dinsdag 30 augustus 2011

Het is nu eenmaal zo

Ze zijn nu ruim 21 jaar getrouwd. Een saai stel. Dat weten ze zelf ook wel. Net als hun buren, hun kinderen, familie en collega’s. Het is nu eenmaal zo. Ze zijn saai. Nou ja, ‘ze’, eigenlijk is vooral hij bijzonder saai. Het is wel een vriendelijke man, maar oersaai. Er gaat niks van hem uit. Werken, dammen, journaal kijken, slapen op de bank en helpen bij het eten klaar maken. Dat is het wel zo'n beetje. En om dat zij te veel naar zijn pijpen danst, denkt iedereen, dat zij net zo saai is als hij maar dat is helemáál niet zo. Want als zij samen met haar collega's is,  kan ze echt helemaal los gaan: Madonna imitaties, paaldansacts en opwindende stripteases.  

Ze werken allebei op het stadhuis. Hij zit bij de beveiliging. Zij werkt op de afdeling burgerzaken. Half negen moeten ze beginnen. Hij zet de wekker op zeven uur. Dan wekt hij haar. Ze geven elkaar een ochtendkusje en terwijl zij doucht, zich aankleedt  en opmaakt, gaat hij een ontbijtje maken voor hun beiden. Altijd: boterhammetje jam, boterhammetje honing, kopje thee. Voor allebei precies hetzelfde. Daarna gaat hij zelf nog even onder de douche, doet een poepje (want buitenshuis poepen lukt hem niet) en trek zijn zwarte uniform aan.
Om tien voor half negen stappen ze de deur uit en lopen (innig) gearmd naar  hun werk. In het stadhuis scheiden hun wegen. Eerst nog een afscheidskusje en tot slot geeft hij nog een schalkse tikje op d'r bibs. Altijd hetzelfde! Moet toch kunnen, vindt hij.   Zij houdt er niet van. Zeker niet zo kort bij haar werkplek. Maar ach, zo’n tikje, wat schuilt daar voor kwaad in, schijnt hij te denken. Iets van haar wrevel voelt hij wel degelijk. 
Lunchen  doen ze altijd samen in de stadhuiskantine. Altijd eerst even de lunchkusjes. Dan bestelt hij één uitsmijter ham en hij pakt  twee borden en twee sets bestek.  Karnemelk drinken ze erbij. Een zo'n uitsmijter is wel genoeg voor met z'n tweeën, toch?

Luchtkusjes geven ze elkaar bij het weerzien aan het einde van de werkdag.
Even samen naar de super. Vanavond eten ze peentjes met  vis. Zij zegt dan wel eens gekscherend: ‘Ohhh, lekkerrrrrrrrr, veentjes met pis, hihi.' Ja, en daar houdt hij nou weer helemaal niet van, van dat soort flauwe grapjes. 
Als ze om zes uur thuis zijn maken ze samen het eten klaar. Om zeven uur hebben hun maaltijd achter de kiezen. Dan even afwassen en de krant lezen. Na het acht uur journaal wordt de spelletjesdoos uit de kas gehaald. Vanavond is het zijn beurt. En zij weet al precies wat hij gaat kiezen: dammen … Gat-ver-dam-me! Ze zal hem er maar geen pijn mee doen: in haar gedachten schreeuwt ze het uit:’Gàtverdàmme!’ Het maakt haar niet uit dat hij altijd wint maar hoe hij het speelt. Zijn slappe peutervinger met rouwrandnageltje beweegt zich traag naar die damschijf en schuift de steen dan een beetje aarzelend naar links, naar rechts, naar voren ….gàt-vèr-dàm-me. De kwelling spuit uit haar ogen. Hun avond is snel voorbij. Tien uur: het tandenpoetsmoment en dan hupsakee het mandje in. Zo af en toe heeft ze het er wel eens voorzichtig met hem over: of ze misschien eens wat minder saai zouden kunnen leven. Hij weet niet eens waar ze het over heeft. Hij vraagt ook niet door en zij heeft het er verder ook niet meer over.

‘Wil jij nog iets bijzonders voordat je gaat slapen, schat?’vraagt zij
‘Ja, ik zou wel weer eens een keertje lekker gepijpt willen worden. Dat is toch mijn beste slaapmutsje.' 
‘Ga er dan maar eens lekker voor liggen,  knul. Je weet, we hebben hier geen uren de tijd voor, hè? Morgen is het weer vroeg dag. Ontspan je. Nou zeg, die piemel van jou weet ook niet van ophouden.’
'Het was lekker, hoor. Kan ik jou misschien ergens mee verwennen, schat?'
‘Nee hoor, dat is niet nodig. Ga jij maar lekker slapen. Ik help mezelf zo wel, schat. Dan val ik daarna als een roosje in slaap, zeker weten.’
Tsja, zo gaat het daar nu eenmaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten