maandag 28 februari 2022

EEN KOPJE THEE

Zes jaar geleden leer ik een oude dame  kennen. Lichamelijk, maar veel mèèr nog geestelijk, voelt zij zich een wrak. Door haar zwakke knieën en een uitstulping aan haar bovenrug,  loopt ze niet meer zo makkelijk.  Haar leven wordt gedomineerd door angsten.  Ze is aan huis gekluisterd.  Haar dagen brengt ze door in eenzaamheid,  die gepaard gaat met smartelijk huilen en ondraaglijke migraineaanvallen … en dit al meer dan dertig jaar.

Ik leer haar kennen in onze kerk, de kerk van de Heilige Maagd  Maria.  Ik ben daar vrijwilliger op de dinsdagmiddagsoos.  Oudere dames (60+) komen daar bijeen, om de tijd te doden; te babbelen, iets te drinken, te snoepen en een spelletje te doen.  Jokeren, monopolie ook populair is mens erger je niet. Ikzelf ben een man, wat jonger dan de dames hier: vijfendertig.  Vrijwilliger. Mijn taak op deze soos is ervoor te zorgen dat alles gladjes verloopt: dat iedereen kan spelen, iedereen haar natje en haar  droogje heeft en dat niemand met haar ziel onder haar arm komt te zitten. 

Haar spelletje jokeren is afgelopen, de oude dame heeft dan even niets om handen en dan zit ze wel zo in elkaar, dat ze ‘er op af gaat’.  In dit geval op mij. Zo komt ze me complimenteren met het feit dat ik, zo belangeloos, mijn best doe om het haar en de anderen natuurlijk naar de zin te maken.  Zó positief zeker als je in aanmerking neemt hoe het haar tegen zit in het leven. Het zou niks voor háár zijn dat vrijwilligerswerk.  Werken lukt haar überhaupt niet meer.  Ze is vijftien jaar onderwijzeres geweest op de Rooms-Katholieke Sint Lazarusschool. De mooiste tijd van haar leven. Alle klassen heeft ze gedaan. Het leukst vond ze nog wel de zesde klas … dat noemden we toen nog zo … tegenwoordig heet dat groep 8.  Tja, daarna moest ze haar leerlingen loslaten; gingen ze naar de mavo, de technische school, de hbs of naar de spinazie academie, zoals ze de huishoudschool destijds ook wel eens noemden.  Ze beet even onopvallend op haar rood gestifte lippen ... glimlachte even.  Ze heeft ook altijd genoten van de schoolreisjes: naar de Kennemer Duinen, de Drunense Duinen, de Efteling. Een miskleun als schoolreisje vond ze de Passiespelen in Tegelen, Zuid-Limburg. Dat was een verplicht nummer: we waren immers een katholieke school. Zo saai. Een eindeloos toneelstuk in de buitenlucht over  het leven en lijden van Jezus. Ze draait haar zegelring  rond om de ringvinger van haar linkerhand.  Heel jeugdig heeft ze haar nagels extra lang laten groeien; ze zijn felrood gelakt.

Zevenendertig was ze toen ze heel erg ziek werd. Ze kon geen les meer geven. Zware depressies en hoofdpijnen teisterden haar. Ze werd  al gauw voor 100% afgekeurd. Haar wachtte de WAO. Tot mijn grote verbazing vertelde ze me dit laatste nog tamelijk monter.   

Overduidelijk is het dat de oude dame  alle angst, depressie en chagrijn niet heeft meegenomen naar de soos. Vriendelijk lachend nodigt ze me uit om binnenkort  eens bij  haar een kopje thee te komen drinken. Als je wil kan het zo dadelijk wel, direct na de soos.

Het opruimwerk is gedaan; de zaal is weer schoon. Eerst even mijn vrouw bellen, dat ik wat later thuis kom. Dan ga ik naar mijn thee-afspraakje. Ze verwelkomt me hartelijk. De oude dame heeft zich vliegensvlug omgekleed. Ze heeft nu een pikant  rood bloesje aan met een wat dieper décolleté dan zojuist op de soos. Haar lippen heeft ze bijgestift.  Ze gaat me vòòr naar de woonkamer, waar de thee al op een réchaud klaarstaat. Bij de thee snoepen we een bitterkoekje. Ik vertel haar dat mijn zoontje volgende week maandag zeven wordt. We gaan dan met zijn drietjes naar Blijdorp.   

