maandag 1 juli 2019

HARING


Het is de heetste dag van het jaar tot nu toe. Ik was op de fiets naar mijn cursus gegaan. Toch een half uur fietsen van Alexanderpolder naar Crooswijk. Moe was ik er van niet geworden; desalniettemin zag ik wel op tegen de terugreis. Het zou dan vast en zeker een stuk warmer zijn…. En bovendien had ik dan hard gewerkt op de cursus. Het zou mij zeer benieuwen waar we het deze keer over zouden hebben.  De cursus is altijd van half tien tot half twaalf ………. het is nu kwart over negen en ik ben er al. Nog even mijn fiets aan een boom vastzetten want ook al heb ik niet meer de nieuwste, mooiste fiets, als ik hem niet aan een lantaarnpaal of een boom vastzet is hij zo gejat.
Als ik het gebouw binnenga waar de cursus gehouden wordt, merk ik gelijk dat ons vaste lokaal door anderen is ingenomen. Er wordt volop een vreemde taal gesproken…..Marokkaans denk ik, en de zaal zit vol met zeker 50 mensen. Dat is wel wat meer dan ons clubje, dat uit hooguit acht mensen bestaat. We krijgen vandaag dan ook een klein hok toebedeeld. De cursusleidster Marian laat er geen gras over groeien en zegt dat we het vandaag gaan hebben over doelen stellen en wat daar allemaal bij komt kijken.  Als hulpmiddel bij het DOEL presenteert zij het woord SMART met behulp waarvan het doelstellen uiteen gerafeld wordt. De S staat voor SPECIFIEK, de M voor MEETBAAR, de A voor ACCEPTABEL, de R voor REALISEERBAAR< de T voor TIJDGEBONDEN.
Samen met Murat stelde ik  me het lopen van de Vierdaagse ten doel.
SPECIFIEK  is dat lange afstand wandelen.
MEETBAAR: vier dagen lang 40 kilometer per dag lopen
ACCEPTABEL: het kan qua tijd; huisgenoten nemen taken over; voor zorg wordt vervanging gezocht.
REALISEERBAAR:             Murat loopt wekelijks 50 kilometer  rond de Kralingse Plas en heeft goeie schoenen; Ik ben niet zo getraind en moet dus nog flink oefenen en goeie schoenen kopen.
TIJDGEBONDEN:              De tijd is duidelijk: de derde week van juli
We waren nog vergeten rekening te houden met ‘’verblijf in Nijmegen regelen’’ en de kosten overmaken
Andere leden van de groep stellen nog dingen ten doel als het schoonmaken van de keuken in twee dagen en een blog schrijven. Al met al was het een inspirerende ochtend. De tijd was voorbijgevlogen. Het was alweer tijd om naar huis toe te gaan en inderdaad warmer als vanochtend. Ik had honger. Voor ik vanmorgen van huis ging had ik alleen maar een krentenbol op. Daarom heb ik deze ochtend veel meer koekjes bij de koffie gesnoept dan anders. Maar toch was het hongergevoel gebleven en gelukkig zag ik op de hoek van de Crooswijksestraat en de Crooswijkseweg die haringtent. Ik zat zowat te juichen op mijn fietsje. Voor 2,50 euro kocht ik een heerlijk broodje haring. Ik ging het zitten oppeuzelen op een bankje in de schaduw  vlakbij die haringtent. Jammer was wel dat een bankje verderop een man bezig was grote  bloedkorsten van zijn arm te krabben……dat deed het broodje wat  minder smaken


