dinsdag 16 augustus 2022

DE REDDENDE ENGEL.

Het thema, dat het gezin waarin ik opgroei, het op zijn zachtst gezegd, niet zo breed heeft, is in dit blog al meer dan eens langs gekomen. Een van de gevolgen van die armoede is dat zich regelmatig, al dan niet professionele redders aandienen. Zo is daar de katholieke kerk. Mam stuurt me soms naar de pastorie, het woonhuis van de pastoor en zijn trouwe hulpen, de kapelaans. Met een zorgelijk gezicht  zegt ze tegen me:

‘Paultje, ga es even naar kapelaan de Groot en vraag hem tien gulden. Zeg hem  maar dat mamma geen geld heeft voor het eten. Zeg hem maar dat mamma het geld terug komt brengen zodra pappa weer terug is uit Canada.’

Een oude mevrouw met een zuinig gezicht, opgestoken haar en een rode bloemetjesjurk, doet de deur van de pastorie  open. Ze luistert naar mijn vraag en zegt dat ik even moet wachten. Buiten.  Dat maakt mij niet uit, want het is lekker weer. Het duurt niet  zo lang of de kapelaan komt zelf aan de deur.

Hij is heel aardig. Ik ken hem. Hij geeft ook les over Jezus en zijn apostelen bij ons op school. Ook over Maria, de Moeder van God,  vertelt hij wel eens. Kapelaan de Groot heeft een bijzonder vriendelijke uitstraling; een man met een grappig, rond hoofd, zachtaardige ogen en een rustige sympathieke glimlach. Het enige dat ik afstotend vind aan hem, zijn z’n kleine, roze, vlezige handjes, met korte dikke worstvingertjes.  Die doen me akelig veel denken aan de handjes van mijn ene opa, de vader van mijn moeder, die zijn handjes niet thuis kan houden. Aan menig kleinkind heeft hij zich vergrepen. Aan mij dus ook. Over kapelaan de Groot heb ik trouwens helemaal niks te klagen!

Mam is dol op de kapelaan en dat is duidelijk wederzijds. Ze steken dat ook niet onder stoelen of banken. Als kleuter is hij veel  ons thuis. Mam en hij  drinken thee, snoepen chocolaatjes en lachen samen veel. Ik krijg dan ook chocolaatjes, net als mijn zusjes, natuurlijk!

‘Ha Paul,’ zegt de kapelaan en verder niets ... hij glimlacht.  Hij pakt zijn portefeuille, trekt er zo’n blauw briefje van tien gulden uit (nog  gloednieuw, zonder kreuken) en geeft het aan mij.

‘ Stop het maar goed weg jongen en zeg maar tegen mamma, dat ze het me niet terug hoef te geven, hoor.’

‘Aardig,‘ denk ik.

Ik weet niet of kapelaan de Groot iets terug verwacht van mam voor zijn gulheid. De katholieke geestelijken schijnen veel meer  behoefte aan seks te hebben dan mag  van het celibaat. Als kapelaan de Groot mam zou proberen te verleiden, zou ze dan toehappen, denk ik wel eens? Ik heb me zoiets eigenlijk nooit van mam kunnen voorstellen. Tot het moment dat ze me toevertrouwde, dat een broer en zus van mij, verwekt zijn door andere mannen dan pappa.  Welke zus of welke broer wilde ze me niet zeggen. Zou ze haar drempel, met betrekking tot seks, verlegd hebben, om daardoor wat ruimere financiële armslag te krijgen??

Hoe het ook zij: kapelaan de Groot is er altijd voor mam. Door zijn giften redt ze het soms net. Mam noemt kapelaan de Groot niet voor niets haar 'reddende engel'.

 

maandag 15 augustus 2022

DIT IS PRIVÉ.

 De laatste twee jaar kon Ria (55) het niet meer. Ze kon het haast niet meer opbrengen. Met ‘lieverd’, ‘schatje’, ‘lieveling’, lieve schat spreekt ze haar vriendje Lau (57) de eerste paar jaar aan. Dan komt het ook echt uit haar hart. Ze voelt  dat ze in hem ‘de ware Jacob’ heeft gevonden.  Ze kennen elkaar  nu zeven jaar.