Als we de thee op hebben,  zegt de oude dame opeens dat ze 64 is en vraagt er gelijk achteraan hoe oud ik ben. Eerlijk gezegd had ik haar wat jonger ingeschat.

‘Ik ben bijna 36’.  

‘Oeps,’ zegt de dame, ’wat lekker jong nog. Weet je, ik vrees dat de Heilige  Maagd Maria mij niet naast haar in de hemel zal dulden. Ik ga namelijk altijd, na het eerste kopje thee dat ik drink met een man, met hem naar bed … zélfs al is hij getrouwd.’ De oude dame staat op, maakt wat knoopjes los van haar rode bloesje en vraagt hem met haar mee te lopen.          

zondag 27 februari 2022

EEN KORSTJE

Aaauuuw! Fenny, zijn kat, springt  van schrik wel een meter de lucht in. Kees schreeuwt moord en brand. Hij haalt zijn arm lelijk open aan een onbekend soort bamboe. Die struik komt steeds dieper zijn tuin in. De bamboe komt aangewoekerd uit de tuin van zijn buurvrouw. Jaren geleden nam zij een stek mee uit Zambia, haar geboorteland. Een heel bijzondere soort. Kees zoekt op Google wat het precies voor bamboe is. Hij komt er niet precies achter maar de ‘zwarte bamboe’ komt er het meest bij in de buurt. Pas op voor de wortels, want die zijn vlijmscherp, staat er nog bij. Dat laatste is ie even vergeten, als hij een hortensia wil verplaatsen.  Kees snijdt zich dan aan een voortwoekerende bamboewortel. Hij bloedt gelijk als een rund. Het is nauwelijks te stelpen. Zijn vrouw komt, met de heggenschaar nog in haar hand, op de oerkreet van Kees af. Geen moment aarzelt ze, laat de schaar uit haar hand vallen, pakt de verbanddoos en gaat aan de slag.

 

Het genezingsproces lijkt voorspoediger  te verlopen dan verwacht. Lijkt, want twee weken later wordt zijn arm eerst rood en dan op de plek van de verwonding, griezelig dik. De dokter staat er versteld van: ‘god zegene de greep’ zegt hij. Hij weet niets beters te doen dan een antibioticakuurtje voor te schrijven.

 

Op een avond, net gegeten, krantje gelezen en onderuit gezakt voor de tv: kijken naar een voetbalwedstrijd. Terwijl hij zit te kijken draait hij onbewust met zijn rechter wijsvinger om de inmiddels dichtgegroeide wond. De pijn en jeuk nemen toe, Hij kan haast niet stil blijven zitten. Wrijven en krabbelen over het korstje helpen niets.

 

Het voetbal kabbelt voort; het was weer eens zo’n wedstrijd, waarvan  je na afloop zegt, dat je blij bent dat je niet gekeken hebt. Kees heeft niet in de gaten dat het korstje steeds losser komt te zitten.  Een grove overtreding in de voetbalwedstrijd doet Kees opveren en tegelijk geeft hij het korstje het laatste zetje. Als een dekseltje van een doosje tilt hij het korstje van de wond. Echt makkelijk gaat het niet. De korst is toch los … maar er blijkt nog iets ònder te zitten. Heel langzaam beweegt het korstje omhoog. Kees voelt nog wel wat kriebelen; maar krabbelen kan hij niet.  Dan ziet hij tussen de wond en de korst iets bewegen; iets levends, gelig, doorzichtig, een langwerpig soort plaaginsect met vele tientallen krioelende, friemelende pootjes.  Kees trekt de korst nu snel omhoog. Onder de korst hangt het insect van zeker een decimeter lang. Hij slaakt een rauwe kreet … werpt korstje en beest van zich af. Fenny, de kat springt met beide voorpoten boven op de korst en het ‘beest’. Ze verslindt het wriemelende plaaginsect en het korstje onmiddellijk.

Niet lang daarna krijgt Fenny kuren. Ze maakt sprongen, die we alleen kennen uit haar jonge jaren. Rolt meer op haar rug over de grond dan ze ooit deed. Ze maakt oorpijnigende geluiden. Drie weken later is Fenny dood en begint Frans zijn haar plotseling weer te groeien..

zaterdag 26 februari 2022

SPELLETJESAVOND

De vriendelijkheid van Peter is Agnes de eerste dag dat hij bij haar op de zaak komt werken al opgevallen. Vanavond gaan ze bij Agnes thuis scrabbelen.  Hij komt voor het eerst bij haar thuis. Kussen is er niet meer bij sinds de corona en van ‘de boks’ en ‘elleboogjes’ houden ze allebei blijkbaar niet. Hij geeft Agnes een doosje: ‘wat lekkers voor bij de koffie, ik hoop dat je het lekker vindt.’

 ‘Oh, ik lust alles.’ Agnes neemt zijn leren jack aan. Ze gaat hem voor naar de woonkamer.

 ‘Mooi hier Agnes. Je laminaat, tapijt en bank  … het combineert echt fantastisch ...en wauw, die tekeningen … oostindische inkt  … prachtig , die uitvergrote insecten ...  wie heeft ze gemaakt?’

‘We hebben ze gekocht op een kunstjaarmarkt in Beverwijk. De werken zijn van Daan Benoké. Ton en ik zijn er weg van, we hebben er gelijk maar drie gekocht. Nog geen moment spijt van gehad. Ze hangen er al vijftien jaar.’ Peter gaat op de bank zitten. Zij gaat koffie zetten.

Peter is een collega van Agnes. Ze zitten samen met  nog twee andere collega’s in de ondernemingsraad van de zorginstelling ‘Havenzicht’. Agnes is voorzitter van die o.r. Ze hebben het heel druk met de op handen zijnde fusie.

Agnes en Peter speelden beiden een paar weken geleden voor het eerst samen ‘Scrabble’ op een spelletjesavond voor medewerkers van Havenzicht. Er werd niet alleen gescrabbeld; ook geklaverjast en gerummikubd. Agnes en Peter speelden die avond twee potjes tegen elkaar. Twee keer werd Peter helemaal in de pan gehakt door haar. Hij wilde revanche. Dat kon hij krijgen. Daarom zit hij hier bij haar thuis. Dit is de enige avond dat ze kan.

Maar eerst: koffie … met appelgebak.

‘Lekker appeltaartje Peter. Goed idee van jou.‘

‘Moest je man vanavond werken, Agnes?’

‘Neen, Ton heeft een tweedaagse  cursus in Wageningen. Morgen is hij weer thuis.’

‘Wat een ellende hè, Oekraïne?’

 ‘Ja, dahag,  Peter, daar ga ik het vanavond echt niet over hebben. Ik word daar zo depri van. Trouwens, we zijn hier toch om te scrabbelen? Ik ga gauw het spel pakken.’

Ze zijn aan de eettafel gaan zitten. Daar is tenminste ruimte genoeg. Alle letterblokjes worden omgedraaid. Peter mag beginnen. Hij heeft geluk want met alle zeven letters kan hij een woord maken: RUSLAND.

‘Geldt niet, eigennamen mogen niet,’ zegt Agnes.

‘Jammer’. Dan maakt hij het woord DANS; maar dat scheelt wel mooi zestig punten.

D’r is gestommel in de gang. ‘Hallo Agnes!’

‘Hè, Ton is nou al terug?’ zegt Agnes tegen Peter.‘ Hij zou morgen pas komen.’

‘Ik voelde me niet zo lekker, schat,’ zegt Ton, terwijl hij nog wat aan het rommelen is in de gang. Ik ben wat eerder weggegaan.’ Dan komt Ton de woonkamer inlopen. Zijn bek valt zowat open: hij ziet zijn vrouw met  een vreemde kerel  aan zijn eettafel zitten.

‘Goeienavond samen.  Mag ik me even voorstellen: ik ben Ton, de echtgenoot van Agnes. Wat moet ik hiervan denken? Wat heeft dit te betekenen, Agnes?  Elke avond ben ik verdomme thuis. Behalve deze ene avond.  En héél toevallig, ga jij op deze ene avond met die man een spelletje zitten spelen.’                                                  

   

vrijdag 25 februari 2022

VOCHTIG WC-PAPIER

 Hij moest wel drie keer roepen voor ze reageerde en ze reageerde tenslotte omdat hij de derde keer ‘godverdomme’ aan haar naam vooraf liet gaan.

‘Ik kom zo naar beneden, man. Doe es effe rustig. Ik ben de was aan het opvouwen.’

‘Nee, ik doe niet rustig, Carla, kom godv … ‘

Carla heeft haar muziek al weer knetterhard aangezet; ze lalalalalalalaat mee met ‘Non je ne regrette rien’ van Edith Piaf. Dat nummer zet ze altijd op bij saaie klussen. Ook bij strijken, aardappelen schillen, ramen zemen en stofzuigen … dan is er tenminste nog iets moois om van te genieten.

Van heel ver af dringt er een iel stemmetje tot haar door. Ze zet de muziek zacht en hoort Theo.

‘ … poepen, verdomme Carla, ik moet poepen; ik kan het niet meer houden. Je moet nu gauw naar beneden komen!’

Ze stommelt meteen de trap af.

‘Ik kan toch ook niet ruiken dat jij moet poepen, Theo ... nou ja, hoewel …’

   … schiet nou maar op, ik doe het zowat in mijn broek.’

Carla rijdt haar vriend in zijn rolstoel naar de toilet; sinds kort hebben ze een invalidentoilet.‘ Dat is wel een zegen hoor, die invalidentoilet. Wat hebben we staan klooien in dat kuthokkie van één vierkante meter. Daar zijn heel wat ‘ongelukjes’ gebeurd. ‘t Is niks, maar hij moest dan ook altijd weer van onderen helemaal verschoond worden.’

Zij maakt zijn broek los, laat die alvast een beetje zakken. Om zijn rolstoel uit te kunnen komen moet hij zich optrekken aan Carla, dan draaien ze een kwartslag. Gelukkig is Theo niet zo zwaar. Ze trekt zijn broek nog wat verder naar beneden. Ze laat hem op de pot zakken, dan kan hij zijn gang gaan. Snel doet ze de wc-deur achter zich dicht. Ze loopt een eindje weg, de huiskamer in. De pers- en plonsgeluiden hoeft zij niet zo nodig te horen. Zij is nog niet klaar met hem. Deze klus is nou niet bepaald saai maar ze vindt het wel heel erg jammer dat ze hier ‘non je ne regrette rien’ niet knetterhard kan op zetten. Neuriën heeft ze al eens geprobeerd maar daarvoor heeft ze helaas geen power genoeg.

‘Carla, ik ben klaar,’ roept hij .

‘Spoel je zelf eerst even door, Theo?’ Dat vergeet hij nogal eens .. gééft helemaal niks, dan zèg ik het gewoon. Het scheelt in ieder geval een aardige lading stank. Als Theo zegt, dat hij ook al luchtverfrisser gespoten heeft, ga ik zijn kont afvegen. Ik gebruik van dat vochtige wc-papier van Edet, dat vinden we allebei wel prettig. Het veegt heel goed schoon, het ruikt ook zo lekker fris . Tot slot nog even handen wassen, Theo zijn broek aantrekken en hem weer in zijn rolstoel laten zakken. Dan zet ik hem voor de tv. Hij kijkt graag tv, die lieve schat, als het maar sport is; maakt niet uit wat.

Drie maanden geleden: Theo staat met een stel vrienden in het NEC-stadion naar de voetbalwedstrijd NEC - Vitesse te kijken. Het vriendenclubje is voor NEC en dat scoort: 1 - 0. Terwijl de uitbundige NEC-supporters juichen, dansen, en springen, stort opeens een deel van hun tribune in. Tientallen toeschouwers, waaronder Theo en twee van zijn vrienden, vallen van drie, vier meter hoog. Zijn maatjes mankeren nauwelijks iets. Theo heeft een dwarslaesie.

           

 

donderdag 24 februari 2022

OORLOG

Nou gaat het tòch weer helemaal de verkeerde kant op. Ik dacht dat het , met het eind van de gevechten in het voormalige Joegoslavië, voorlopig even gedaan was met oorlog in Europa. Verklaart die paranoïde eikel van een Poetin, leider van Rusland,  Oekraïne de oorlog. De ‘romanticus’ wil de oude Sovjet-Unie zeker in alle eer en glorie herstellen. Terwijl ik dit schrijf zijn er al vele doden en gewonden gevallen. Burgers en militairen. Volwassenen en kinderen. Russen en Oekraïners. Een ware uittocht uit Oekraïne is op dit moment gaande. Kiev, de hoofdstad van Oekraïne, is niet meer te ontvluchten per auto. Alle treinkaartjes de goeie kant op zijn uitverkocht. Alle uitgaande autowegen zijn verstopt.