PADVINDER


Ik zeg nou al de hele cursus Kracht en Kwaliteit dat ik goed kan schrijven maar dat ik de laatste tijd mijn inspiratie kwijt ben. Ze zullen er daar zo langzamerhand geen bal meer van geloven. Hij zegt alleen maar dat goed kan schrijven maar we hebben nog nooit iets van hem gehoord of gelezen. Eigenlijk hebben ‘ze’, mijn medecursisten, wel een beetje gelijk, want zo goed ben ik niet, helemaal al niet als ik geen inspiratie heb. Vandaag is weer zo’n dag zonder inspiratie maar gelukkig komt er een man naast me in de metro zitten; een man gekleed in een spijkerbroek en een padvindersoverhemd….zo’n kaki overhemd weet je wel, met zo’n groene stropdas. Maar hij is geen padvinder hij is arbeider, dat zegt hij tenminste, hij werkt altijd ‘s nachts bij de RET hij repareert daar kapotte dingen in metrotoestellen en hij maakt die metrotrein ook schoon. Ik weet niet of het echt waar is maar hij zegt dat hij van 10 uur  ’s  avonds tot 10 uur ’s ochtends werkt.
 Vind ik wel erg lang twaalf uur achterelkaar werken.
Hij is net naar de markt geweest, die bij de markthal ….oplichters vindt hij die marktkooplieden daar. Voor zo’n klein zakkie schoongemaakt spruitjes (en hij wees een inderdaad zeer klein zakje aan)  zou ik twee vijftig moeten betalen;  amme nooit niet …… dan ga ik morgen wel naar de markt op Zuid…
”oh die op het Afrikaanderplein bedoelt u”. Ja daar krijg je tenminste zo’n grote zak spruiten voor dat geld en hij wees inderdaad een hele grote zak aan…..alleen moet ik die dan wel zelf schoonmaken maar dat kan me niks schelen. Doe ik samen met mijn vrouw en dan is het zo gebeurd
Hij moet gelijk met mij uit de metro ……. bij Metrostation Prinsenlaan.
‘’Ik woon vlakbij het zwembad’’ zegt hij.
‘Ik ook’ zeg ik en we  besluiten samen op te lopen
Hij vindt dat de buurt achteruit gaat, veel alcoholici, die de buurt onveilig maken en er wonen hier  in Alexanderpolder  nogal veel oude mensen die daar toch wel angstig van zijn van die alcoholici…..vooral als ze ’s avonds de pleintjes onveilig maken. Daarom wil ik ook zo snel mogelijk naar het Oude Noorden terug verhuizen. Dat is ten minste een gezellige buurt met leuke winkeltjes op de Zwartjanstraat ……….en leuke kroegies ook…. Nee gewone kroegies waar het niet vol zit met alcoholici. In het oude Noorden staan ze ook niet op straat samen te scholen met allemaal een blikkie bier in hun hand. In Alexanderpolder wel……en denk je dat de politie van Alexanderpolder  een hand naar ze uitsteekt. Ik woon hier nou 7 jaar en ik heb maar een keer een politie-agent gezien  neen foutje het waren er twee, er zat er een in een politieauto; die agenten moesten een paar kleine pest-apies d’r vuurwerk af te pakken. Maar van alcoholici blijven ze af, daar zijn ze te schijterig voor. Er is in dat hele grote Alexanderpolder niet eens een politiebureau.
Nou ik ga hier rechtdoor. ‘Ik niet’ zeg ik. ik ga hier rechtsaf. Ik woon in die walgelijk flat daar, zie je die flat van 6-hoog.
‘Dat is toch een mooie flat…..zegt de padvinder, wat is daar mis mee en zo te zien is nog net geverfd ook. Er zitten wel verdomd veel duiven daar zeg, daar moet je een wat aan doen hoor, want dat wordt een zooitje die duiven

maandag 1 oktober 2018

RESTAURANT


Ze bestaan nog steeds, die restaurants waar je het idee krijgt dat je blij mag zijn dat je binnen mag komen om er wat te  eten. Dat is een van de redenen dat ii nooit zo vee buiten de deur heb gegeten. Het bleef meestal bij een pizzaatje of een patatje of ik bestelde een portie nassi of zo. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ooit een keer lekker heb gegeten in een restaurant en me er ook naar mijn zin heb gevoeld. Dat was in het Kasteel van Hoensbroek. Het was een restaurant in een heus kasteel. Het was er helemaal niet druk. We, mijn vrouw en ik, werden ontvangen door de eigenaar van het kasteel, de kasteelheer dus, die alle functies behalve de keuken waarnam. Hij liet ons een leuk plaatsje uitzoeken, vertelde over de geschiedenis van het kasteel en tegelijkertijd over de specialiteiten van het restaurant (dat waren zalmgerechten). Hij excuseerde zich bij ons met een vriendelijke glimlach toen hij even naar de keuken liep om onze eetwensen door te geven. Het was allemaal niet zo ingewikkeld; wat we precies hebben gegeten weet ik niet meer maar in grote lijnen kwam het neer op zalm met speciebonen en aardappelpuree , een fles wijn en als toetje: dame blanche. De zalmschotel inclusief speciebonen en aardappelpuree werd neergezet op een apart tafeltje vlakbij het onze……. de kasteelheer bleef bij ons in de buurt en op het moment dat een van onze bordjes of glazen leeg dreigden te raken kwam hij met de zalmschotel of fles wijn naar ons toe om wat bij te scheppen of schenken. In elk ander restaurant zou ik daarvan de zenuwen krijgen maar in dit restaurant met deze restauranthouder liet ik me dat allemaal heel ontspannen welgevallen. Hij bemoeide zich ook niet met ons gesprek of zo; hij verleende ons alleen de service van het opscheppen en was verder nauwelijks zicht- of hoorbaar aanwezig.  Als onze bordjes eens vol genoeg waren geschept, liep hij naar een van de grote ramen van het kasteel een keek enige tijd naar buiten. Maar veel tijd om hem te observeren hadden we niet, onze maaltijd eiste alle aandacht op………en altijd was hij weer op tijd terug om bij te scheppen of schenken.
De maaltijd was zo copieus dat we niet alles op konden eten.. Dat had de kasteelheer wel verwacht want toen wij ons bestek naast onze borden legden vroeg hij ons op vriendelijke toon of het ons gesmaakt had en of er verder  nog iets van onze dienst was, terwijl hij de laatste rest van de wijn eerlijk verdeelde over onze glazen. Ik had zelf nog wel wat geknoeid van de zalm op mijn witte trui en vroeg hem of hij misschien een nat doekje kon brengen om te voorkomen dat het een vlek zou worden. Dat was geen enkele probleem en dat had ik ook helemaal niet gedacht. Het was zelfs zo bijzonder dat de kasteelheer zelf met het natte doekje de gemorste zalm uit mijn truitje begon te wassen en het lukte hem wonderwel. Waarschijnlijk had hij er een wasmiddeltje bij gepakt want de trui werd pico bello schoon. Tot slot kregen we nog de Dame Blanche geserveerd: perfect…….. en …….alle waar naar zijn geld: we hadden nog nooit zo  veel geld aan ‘uit eten’ uitgegeven

zaterdag 29 september 2018

EKSTERS


Drie eksters, misschien broertjes en zusjes, bevechten elkaar op een stuk asfalt. Er ligt daar iets en ieder van hen wil daar wat hebben. Ik  loop op een meter of tien afstand als ik die beestjes zo bezig zie.
 Eksters zijn geen leuke vogels, hoor, vind ik. Tenminste Ik hou niet zo van wegjagers, schreeuwers en aanvallers. Toen ik nog in een flatgebouw woonde, 12 hoog zat ik toen, heb ik eens meegemaakt dat een poes in een boom wou klauteren; ik wist niet precies waarom die kat dat wou dat kon ik van 12 hoog niet zien. …..maar die poes was nog niet halverwege of er vlogen driftig vier grote eksters uit de boom , schreeuwend en wel om de poes te verjagen. Doch de poes liet zich niet verjagen en dat pikten de vogels niet. Ze gingen nu over tot de lijfelijke aanval. Ze sloten hem als het ware in   en maar krijsen en maar kabaal makend. De poes, die het waarschijnlijk gemunt had op het nestje kleine ekstertjes voelde een vogelbeet in zijn staart en dat was het teken voor haar om zich langzaam en behoedzaam  naar beneden te laten zakken. Maar dat was nog niet genoeg voor de eksters. De poes moest helemaal ophoepelen. Weg bij de boom van de eksters met hun jonkies.  De luchtaanval van de eksters ging door en de poes werd op verschillende delen van zijn lijf gepikt. De poes zakte door zijn pootjes en begon langzaam weg te sluipen van de bewuste boom. Zijn tempo werd steeds iets hoger tot hij aan het rennen was naar de flat waar ik woonde, alwaar ik hem uit het oog verloor. De vogels gingen nog zeker 10 minuten door met krijsen. Toen pas waren ze er blijkbaar zeker van dat de kat helemaal uit de buurt was en hielden ze zich rustig.
Maar nú…..waar zijn die drie eksters nú mee bezig op dat asfalt…..deze eksters bevechten elkaar. Ik kom langzaam dichterbij. Een ekster lijkt een stukje kauwgum van het asfalt te trekken als zijn broer of zus (ik weet niet wat mannetjes-eksters of vrouwtjes eksters zijn, ik zie het verschil dus niet) aan komt sjezen en tegen de snavel botst van de kauwgum trekker en het ruw over nam van hem of haar. Als ik vlakbij die plek ben, zie ik helemaal geen kauwgum…..ik zie eigenlijk helemaal niks eetbaars….althans ik zou niet weten wat. Wat ik zie zijn in het asfalt vastgeklonken witte kiezelsteentje……die willen ze uit het  asfalt rukken. Misschien kunnen ze kiezelsteentjes en speciaal witte wel goed gebruiken voor hun spijsvertering. Hoe dan ook ze hebben het alle drie blijkbaar hard nodig, zo vechten ze er voor. Ik moet denken aan het gevecht van die vier eksters met de poes van een tijdje geleden. Deze broertjes en zusjes eksters gaan elkaar net zo hard te lijf als hun ergste vijanden. Het is net alsof ze elkaar een heel klein beetje tijd geven om aan zo’n steentje te rukken en als de tijd voorbij is dendert een zus of broer tegen hem aan. En zo gaat dit agressieve spel door.


dinsdag 25 september 2018

DE BRUG


Er staat een man tegen de reling van de brug. Ik ben nog een heel eind van hem vandaan. We zijn de enige twee op de brug van ongeveer  een kilometer of iets minder. Het weer is niet heel erg lekker, hoewel ik de ritssluiting van mijn korte rode jasje heb opengedaan ….zo warm is het toch ook wel weer. Onder mijn jasje heb ik nog een zwart vest met een capuchon erop en ook heb ik nog een zwart t-shirt aan. Omdat ik geen straaltje van de zon op mijn hoofd mag krijgen draag ik altijd een pet…..een zwarte pet met een hele  grote klep. Verder heb ik een zwarte lange sportbroek met dunne witte biezen aan …. een korte zwarte onderbroek natuurlijk, een paar zwarte sokken en een paar beige schoenen. Dus als je misschien vanmiddag zo iemand op een brug heb zien lopen (half kaal met grijze lange haren)dan kan je er donder op zeggen dat ik het was.
Ondertussen nader ik de andere man op de brug een beetje. Ik zie nu al dat de man niet op de brug staat maar tegen de reling van de brug leunt. Voor de rest kan ik nog niks over de man vertellen. O ja, ik zie nu ook dat de man een fiets bij zich heeft, die staat naast hem, achter hem...de kleur van de fiets kan ik nog niet onderscheiden…..het zou net zo goed rood, als wit, als blauw kunnen zijn….daar kan ik gewoon nog geen duidelijkheid over verschaffen. Ondertussen is het onder en aan weerskanten naast mij een wezenloze drukte van belang. Ik moet nog een detail vertellen, de brug loopt namelijk over een stuk water, nee geen rivier of meer of weidse sloot nee het is een plas, je zou het ook een soort vijver kunnen noemen. De wezenloze drukte die opeens onder en aan weerskanten naast me ontstaat bestaat uit vissen, groot en klein, die wel een meter uit het water springen, die vissen hebben net als ik gezien dat er hurrie-up insecten zwermen tussen het wateroppervlak en een meter daarboven. Ik heb het ook gezien schreef ik al maar aangezien ik er geen belangstelling voor heb om insecten (van welke soort dan ook) op te eten ben ik niet over de  reling van de brug gesprongen. Maar niet alleen vissen tonen hun eetlust ook ganzen, reigers, kraaien, boerenzwaluwen, eenden, kikkers en  heel af en toe wagen zich ook wat palingen op de insectenjacht. Vreemd genoeg vertoont zich geen enkele meeuw, een vogelsoort die normaal gesproken  toch haantje de voorste is als er wat te smikkelen valt….. zo zie je maar hoe raar het soms kan lopen in het dierenrijk. Inmiddels ben ik de man met de fiets zover genaderd dat ik kan zien dat hij een blauwe fiets bij zich heeft en een groen visserspak  draagt. Aha, hij is dus op de brug aan het vissen. Dan staat hij duidelijk op de verkeerde plek. Dat zeg ik hem ook:  ’Hé, kerel, hé, je moet ongeveer tweehonderd meter terug gaan, daar sterft het van de vis. Je kan het hier vandaan zien. Kijk dan!
De man kijkt me alleen maar wazig aan, vraagt of ik wel spoor en vist onverstoorbaar verder.

