Posts tonen met het label Canada. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Canada. Alle posts tonen

dinsdag 16 augustus 2022

DE REDDENDE ENGEL.

Het thema, dat het gezin waarin ik opgroei, het op zijn zachtst gezegd, niet zo breed heeft, is in dit blog al meer dan eens langs gekomen. Een van de gevolgen van die armoede is dat zich regelmatig, al dan niet professionele redders aandienen. Zo is daar de katholieke kerk. Mam stuurt me soms naar de pastorie, het woonhuis van de pastoor en zijn trouwe hulpen, de kapelaans. Met een zorgelijk gezicht  zegt ze tegen me:

‘Paultje, ga es even naar kapelaan de Groot en vraag hem tien gulden. Zeg hem  maar dat mamma geen geld heeft voor het eten. Zeg hem maar dat mamma het geld terug komt brengen zodra pappa weer terug is uit Canada.’

Een oude mevrouw met een zuinig gezicht, opgestoken haar en een rode bloemetjesjurk, doet de deur van de pastorie  open. Ze luistert naar mijn vraag en zegt dat ik even moet wachten. Buiten.  Dat maakt mij niet uit, want het is lekker weer. Het duurt niet  zo lang of de kapelaan komt zelf aan de deur.

Hij is heel aardig. Ik ken hem. Hij geeft ook les over Jezus en zijn apostelen bij ons op school. Ook over Maria, de Moeder van God,  vertelt hij wel eens. Kapelaan de Groot heeft een bijzonder vriendelijke uitstraling; een man met een grappig, rond hoofd, zachtaardige ogen en een rustige sympathieke glimlach. Het enige dat ik afstotend vind aan hem, zijn z’n kleine, roze, vlezige handjes, met korte dikke worstvingertjes.  Die doen me akelig veel denken aan de handjes van mijn ene opa, de vader van mijn moeder, die zijn handjes niet thuis kan houden. Aan menig kleinkind heeft hij zich vergrepen. Aan mij dus ook. Over kapelaan de Groot heb ik trouwens helemaal niks te klagen!

Mam is dol op de kapelaan en dat is duidelijk wederzijds. Ze steken dat ook niet onder stoelen of banken. Als kleuter is hij veel  ons thuis. Mam en hij  drinken thee, snoepen chocolaatjes en lachen samen veel. Ik krijg dan ook chocolaatjes, net als mijn zusjes, natuurlijk!

‘Ha Paul,’ zegt de kapelaan en verder niets ... hij glimlacht.  Hij pakt zijn portefeuille, trekt er zo’n blauw briefje van tien gulden uit (nog  gloednieuw, zonder kreuken) en geeft het aan mij.

‘ Stop het maar goed weg jongen en zeg maar tegen mamma, dat ze het me niet terug hoef te geven, hoor.’

‘Aardig,‘ denk ik.

Ik weet niet of kapelaan de Groot iets terug verwacht van mam voor zijn gulheid. De katholieke geestelijken schijnen veel meer  behoefte aan seks te hebben dan mag  van het celibaat. Als kapelaan de Groot mam zou proberen te verleiden, zou ze dan toehappen, denk ik wel eens? Ik heb me zoiets eigenlijk nooit van mam kunnen voorstellen. Tot het moment dat ze me toevertrouwde, dat een broer en zus van mij, verwekt zijn door andere mannen dan pappa.  Welke zus of welke broer wilde ze me niet zeggen. Zou ze haar drempel, met betrekking tot seks, verlegd hebben, om daardoor wat ruimere financiĆ«le armslag te krijgen??

Hoe het ook zij: kapelaan de Groot is er altijd voor mam. Door zijn giften redt ze het soms net. Mam noemt kapelaan de Groot niet voor niets haar 'reddende engel'.