‘Verzet je niet,’ is de voorlopige boodschap van de Russische leider aan de Oekraïners, ‘doe je dat wel dan zal je dingen meemaken, die je nog nooit in je leven hebt meegemaakt.’ Een forse bedreiging. Angst is te zien in hun ogen; onrust in hun bewegingen. Tegelijk klinkt dapperheid in hun woorden door. Ook in hun daden: tegen beter weten in bestrijden ze de Russische militairen met wapens die ze van hun eigen leger  krijgen. Dat gaat allemaal tot onnodig bloedvergieten leiden. Russische en Oekraïense militairen, moeten elkaar gaan afmaken in deze strijd, die in gang gezet is door de zwaar verwarde despoot Poetin.

Behalve in de regio waar het oorlog is, heerst over vrijwel heel de westerse wereld een gevoel van verontwaardiging. Verontwaardiging dat de Russen, neen: Poetin, ons de vrede heeft afgepikt. Ook in Europa, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en misschien nog wel meer landen zijn inwoners ongerust over deze brutale agressieve daad van  Poetin. Verspreidt oorlog zich verder over de wereld?

Uit de berichten die ik tot op heden gehoord heb leid ik af dat Oekraïne dapper is. Dat het land van alle kanten hulp aangeboden krijgt. Tegen Rusland worden zogenaamd zware sancties ingesteld, sancties waar door Poetin hartelijk om gelachen wordt. Noem het maar gerust ‘peanuts’ die sancties, in vergelijking met de overweldigende hoeveelheid Russische militaire eskaders, die Oekraïne zijn binnen gevallen.

Hoe jammer het ook is: Oekraïne heeft geen schijn van kans. Dictator Poetin gaat hier winnen. De rat ‘Oekraïne’ zit nú al zowat in de val terwijl de strijd nog maar net begonnen is. Tegen de tijd dat Oekraïne capituleert tellen we, van beide kanten, duizenden doden, verminkten en gewonden . Aan de kant van de Oekraïners zal het aantal slachtoffers hoger zijn dan aan de kant van de Russen. Vooral onder de Oekraïense vrouwen en kinderen.

Ik zie Poetin er ook wel voor aan om, net zoiets te doen als de Servische oorlogsmisdadigers Mladic en Karadzic in 1995 gedaan hebben met de Bosniërs: genocide plegen:  veel of alle Oekraïense mannen en jongens boven de zestien jaar fusilleren en in massagraven gooien.

Goed is het om te horen dat niet iedereen in Rusland achter de oorlogsmisdadiger Poetin aanloopt: honderdveertig Russische burgemeesters hebben bij het Kremlin geprotesteerd tegen deze invasie. Positief is ook dat er in Nederland Russen wonen die zich keren tegen de gewelddadige acties van hun leider. Ik wens alle Oekraïners heel veel sterkte.

              

woensdag 23 februari 2022

WAAR ROOK IS IS VUUR

 

Sinds ik mijn naaste buurvrouw Vera de buurtroddel over haar prille vriendje Koos  vertelde, ben ik bang voor zijn wraak. Ik heb al jaren een oogje op Vera maar ik zie met verdraaid grote tegenzin, dat er iets moois groeit tussen haar en Koos, die pas bij ons aan de overkant is komen wonen.  

Gezellig drinken ze samen thee in de tuin…..hij neemt een lekker cakeje mee: ’zelf gebakken’  liegt hij, want: vanmorgen bij de bakker gekocht … heb ik zelf gezien. Koos is een gescheiden agressieveling (van horen zeggen dan) en Vera een bewust ongehuwde moeder, dromerig flowerpowertypetje.

   Koos helpt een handje in de tuin: beetje gras maaien, hegje knippen, struikjes snoeien Hij plakt haar lekke fietsband en vandaag zie ik hem in de weer met het schuren van het tuinameublement. Het moet niet gekker worden. Dat wordt het toch wel: hij gaat staan verven voor haar.

Met die roddel dacht ik mijn concurrent Koos uit te kunnen schakelen. Vera vond het blijkbaar niet zo’n probleem, wat hij had uitgespookt. Ik zou zo’n figuur als Koos absoluut niet in mijn huis willen hebben. Maar Vera …ze gaan veel met elkaar wandelen. Soms heel lang ook. Zo af en toe dan gaat zij even bij hem op bezoek … en dan komt hij weer eens vrolijk in háár huisje, naast mij....en dat gaat zo maar door.  

   Wouter is de zoon van Vera … negen jaar met zeker negen kilo aan overgewicht. Wouter gaat pesterig expres op een net door Koos geverfd houten tuinstoeltje zitten: benen, handen  en korte broek zitten onder de groene verf. Wouter pakt bij het naar binnen gaan, met zijn verfhanden het colbertje, dat Koos aan de tuindeurknop heeft gehangen. ‘Godverdomme,’ vloekt Koos. Met een rood hoofd vliegt  Koos op uit zijn ligstand.in het gras. Hij lijkt Wouter te gaan aanvliegen.

Het is een geluk dat Vera er net aankomt en tussen haar zoon en haar vriend belandt. Zo voorkomt ze erger. Wouter weet nu genoeg…kinderen voelen het vaak perfect aan als er iets niet pluis is met iemand. Daar hebben ze een zesde zintuig voor. 

  

De roddel vertellen geeft me een kick. De angst nadien beklemt me.

Koos heeft net een baksteen door mijn voorruit gegooid en enkele planten in mijn tuintje vertrapt. Terwijl ik bezig ben de schade in mijn tuin te herstellen, komt Koos op me af.  De stoom komt uit zijn oren. Het zweet breekt me aan alle kanten uit; mijn handen, mijn armen verslappen. Met gebogen hoofd staat hij voor me en haalt met zijn rechtervuist razendsnel naar me uit. Uitgeteld lig ik op mijn grasperkje. Vaag hoor ik Vera gillen. Koos staat over me heen gebogen en met zijn hoofd vlak boven mijn gezicht, bijt hij mij toe: “Ik hèb mijn ex niet het ziekenhuis in geslagen, ik heb mijn kinderen nooit misbruikt en ik hèb dus ook nooit in de bak gezeten. Als je dat nog één keer  hier in de buurt rondbazuint maak ik je echt helemaal af,  vuile teringklootzak!” Mijn gezicht zit vol speekselspetters van die agressieveling.

   Nog nahijgend van boosheid loopt Koos naar zijn huis aan de overkant; Vera stelpt het bloeden van mijn gescheurde lip. Doet er wat jodium op. Dat prikt venijnig. Vera wil, na wat ze vandaag allemaal gezien en gehoord heeft, niks meer met Koos te maken hebben.  

   ‘Je lipje zal gehecht moeten worden, Kurt’ zegt Vera, er móét ook haast wel een tandje van je loszitten na zo’n dreun.’

   ‘Lipje ... tandje ...dat klinkt lief.’

  ‘ Trouwens Kurt, zullen we de politie even bellen? Zoiets mag Koos toch niet straffeloos doen, lijkt mij …’

   ‘Nee, laat maar zitten, Vera, dat wil ik niet.’ Die dreun is niet helemaal onterecht … .ik heb die roddel rondgebazuind ,,, zonder de waarheid precies te kennen. Hoewel, waar rook is, is vuur.

   Het pijntje aan het lipje en het losse tandje. Wat een taai ongerief; maar hoe liefdevol is Vera’s zorg .. en daar was het mij toch om te doen!

 

 

 

   

dinsdag 22 februari 2022

MOOIER DAN IK WILDE DROMEN

 

Op het moment dat ik, over mijn vrouw  Ineke heen,  het  bed in stap krijg ik opeens zin in een nachtelijk avontuurtje met die lieve  Lucia. Ik wil dromen over haar. Probeer, zo vlak voor het slapen gaan, haar slanke lijf, haar zachte, vriendelijke gezichtje, haar steile, glanzend-zwarte haar voor me te zien. Ik voel de warmte van haar  schouders, haar rug, haar armen. Zachtjes knijp ik even in haar stevige, ronde billen. Met beide handen streel ik haar buik, haar heupen. Woel door haar schaamhaar. Die volle borsten van haar .. zo heerlijk. Met mijn vingertoppen masseer ik zachtjes de hard geworden tepels. Ik schuif mijn onderlichaam naar voren en prop het dekbed tegen me aan. Ik heb een stijve. 

‘Oh, liefste’, kreun ik van binnen.

