte medaille is er als beloning voor degenen, die het hele traject, met een lengte van maar liefst zestienhonderd meter, binnen het uur weten af te leggen. Van Hotel Inntel, aan de voet van de Erasmusbrug, naar het Rotterdamse Stadhuis. Vol trots, mag ik wel zeggen, heb ik, ondanks heftige pijnen,  die fel begeerde medaille gewonnen.

Het is de tweede grote sportprijs in mijn leven, die ik in de wacht sleep. Mijn eerste prijs pak ik, tweeënveertig  jaar geleden. Ik loop dan de Nijmeegse vierdaagse uit, vijfendertig kilometer per dag. Dàn is er overigens bij mij nog geen sprake van wat voor pijntje dan ook. En … ik moet er wel eerlijk bij zeggen: zonder de steun van mijn op een na oudste zus had ik het in Nijmegen niet gered(maar dit terzijde).

Nog even terug naar de ‘ouwe knarren loop’: we zijn met  honderden lopers en wat zo super motiverend is: we worden toegejuicht door enkele duizenden langs het parcours, langs de Schiedamsedijk en langs de Coolsingel  … dat is zo hartverwarmend. Ik waan me een echte marathon coryfee. Dit heb ik even nodig om de geestelijke en lichamelijke pijn, daterend uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, los te kunnen laten.

Zondag, weer of geen weer,  staan de krasse knarren langs de Boszoom om de ware marathonhelden toe te juichen.  

     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten