donderdag 18 augustus 2011

Een openhartig gesprek


We kennen hem allemaal als de Nederlands kampioen 'Mens erger je niet' bij de heren: Halle Stappen. In dit uitgebreide gesprek gaan we het niet hebben over zijn mooie sport en sportprestaties maar vandaag gaan we een beetje de diepte in.
 
Waarom, Halle,  maak je het jezelf, qua uiterlijk gesproken dan,  toch altijd zo moeilijk, zeker wanneer het best ook makkelijk zou kunnen. Nu eens vertoon je je als een net heertje, dan weer als een soort clochard. En daarbij wek je regelmatig de indruk, een actieve relnicht te zijn, met je strakke broeken, je dandy jasjes, je sjaaltjes en je schoenen in allerlei ogenpijnigende kleuren. Nù zie ik je weer lopen met een iel paardenstaartje achterop je hoofd. Nog niet zo héél lang geleden had je een  warrige ‘krullenbol’ en daarvòòr trok je de aandacht met een glimmende kale knar. Nu ben je glad geschoren en morgen ben je weer baarddrager. Allemaal moeilijk te rijmen, hoor!  Waarom vertoon je je nu eens schreeuwend uitbundig en dan weer verstikkend  saai; niet alleen buiten maar ook op straat.

Uitbundig? Saai? Nicht? Je stort nu wel ineens een heleboel tegelijk over me uit, zo aan het begin van dit gesprek! Wat wil je nu van mij?

Welnu Halle, reageer om te beginnen eens op je wisselende ‘haardracht’ .

Nou, ik kies steeds voor een andere haardracht; als je kaal tenminste ook een ‘haardracht’ mag noemen.. Die kale kop, ja, dat was destijds tamelijk impulsief. Het begon in het jaar 2001 in de TGV op weg naar Frankrijk. Ik maakte me in de trein een voorstelling van hoe ik er zonder hoofdhaar uit zou zien en in mijn lichtelijk manisch optimisme van destijds, zag ik er kaal wel redelijk goed uit; beter in ieder geval dan met dat kortgeknipte grijze kransje, dat toen op mijn hoofd groeide.
De hotelkamer in Lyon had een ruim ligbad, alsof  ik een half jaar terug, toen ik deze kamer boekte al wist wat hier zou gaan plaatsvinden. Zoals altijd  had ik mijn elektrisch scheerapparaat meegenomen. Ook  had ik de spulletjes om me nat te scheren bij me: scheerzeep, de -kwast, -mesjes en het -apparaatje en last but not least: aluin. Aluin stond bij alle mannen vroeger op de wastafel. Het is een bloedstelpend middel en het gebeurde nogal eens, dat bij het scheren per abuis een stukje hoofdhuid gescalpeerd werd. Met de toename van het elektrisch scheren is het aluingebruik omgekeerd evenredig afgenomen.
In Lyon onthaarde ik niet  alleen mijn hoofd, ook de rest van mijn lijf. De details hiervan zal ik je besparen.    

Goed en toen was je helemaal kaal, Halle. Je stapte daar Lyon in en iedereen vloog je om je nek? Je hoefde alleen maar op een willekeurig plein in Lyon  te gaan staan en van alle kanten komen lieftallige Franse dames aangerend, roepend: ‘Oooooh, kijk daar nou toch eens een allemachtig leuke kale man staan!’ Je moet het op een lopen zetten om niet door ze verpletterd te worden.
  
Proef ik hier enig sarcasme?  Natuurlijk gebeurde dat niet! Ik was destijds vijftig. Een ouwe man. Heb jij wel eens gezien dat vrouwen in katzwijm raken van kale vijftig plusser? Nee toch zeker?
Zelf vond ik wel dat ik er een ietsiepietsie beter uitzag zònder dan  mèt haar. Het maakte me iets jonger. Wat ik verder had weggeschoren wist en zag niemand nog. Pas later, op het strand, in het zwembad of in bed hoor ik wel,wat anderen van die verdere ontharing vinden. Als ik af ga op alle reacties is mijn conclusie, dat  de ene  helft het leuk en de andere helft het nogal raar vindt.

En je naaste familie ... laat me raden ... ze lachten je uit?

Mijn echtgenote kwam haast niet meer bij van het lachen, toen ze mij ineens zo kaal, zo bloot zag. Vooral toen ze me voor het eerst in ons huwelijk ook zonder schaamhaar zag. Eerlijk gezegd vond ik dat ook wel een vreemd gezicht. Maar ik moest er niet zo onbedaarlijk hard om lachen als zij. Ze vond het van mijn kale kop vooral zonde, want zij houdt van haar; hoe weinig ook. Ze is, zo laat ze regelmatig horen, verliefd geworden op mijn weelderige krullenkop.
Zo’n verandering, zoals die hele  ‘ontharingsoperatie’, heeft met mijn wisselende stemmingen te maken. In de, zeg maar, manische opwinding wilde ik  gewoon iets heel anders. Ik denk dan gedurende een paar weken regelmatig aan ‘alles ontharen’. Ik praat er met niemand over. Vergeet het ook vaak weer. Bedenk me hoe ik het zou kunnen doen en waar. Het is een soort geheimpje. Dan vergeet ik het weer even. En dan hoeps ... doe ik het en  zit ik ineens kaal in dat hotel.

 We hebben tot nu toe alleen over uw kaalheid gesproken. Laten we eens wat afzakken naar uw schoeisel. Paarse, witte, zwarte en rooie schoenen. Voor een vrouw de normaalste zaak van de wereld maar een beetje vent doet het doorgaans toch met minder. Het lijkt bij u soms wel een schreeuw om aandacht.

Wat is er mis met een beetje aandacht vragen? Doe ik iemand kwaad met lopen op fraai gekleurde, modieuze schoenen? In feite is het hier weer van het zelfde laken een pak: stemmingen. Voel ik me licht, zit ik lekker in mijn vel, dan  pak ik mijn rooie schoenen. Op paars en zwart loop ik alleen als ik me zwaar klote voel. Wit draag ik bijna nooit. O ja, met sporten ... dan heb  ik vrijwel uitsluitend witte sportschoenen aan.

Dan je jasjes, gilletjes, sjaaltjes, t-shirts in allerlei felle kleuren, strakke broeken. In sommige kringen herinnert men u zich als de man met de nichtensjaaltjes? Deert u dat niet?

Nee, niet in het minst. Van jongs af aan tot op de dag van vandaag verslijten mensen in mijn omgeving mij voor homo. Kan ik me nog voorstellen ook, omdat ik me soms nichterig gedraag. Vind ik leuk. Jammer vond ik wel dat de moeder van mijn beste vriend, Stef, niet wilde dat hij met me omging. Stef en ik waren toen veertien. De moeder van Stef noemde me ‘een mietje’; ze wilde niet dat haar zoon zou worden als ik.
Ik heb er geen last van. Het gekke is dan wel weer, dat ik me in neerslachtige tijden uitermate kan generen over hoe ik me gemanifesteerd heb in mijn manische perioden.
Maar ook de gêne daarover is van snel voorbijgaande aard. Een miniem zetje vanuit mijn hersenen kan me vervolgens gewoon weer nichterig laten flaneren in mijn oranje broek, zwarte  t-shirtje, wit colbertje, veelkleurige zijden sjaaltjes en m’n flamboyante zomerhoed.

Halle, hartelijk dank voor dit openhartige gesprek.        

Geen opmerkingen:

Een reactie posten