‘Oh, lieve schat’

   Dan krijgt Ineke een verschrikkelijke hoestbui. Van schrik lig ik in een mum van tijd weer met een slappe lul. Met een ruk komt Ineke omhoog, neemt een slokje water, een stophoestje en ze valt weer als een blok in slaap.

   De schrik maakt plaats voor schuldgevoel over de ontrouw-fantasie. Ooit fantaseerde ik volop over Ineke. Zoals ik destijds háár in mijn spinsels liet genieten, verwen ik nu Lucia… en mezelf. Lucia, van oorsprong een Griekse, is niet ouder dan veertig geworden. Ze is zeven jaar in Nederland; ik  ken  haar een jaartje, via mijn werk.   Ineke is vierenvijftig; we delen al meer dan dertig jaar lief en leed. Ze is lief, zorgzaam. Net als ik. Hoewel … wat betekent dat nu eigenlijk nog: ‘lief en zorgzaam’, als je je naast je vrouw zo ligt op te geilen op een ander!?

   Ik woel me op mijn linkerzij en ben weer zorgeloos met Lucia. Zorgvuldig zoekend naar de juiste Nederlandse woorden hoor ik haar lage, enigszins hese stem zeggen, dat ik zo echt, aandachtig en zorgvuldig ben. Haar kleine bril met donker montuur zet ze af, waardoor ze nog wat zachter, warmer, dichterbij is. Ze is er blij om te horen, dat ik het naar mijn zin heb in mijn nieuwe baan. Aandachtig luistert ze naar mij en moedigt mij, met kleine uitnodigende knikjes aan, verder te vertellen. Ik praat enthousiast over een voorstelling van cabaretier Hans Teeuwen, zeg haar dat ik het heel leuk zou vinden om samen met haar eens naar het theater te gaan. Even streel ik haar kleine smalle hand, die ik nu voor de tweede keer tijdens mijn verhaal op mijn bovenbeen voel. Een warme tinteling gaat door mijn lijf.

   Het is inmiddels half twee en nog slaap ik niet. Ik heb een ontzettend droge mond. Ga naar de badkamer voor een paar slokken water. Doe gelijk  een plas in de wasbak en kan met moeite de neiging onderdrukken om mezelf te bevredigen.

   Ik stap weer in bed over de luid snurkende Ineke.  In slaap vallen, wil ik nu. Maar de begeerte blijft.

Een half jaar geleden zijn Lucia en ik voor het laatst bij elkaar. Bij haar thuis lunchen we. Ze is alleen, haar kinderen zijn bij haar ex. Ik heb een zelfgebakken bruin broodje meegenomen. Ze heeft dolmakadia’s, omelet met feta, en baklava’s klaargemaakt; de heerlijke geur van tijm en koriander belooft nòg meer lekkers.

Toen moet ze al ziek zijn geweest. Ik merk het aan haar borsten; ze voelen wat slapper aan.

    Lucia wil graag nog eens met mij naar Griekenland. Haar land laten zien. En ik zeg spontaan, dat ik met haar ga. Later bedenk ik me dat ik het niet kan maken om Ineke hier alleen achter te laten. Zoiets is allesbehalve ‘echt, zorgvuldig en aandachtig’.

   Maar Griekenland gaat niet door. Wel voor Lucia.. Ze is daar nog maar net aangekomen, in Athene, als ze in een ziekenhuis moet worden opgenomen. Borstkanker … uitgezaaid; de operatie mag niet meer baten.

   Het wordt nu echt veel te laat. Ik neem een slaappil. Het duurt even voordat die pil  werkt. Ik voel dat ik wegzak maar onwillekeurig ben ik weer met Lucia. Drie maanden is het al weer geleden, dat ze stierf. Ze legt haar hoofd op mijn schouder, plukt aan mijn borstharen en vertelt  over de ondragelijke pijn op het laatst. Ze voelt zich heel alleen zonder mij. Dan pakt ze mijn hand en legt die op het litteken van haar linker borst.

‘Oh, liefste’, hoor ik haar kreunen.

‘Oh, lieve schat.’

    Met dat beeld moet ik in slaap zijn gevallen, want mijn volgende herinnering is Ineke, die me om  7 uur  ’s ochtends wekt met koffie. 

Uitgerust, fit en energiek ben ik. Heb niet gedroomd. Wat gebeurde, was mooier dan wat ik wilde dromen.