Met alles wat ze kwijt wil, kan ze bij hem terecht. Hij heeft zelf nog wel eens dingetjes waarvan hij zeg: ‘Nou, dat houd ik toch liever onder de pet..’ Zoals bijvoorbeeld de  kortstondige periode in de zeventiger jaren, waarin hij smoorverliefd is op Mijndert, een leuke knul, die hij leert kennen op de bridgeclub. Daar hoort ze wel van op. Homoseksualiteit heeft ze nooit met Lau in verband gebracht. Hij is weliswaar in bed niet het meest fanatieke vriendje dat ze ooit heeft gehad, maar een relatie met homoseksualiteit heeft ze eerlijk gezegd nooit gelegd.

Zij zelf is honderd procent hetero, altijd geweest, dat wil ze wel even gezegd hebben. En … ze is ook zo eerlijk om toe te geven dat ze niet meer precies weet met hoeveel mannen ze het bed heeft gedeeld. … ‘het zullen er zeker meer dan tweehonderd geweest zijn,’ zegt ze een beetje lacherig, trots ook wel ‘en … geloof me, ik heb me er nooit voor laten betalen, hoor’.

Ze gaan elke dag samen uit eten; elke dag weer wat anders. Om beurten kiezen ze een restaurant ergens in Rotterdam. Ze gaan altijd met de taxi. Voor het geld hoeven ze het niet te laten. Hij heeft door enkele huizen met flinke winst te verkopen een aardig vermogen opgebouwd.  

Meestal zijn ze ’s avonds zo tegen negenen weer thuis. Nu eens bij hem, dan weer bij haar. Het is ’s avonds, al zeven jaar lang hun meest geliefde spelletje: ‘Dit is privé’: om beurten stellen ze elkaar een onbeschaamde vraag.  De laatste twee jaar moet ze Lau er steeds weer aan herinneren, dat hij eerlijk moet spelen. Want hij is een echt ‘liegbeest’, hij zuigt van alles uit zijn duim. Op de toneelschool, daar heeft hij zo goed leren fantaseren. ‘Nou,’ zegt Ria, ‘ik hoef niet zo nodig naar een toneelschool om te leren liegen … daar ben ik gewoon van mezelf al goed genoeg in.’

Vanavond Lau als eerste: of ze ooit wel eens geslachtsziekte gehad heeft en hoe dat kwam?’

Jazeker, ze heeft op haar achttiende op een vakantie in IJsland een schimmeltje opgelopen. Ze slaapt onder een viaduct ... lift in die tijd veel. Het is koud in IJsland, de naam zegt het al en om het een beetje warm te krijgen, stopt ze ik een leuke blonde jongen bij zich in haar slaapzak  … die jongen heeft het dan ook minder koud op die manier. Het kan haast niet anders maar toen moet ze dat schimmeltje opgelopen hebben.

Dan vraagt Ria of hij ooit wel eens bij een prostituee is geweest?

Nee! Dat is niks voor mij, die viezigheid.

Ria, door wie ben jij ontmaagd?

Door een neef uit Den Haag. Een zoon van een zus van haar moeder. Hij is 37, zij net 15. Ze heeft er echt enorm van genoten. Een beetje bang is ze wel even want hij heeft een enorme grote lul en zij is zelf niet zo groot geschapen.

En Lauj? Door wie is hij ontmaagd.

Door een prostituee met blanke hangtieten, rooie krullen en veel sproeten op d’r rug; zij was 50, hij 17.

Nou zit hij verdomme toch weer te liegen!  Dat doet hij de laatste twee jaar onophoudelijk. Ze kan het niet meer opbrengen. Nu is het klaar. Maar helaas is ze afhankelijk van zijn geld.

zondag 14 augustus 2022

HET VOELT GOED

Het voelt goed. Ik had niet gedacht dat het zo goed zou voelen. Ik twijfelde er even aan of ik Maarten wel aan zou kunnen. Hij is en stuk kleiner dan ik maar ziet er wel sterk uit. Desondanks kan ik het niet uitstellen.  Ik ben helemaal klaar met Maarten.

Die avond maakt mijn vrouw Isabel een tortilla. Zoals gewoonlijk is die weer bijzonder smakelijk .  Nog voor het toetje wil ze iets met mij en onze zonen bespreken.  Ik heb werkelijk geen flauw idee waar ze het over wil hebben … de kinderen kijken mij enigszins verbaasd aan.

‘Oké’ zegt de oudste, ‘als het ijs maar niet smelt.’

Enfin, ze vertelt over Maarten. Hij is een collega van Isabel. Zij heeft met hem te doen. Zijn vrouw  is onlangs bij hem weggelopen. Sindsdien verzorgt hij zich niet zo best. Hij vereenzaamt  en is depri. ‘Wat is depri?’ vraagt de oudste.

‘Hij vindt het leven vaak niet leuk meer,’ antwoordt Isabel.

Ook verwaarloost hij zijn werk. Isabel wil hem graag helpen. Ze denkt dat het goed voor hem is om hem een tijdje een meer huiselijke omgeving te bieden. Aangezien wij toch een kamer over hebben, vraagt ze ons drietjes of wij het zien zitten om Maarten een tijdje in huis te nemen.

Ik voel gelijk al weerstand. Maarten heb ik nog nooit ontmoet. Alleen dat zielige verhaal ken ik nu. Ik kijk de kinderen aan. De jongste vraagt hoeveel jaar Maarten is en of hij kan voetballen. Maarten is 23 … of hij kan voetballen weet Isabel niet … hij heeft wel een Feyenoord-vignet op zijn jack. Onze oudste, zelf heel muzikaal, wil weten of hij een muziekinstrument bespeelt en of hij zelf ook kinderen heeft.  Maarten heeft Isabel wel eens verteld dat hij violist is in het Rotterdams Filharmonisch orkest … hij heeft twee heel jonge  kinderen, een vanéén jaar en een van drie jaar, twee meisjes. Die zijn nu bij hun moeder.

Ik zou zelf wel eens willen weten, ik kan mijn weerstand nauwelijks verhullen, waarom zijn vrouw bij hem weg is gegaan. ‘Dat is nogal simpel,’ zegt Isabel, ‘ze is verliefd geworden op een andere man en gelijk bij hem ingetrokken.’

‘Wat is ingetrokken,’ vraagt de jongste. ‘Ze zijn gaan wonen in het huis van de man op wie ze verliefd is geworden,’ antwoordt Isabel.

De jongens lijken niet zo’n probleem van Maartens komst te maken. Ik ben achterdochtig en heb het vermoeden dat er meer aan de hand is … een vrouw loopt niet zo maar halsoverkop bij haar man weg. Na enig aandringen vertelt Isabel, dat er ooit op de zaak over Maarten geroddeld is. Hij zou alcoholist zijn. ‘Dan géén Maarten hier! No way,’ zeg ik, ’eens een alcoholist altijd een alcoholist!’

Maar … ik was in ons democratische gezinnetje in de minderheid. De andere drie willen het wel proberen met Maarten.

Hij is nu zo’n week  of acht onze huisgenoot. Ik kom thuis van voetbaltraining. ’t Is een beetje laat geworden. Op de salontafel staat een heel regiment lege wijn- en bierflessen. In ‘onze’ slaapkamer, in ‘ons’ echtelijk bed, tref ik Maarten, in een zeer gepassioneerde houding  aan met mijn echtgenote Isabel. Ik zeg niks … impulsief spring ik bovenop Maarten … klem mijn duimen om zijn nek, mijn vingers om zijn hals en wurg hem. 

Het voelt goed. Ik had niet gedacht dat het zo goed zou voelen.

 

zaterdag 13 augustus 2022

RUK.

Overal in het land wappert de blauw-wit-rode ‘wappie protestvlag’; symbool van het boerenprotest. Wee degene die de vlag weg durft te halen, die is nog niet jarig. Het rommelt tussen de actieboeren en een groot deel van de Nederlanders.

‘Ruk,’ zegt Rutte in duidelijke taal. Is dat de taal van de nieuwe bestuurscultuur? Hij bedoelt te zeggen: ’Niet zo best.’ Rutte heeft het over het stikstofkaartje. Een mogelijke aanpak van het stikstofprobleem. Zijn Landbouwminister van der Wal maakte dat kaartje.

Wat er met betrekking tot de boerenproblematiek alleen maar op zo’n kaartje hoeft te staan is heel simpel:

-          Krimp de intensieve veehouderij stevig in.

-          Compenseer ruimhartiig.

-          Beloon toekomstbestendige boeren.

Ondanks de schijnbare simpelheid van dat lijstje is er nog geen sprake van het naderen van overeenstemming. De acties van de boeren worden feller, agressiever.  Een snelweg wordt met trekkers geblokkeerd en vervolgens gaan ze spookrijden. Tsja, je moet wat als Den Haag niet naar je pijpen danst.

Dit gedrag van de boeren bleef onbestraft. Terwijl, als het achterlichtje van mijn fiets ’s avonds niet brandt, ik gelijk een prent krijg van 50 euro. Of als ik wildplas: een boete 80 euro. Mij durft de politie wel aan te pakken. Nee, nu komt de politie met het smoesje  dat de prioriteit was om ’de gevaarlijke situatie te beëindigen’.