maandag 24 september 2018

DIVIDEND


Ik doe mijn hand voor mijn mond. Op zo’n manier, dat ik kan ruiken of ik uit ‘mijn straatje’ stink. De meeste geurtjes uit je mond ruik je natuurlijk niet, knoflook kan je zo niet opsporen maar wat je wel ruikt is bijvoorbeeld een lichtelijk rottende geur veroorzaakt door de kiezen of wat daar tussen zit. Dat kan je zo met je hand voor je mond goed ruiken. Verder heb je er niet zo veel aan om je hand voor je mond te doen. Ja het is netjes om je hand voor je mond te doen als je geeuwt bijvoorbeeld of als je hoest of niest;  al zie je tegenwoordig mensen ook hun ellenboog voor hun mond houden in die gevallen. De hand wordt ook nog wel eens voor de mond gedaan in geval van verbazing; vooral kinderen doen dat en dan uiten ze vaak de kreet ‘ohhhh’.  Soms wordt niet de hele hand maar slechts een vinger voor de mond gedaan hetgeen betekent dat er gezwegen moet worden of dat er zachtjes gedaan moet worden. Maar niet alleen vingers handen en monden hebben een match ook Mond en tanden, zo kan je met je mond vol tanden staan wat betekent dat je met stomheid geslagen bent, niet weet wat je moet zeggen, Je staat perplex. En zo zijn er wel allerlei verbanden tussen verschillende lichaamsdelen te leggen, hetgeen ik in dit stukje niet zal doen. Dat is te weinig interessant om hier 500 woorden aan vuil te maken.
Veel interessanter is het om het woord ‘dividendbelasting’ in de mond te nemen. Over die dividendbelasting sta ik bijna met mijn mond vol tanden……bijna…… De Dividendbelasting die het huidige kabinet zo graag wil afschaffen  om gigantische bedrijven als de Shell en Unilever te plezieren , zodat ze in Nederland blijven en zodat ze in de toekomst nog voor veel werkgelegenheid zullen zorgen. Wat is nou eigenlijk dividendbelasting. Daarvoor is handig dat je eerst weet wat dividend is en vervolgens wat belasting is…… wat belasting is weet eigenlijk iedereen wel ….neem ik aan. Maar wat dividend is zal niet iedereen weten. Welnu dividend is winst, winst gemaakt op aandelen. Stel een aandeelhouder heeft een aandeel  van 1000 euro en het  dividend over 2018 is 15%  dan heeft die een winst van 150 euro en daarover moet die aandeelhouder (stel) 50% belasting betalen dat is dus 75 euro. Dat loopt de staatskas dus mis! MAAR er is niet  1 aandeelhouder, er zijn duizenden aandeelhouders die allemaal geen dividend belasting hoeven te betalen en zo loopt de staatskas miljarden mis. En er is één man die als een gek loopt te paraderen om dat voor elkaar te krijgen. Dat is onze minister President de heer Rutten. Het dolle is ook nog dat hij er zomaar de Kamerleden, de burgers en de Eerste Kamerleden mee heeft overvallen.  Hij heeft de dividendbelasting zo maar het regeerakkoord in gesjoemeld en al die partijen van dat regeerakkoord wisten er niks van en doen nu allemaal alsof ze het er mee eens zijn, de lafbekken. Vanmorgen zag ik Rutten weer rondkruipen in Rotterdam bij het hoofdkwartier van de Shell, daar bij die raffinaderijen en ’s middags zat ie in een matrozenpakje te roeien op de Maas op weg naar dat afzichtelijke gebouw van Unilever. Hij moest (stiekem) komen beloven dat ie zijn best voor allebei die bedrijven zal blijven doen. De hypocriet. Voor de rijken wil die VVD’er zijn stinkende best wel doen.