 Op zo’n manier beloont de politie dit onwettige actie voeren als normaal gedrag. Het ligt dan voor de hand dat de boerenprotesten grotesker zullen worden. Het lijkt wel of het officiële gezag bang is voor die boeren. Al jarenlang komen ze weg met intimidatie en terreur. Voor een sterk ingrijpen van de overheid hoeven ze niet bang te zijn. De teringzooi die ze op snelwegen hebben neergekwakt: onder andere brandend afval, asbest, koelkasten, mag niet opgeruimd worden. De opruimers worden door de boeren schaamteloos bedreigd en weggejaagd.

‘De hardste acties ooit,’ kondigt opper-actievoerder Mark van de Oever  (Farmers Defence  Force) aan als reactie op het vruchteloos Remkes-overleg, waaraan van de Oever zelf niet heeft willen meedoen.

Het is te hopen dat onze wetshandhavers eens gaan nadenken over maatregelen waarmee ‘die hardste acties ooit’ gepareerd kunnen worden.

Enigszins geruststellend zou het voor de burger zijn

-          als de Farmers Defence Force als terroristische organisatie zou worden bestempeld

-          als de inzet van militair materieel tegen trekkers mogelijk gemaakt wordt.

-          of als de aanjagers van dit geweld er serieus rekening mee moeten gaan houden dat ook zij ’s nachts van hun bed kunnen worden gelicht.

Een overheid die niet bereid is krachtig tegen zijn vijand op te treden, gaat verliezen en laat de meerderheid van de burgers in de steek. Optreden tegen de radicale boeren is een dure plicht. De uitkomst van de strijd tussen de vijanden en de verdedigers van de rechtsstaat, wordt niet alleen bepaald door de kracht (of het fanatisme) van de ene partij, maar ook door de zwakte van de andere. Of door het aarzelen om ter verdediging van de rechtsstaat tot het uiterste te gaan. Het is de hoogste tijd voor de overheid om zich te herpakken. Want de eerste hakenkruisvlag is al op het strijdtoneel gesignaleerd, langs de A1. Boze boeren ontkennen hier iets mee te maken te hebben.  Van de dynamiek die boze boeren hebben ontketend is die hakenkruisvlag  een onderdeel.

Deze week maakt Mark van den Oever bekend dat de boerenacties voorlopig worden opgeschort. Ze binden dus in. De Rotterdamse vlag hangt onveranderd  ondersteboven.

 

(Met dank aan de Volkskrant)

vrijdag 12 augustus 2022

EEN KLEIN DINGETJE

Laat in de middag, tien voor half vier, heb ik  een afspraak met mijn huisarts. Voor een klein dingetje. Ik ben drie jaar bij haar. Ze heeft net zo’n chagrijnige kop als Sanne Wallis de Vries. Ze is te onzeker om vriendelijk te kunnen zijn. Om vijf over half vier, een kwartier te laat dus, zie ik haar komen aanlopen over het gangetje tussen de spreek- en wachtkamer. Geen doktersjas aan vandaag maar een spijkerbroek  en een vrolijke zomerse bloes.  Ze is nu nog maar een stap verwijderd van de wachtkamer. Precies hèt moment voor haar namaaksmile: ‘Goedemiddag, meneer Jee, komt u maar mee?.’

‘Dat rijmt,’ lach ik … natuurlijk reageert ze daar niet op.  Ik doe in haar spreekkamer mijn oortjes uit. ‘Verjaardagscadeautje van mijn zoon’, wijs ik naar die oortjes. ‘Leuk’, zegt ze.

‘Alleen niet zo goed voor mijn oren zeker?’

‘Inderdaad.’

‘Daarom ben ik hier ook … voor mijn oren of liever gezegd, voor mijn linkeroor, dat zit potdicht. Ik denk dat het uitgespoten moet worden.’

Met een valse glimlach zegt ze op haar belerende doktersmaniertje: ‘U weet toch zeker wel, meneer Jee, dat u, als uw oor moet worden uitgespoten, eerst een paar nachten met een watje, ingedruppeld met olie, in uw oor moet slapen.’

‘Nee, dokter, dat weet meneer Jee niet en dat is ook nog nooit door een arts tegen me gezegd.’

‘Tsja, op deze manier zal het niet meevallen, hoor.’   

Haar valse lachje van zojuist is nu ver te zoeken. Met haar tong tussen haar tanden spuit ze warm water in mijn oor, met haar medicinale waterpistool. Onder mijn oor houdt ze een metalen schaaltje,  zo een, waaruit wij thuis rundvlees met vette jus serveren. In dit schaaltje moeten brokjes oorsmeer met het warme water terecht komen. Het gaat niet zoals ze wil. De godvers spetteren uit haar ogen en omdat het alsmaar niet lukken wil, spuit ze steeds warmer water mijn oor in, tot het zo heet is dat ik spontaan begin te fluiten. Dit is het signaal voor haar om de pijp aan Maarten te geven. ‘Het gaat zo niet, meneer Jee. Er zit nog veel meer smeer in uw oor maar ik krijg het er nu niet uit. Voor de volgende behandeling adviseer ik u dringend om een paar nachten met een oliewatje in uw oor slapen. Dan is het voor mij fluitje van een cent om u te verlossen van uw doofheid. Maakt u op het secretariaat maar een afspraak voor over twee weken.’

Goed, dag dokter.

Dag meneer Jee.

donderdag 11 augustus 2022

MEEZINGEN

 

Donker schaamrood zou ik op de kaken krijgen als bekenden mij het lied: ‘Ik krijg een heel apart gevoel van binnen’ van Corrie Konings zouden zien meebrullen. Mijn vrouw, Carola,zingt graag dus vanavond is het smullen voor haar. In de Havenloods staat dat deze zaterdagavond ‘Rotterdam zingt mee’ gehouden wordt.

 ‘Waarom ga je niet lekker mee, Jee?’ vraagt ze me aan het eind van de zaterdagmiddag, ‘er is niks lekkerder als uit volle borst zingen en zeker als je dat doet met een stel mensen tegelijk.’ ‘Is er echt helemaal niks lekkerder, Carool?’ ‘Ha ha ha, wat kinderachtig zeg ... nee, even serieus, ga je nou wel of niet mee? Zo'n avond als deze kan eenvoudig niet stuk. Bovendien is het ook nog eens heerlijk weer, zwoel.'

Tsja, om nu de hele avond in dit benauwde huis blijven hangen, daar heb ik ook weer geen trek in, bedenk ik me. Ik denk dat er niet veel anders op zit dan mee te gaan zingen of zal ik toch maar gewoon thuis blijven … oooooo …  ik word gek van mezelf. ‘Ik weet nog niet wat ik doe, Carola, laten we eerst maar gaan eten.'

Ik besluit toch maar te gaan zingen. Hoe stom ik dat zingen ook vind, ik ben dan tenminste onder de mensen. Daar sta ik dan … aan de voet van de Laurenskerk … een gigantisch scherm  toont beelden van ons, het grote koor en de tekst van de liedjes … een soort karaoke dus. Als we aan komen lopen, horen we Willy Alberti met ‘de glimlach van een kind’. Carola zingt het lied gelijk uit volle borst mee … ze geeft me een por: ’kom op, ik hoor je niet’ Schielijk kijk ik om me heen en als de kust veilig is, neurie ik het lied mee. Vrolijk hossen vind ik gênant, laat staan uitbundig zwaaien.

Ik word op mijn schouder getikt door Frits, een collega, ‘Ha, die Jee, jij hier? Jij bent wel de laatste, die ik hier zou verwachten.  Zo’n doorgewinterd dead metal figuur. Geen grotere smartlappenvermijder als jij, toch? En niet te vergeten Willy Alberti-hater. Hij is nu al jaren dood. Maar ik heb je wel eens horen zeggen, dat als hij nog zou leven, dat je hem dan……' ’Genoeg, Frits, zo kan die wel weer’

‘Nu zie ik je hier staan, Jee: deinend, wuivend en zingend. Ik sta er echt versteld van. Je collega’s ook denk ik. Ik heb foto’s van je gemaakt. Die laat ik maandag op de zaak zien. Kunnen ze ook eens lachen. Tot volgende week.’

Carola en ik lopen naar huis. ‘Ik had gewoon niet naar je moeten luisteren. Sta nu echt mooi voor lul voor de hele zaak.....reken maar dat die klootzak van een Frits die foto’s naar alle afdelingen mailt. Waarom bleef je eigenlijk alsmaar aan me kop zeiken, dat ik mee moest gaan en dat het zo leuk zou zijn. Ik meld me ziek maandag.’

‘Maak je toch niet zo druk over die foto’s, Jee. Probeer er zelf ook een beetje de lol van in te zien. Trouwens  ik heb vanavond  lekker gezongen en jij volgens mij ook. Totdat dat achterlijke gebakkie ineens voor je neus stond.’

woensdag 10 augustus 2022

PAP

Van Rachel krijg ik een mooie en lieve kaart voor mijn verjaardag.  Rachel, die ook bij Claude in Avignon  logeert, is een Amerikaanse uit de staat Florida; ze is 23 en weegt schat ik 125 kilo bij een lengte van 1.68. In de Amerikaanse Jerry Springer-show figureren nogal eens dergelijke types. Rachel is overigens een vriendelijke dame. Ze heeft een stralende glimlach, is een beetje verlegen, erg zachtaardig en vraagt me honderduit over wat er in Holland speelt. Ze is een paar maanden in Avignon; ze combineert een baantje op de Amerikaanse ambassade met een cursus Frans. Ze wil op den duur lerares Frans worden in de Verenigde Staten. Rachel ligt in het kamertje naast mij. Ze blijft soms hele dagen (in de hitte; gemiddeld 28 graden) op haar kamer. Het valt natuurlijk niet mee met dat zware lijf….in die hitte. Ze zegt dat ze van regen houdt. Heerlijk, regen en het klopt: want, gedurende 2 dagen van mijn verblijf in Avignon was het echt noodweer en toen zag ik een bijzonder actieve Rachel. Merkwaardig genoeg, heb ik Rachel nooit veel zien eten; ze verklapt me eens dat ze het eten van Claude niet lekker vind. Ze laat ook meestal meer dan een half bord eten staan. Eigenlijk heb ik haar maar één keer veel zien eten. Dat was de keer dat ik voor alle gasten bij Claude kookte: witlofsalade met kaaspuree en een balletje gehakt … ongelooflijk … ze breken de tent af….zo lekker vinden ze het. ‘Delicious, delicious,’ zegt Rachel alsmaar … en zó veel van de Engelse taal weet ik nou ook weer wel, dat delicious ‘lekker, ’ betekent. Toch is ze geen grammetje afgevallen tijdens haar verblijf. Dus zal de plaatselijke Mac Donald wel een goeie aan haar hebben gehad. Na het ‘witlof-succes’ gaan we met z’n allen naar de grote markt, langs de Rhône. Het is rond elf uur ’s avonds. Honderden mensen vergapen zich aan allerlei, in vele kraampjes uitgestalde snuisterijen uit de hele wereld. Enkele van de vele aanwezige Afrikanen maken muziek op door henzelf vervaardigde muziekinstrumenten. Het doet denken aan het aanbod van marktkraampjes op het voormalige Rotterdamse Dunya maar dan veel grootschaliger. Ik koop een reusachtige bruine snijboon, die gebruikt kan worden als percussie-instrument. Cadeautje voor mijn muzikale jongste zoon.

Op die markt brengt Claude me in contact met een alleraardigste man, Hendry, een Belg, die me in contact zal brengen met de fietsverhuurder. Die Hendry, ziet er trouwens niet uit, zijn gezicht is bont en blauw geslagen.

‘Mijn vrouw……’, zegt hij. ‘Uw vrouw? Wat is er gebeurd dan?’ vraag ik bezorgd en nieuwsgierig tegelijk.  ‘Ja, ik zie mijn vrouw zo voorover staan, met haar kont verleidelijk naar achteren. Ze is iets aan het zoeken in de vriezer. Ik heb geen idee wat …  kan me dan niet  beheersen. Ik ga op haar toe, til haar rok omhoog, schuif haar slipje opzij en net als ik hem er bij haar in wil  hangen, komt ze omhoog uit de bukhouding, draait zich om en slaat me verschillende keren met een zak ijskoude, keiharde frites tegen mijn hoofd. Ik dacht dat ik doodging.’

‘Is dat nou niet een beetje overdreven reactie, meneer? U bent toch man en vrouw? Ik bedoel … u bent toch met elkaar getrouwd, neem ik aan?’ ‘Ja, normaalgesproken lust ze er wel pap van maar gisteren beslist niet … in die supermarkt!’

Na het bezoek aan de grote markt duik ik,nog net voor middernacht, mijn bed in. Morgen vroeg op: om half acht Rachel uitzwaaien. Ze gaat met de Thalys naar Marseille en daarvandaan vliegt ze naar Florida.