zaterdag 22 september 2018

JOKKEN

Schuitje varen, theetje drinken, varen we naar de Overtoom, drinken wij zoete melk met room; zoete melk met brokken (gatverdegatver) en Charlotte (of weet ik wie, niemand eigenlijk of wel soms?) mag niet jokken.
Ik zing  het bovenstaande lied al schommelend op een schommelstoel en ik weet dat ik heus geen heilig boontje ben want ik mag dan wel niet jokken, ik doe het gewoon wel. Want met jokken wordt het leven wat aangenamer. Jokken is zo kwaad nog niet. Jokken is onschuldig. Een voorbeeld? Nou vooruit!
Je moet eigenlijk naar school maar je gaat met lekker weer een flink eind fietsen. Moeder vraagt als je om 4 uur thuis komt: ‘….en jongen, hoe was het op school en je vertelt over de godsdienstles waar meneer pastoor  weer verteld heeft over Judas, en de meester een stuk heeft voorgelezen uit het spannende boek Fulco de Minstreel en dat twee van jouw beste vriendjes de klas zijn uitgestuurd omdat ze met elkaar zaten te ‘wauwelen’, zoals de meester zei.  Verdere heeft hij een heerlijke ‘knots’ opgegeten die kreeg hij van Ferdinand het vervelendste mannetje uit de klas, maar nu moest hij wel wat geven omdat hij jarig was. Ik heb Ferdinand nog proberen te laten struikelen met zijn hele trommel vol met knotsen maar dat lukte niet. Hij viel wel maar er zat jammer genoeg nog maar 1 knots in. Maar o, o, o wat was Ferdinand boos op mij. Ik moet voorlopig maar uit zijn buurt blijven. Tijdens het speelkwartier hebben we zoals altijd gevoetbald ik was weer de keeper en ik heb alle ballen goed uit de goal gehouden.
 Zo onschuldig en makkelijk  is jokken nou. Er is van dat hele verhaal helemaal niks van waar behalve dat ik de hele dag niet naar school gegaan ben en lekker ben wezen fietsen in mijn eentje. Naar Schiedam. Naar het grote vijftig meter bad Groenoord. Want ik had de avond tevoren al mijn zwembroek en een handdoek in mijn fietstas gedaan en ik weet dat mijn vader en moeder het veel te druk hebben om in mijn fietstas te koekeloeren. Heerlijk heb ik gezwommen. Ik had het hele zwembad voor me alleen want alle andere kinderen zaten natuurlijk op school. De badmeester kwam nog wel naar me toe en vroeg aan mij: ’Zo jonge man, moet je niet naar school toe op deze donderdagochtend?’ ‘Neen’, zei ik, ‘ mijn meester is al een paar dagen erg ziek en kan daarom geen les geven en ik had wel met al mijn vriendjes hier naar toe willen komen maar zij vonden het allemaal te koud. Nou ik vind het prima zwemwater, dus het was maar stom van ze om thuis te blijven.’ De badmeester zei toen: ‘Je heb helemaal gelijk jongen, ik zou er ook zo wel in willen duiken jongen, maar ja, je weet het, ik moet hier werken, ik ben de badmeester.
Kijk, wat ik nou tegen die badmeester zei was ’een leugentje voor het bestwil’, het was duidelijk niet waar maar wie had er nou last van? Ik niet de badmeester niet, de meester niet( want die was helemaal niet ziek), mijn klasgenootjes niet, want die zaten gewoon lekker te werken op school. Dus wat maakt zo’n leugentje nou helemaal uit? Niks toch! Er zijn wel ergere dingen. Echt liegen bijvoorbeeld daar moet je bij mij niet mee aankomen