Posts tonen met het label verwekt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verwekt. Alle posts tonen

donderdag 30 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 27. TONGZOENEN.

 

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal

 

Deel 27. Tongzoenen.

Wat voorafging.

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes. Maria verlangt naar haar baby’tje.   Ephraïm, een non, ‘ontfermt’ zich over haar. Samen kopen ze babykleertjes. Maria baart Kareltje en gaat bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. De familie is goed voor haar. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … tegelijk raakt ze ook in verwarring ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw speelt met Kareltje. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert. Ze verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje en Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is boos: ’Dit moet afgelopen zijn.’  Haar liefde voor die man is gelijk over.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Hij gaat Maria met de auto naar haar moeder in Den Bosch brengen.  Er is een roddel over Joop:  Joop is een pedo. Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop raakt een beetje van slag. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop maar ze kunnen niks bewijzen.

Maria’s oudere zus, Rika, is een ouwe vrijster. Ze flirt met Joop. Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren thuis, net zoals nu met Kareltje gebeurt. En steeds was Maria in de buurt. Zij en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’? 

Kareltje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Maria raakt hierdoor in verwarring. Ze heeft, doordat hij door haar verkrachter verwekt is, wisselende gevoelens voor haar zoontje.

Maria gaat naar haar huisarts voor het slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater.

Maria reageert goed reageren op de medicatie. Ze wordt energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samen met een leuke man in een klein huisje, daar droomt ze van.

Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen.  Buurman Klaas weet dat de gebroeders van Ooijen Joop mishandeld hebben. ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem. Hij is aangeklaagd voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook de misbruikte  kinderen hebben hun zegje gezegd. Minderjarigen mogen niet getuigen. Klaas was wèl getuige van het afrossen van Joop.

Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte, dat weet hij. Zijn gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: hij heeft nu het vertrouwen van Maria. Inmiddels lijkt de woonwens van haar verwezenlijkt te worden.

In de auto, op weg naar de poffertjeskraam, pakt peuter Kareltje alles wat hij pakken kan, tot afgrijzen van Joop. Het trio laat zich de poffertjes goed smaken. Joop doet Maria daar een aanzoek om te gaan samenwonen.

Er moet nogal wat opgeknapt worden in het kleine huisje van Joop en Maria. Ze krijgen veel hulp. Maria zorgt goed voor de ‘inwendige mens’. Tè goed volgens Joop.

Deel 27. Tongzoenen.

Maria weet nog precies op welke avond haar nummer twee is verwekt. Het is in ieder geval niet een avond waarop andere mannen hadden geholpen met hun huis. Na zo’n avond is Joop te gestrest en geïrriteerd van jaloezie. Dan zat hij met een lelijke kop boos te wezen. Maar het gaat ook wel eens anders. Er zijn ook avonden zonder hulp. Tja, het is haast ongelooflijk maar dan is Joop een totaal ander mens. Hij zingt, schenkt koffie in voor Maria en zit zo af en toe gezellig te babbelen. Als Joop en Maria dan rond de klok van elf samen zijn, weet zij wel, welke kant Joop op wil. Veel mèèr dan normaal luistert hij aandachtig naar Maria en gaat serieus in op wat zij zegt. Meestal schenkt Joop dan een wijntje voor haar in en neemt zelf een pilsje.  ‘Maria,’ vraagt Joop dan, op zijn manier zwoel: ‘wil je een paar lekkere stukjes oude kaas snijden?’

Lang duurt het dan niet meer of Joop komt in actie.  Aan het aanrecht staat Maria de stukjes kaas te snijden als Joop haar vraagt of de kaas lekker pittig is. Zachtjes legt Joop dan zijn handen op haar heupen.  Voor Maria was dat van het zelfde laken een pak. Zó voorspelbaar als het maar zijn kan. Joop kust Maria in haar nek en zij voelt nu al aankomen, dat hij wellustig haar borsten gaat 'kneden' en tegelijkertijd zijn kruis tegen haar billen wrijft. 

Het hoofdstuk ‘tongzoenen’ komt er nu aan en als Maria één actie te smerig voor woorden vindt, dan is het wel tongzoenen. Ze weet nog niet helemaal zeker of dat nou alleen aan Joop ligt. Misschien is het met iemand anders wèl lekker maar dat weet ze niet want ze heeft tot nu toe alleen nog maar met Joop gezoend. Maria is net klaar met het snijden van de blokjes kaas, als Joop haar wil gaan zoenen. Ze draaide dan abrupt om en stopt Joop een stukje oude kaas in zijn mond, zodat de dreiging van Joops tongzoen even afgeslagen is.

Wat staat Maria nu precies tegen in Joops tongzoen? Vooral twee dingen: de grootte en de smaak  van de tong. Joop heeft een groot hoofd, dus ook een grote tong.  Maria heeft maar een klein mondje en met zo’n grote tong er in, wordt het nogal benauwd. Verder smaakt de tong van Joop naar sigaren en dat vindt ze ronduit goor.   

Dat gekneed in  haar borsten en gewrijf tegen haar billen: het gaat haar allemaal gauw de keel uithangen; het moest nu maar eens afgelopen zijn.

Eigenlijk is er maar één dag per maand waarop Maria graag ...  maar dan ook  heel erg graag  vrijde: de dag van haar eisprong, dan is ze zo opgewonden, dat Joop bij wijze van spreken alleen maar naar haar hoeft te wijzen of ze ligt al voor hem klaar. Het is op zo’n dag dat het eerste kindje van Maria en Joop in de Wattstraat wordt verwekt.

 

Morgen:   Deel 28. Getrouwd.

dinsdag 21 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 18. IN ELKAAR GESLAGEN.

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel  18: In elkaar geslagen

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 18. In elkaar geslagen.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken …  helpen, van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘Dit wil ik nooit weer!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop belooft Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop is niet te vertrouwen met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent die roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop thuis maar heeft geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren (van vroeger) en Kareltje nu, brengt Maria’s moeder ook ter sprake.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika gewoon aardig, meer niet, zegt hij.

 

Deel 18: In elkaar geslagen

Een intens verdrietig huilend Kareltje wekt Maria uit een diepe slaap en wèèr ligt hij niet waar hij zou moeten liggen maar hij ligt onder de vensterbank naast de prullenbak. Het ventje is helemaal overstuur en voor Maria is ergeen excuus meer om het bezoek aan haar huisarts uit te stellen. Ze is zich er weer totaal niet van bewust wat ze met haar zoontje heeft uitgespookt; gek wordt ze er van.

Het is midden in de nacht en ze zijn allebei nog klaarwakker. Maria denkt dat Kareltje toch niet zal slapen, als ze hem nu gelijk weer in zijn bedje legt. Dus neemt ze hem maar even bij haar in bed. Dat werkt goed: binnen een paar minuten houdt zijn gesnik op en slaapt hij. Als Maria hem daarna in zijn eigen bedje wil leggen is hij ineens weer klaarwakker en zet het op een brullen. Maria zingt ‘Slaap kindje slaap ….’ en klopt hem intussen zachtjes op zijn billetjes ... dan is hij weer snel vertrokken.

Zelf kan Maria de slaap niet meer vatten. De angst voor het slaapwandelen houdt haar wakker. Dat ‘verplaatsen’ van Kareltje vindt ze zo vreselijk.  Ze voelt zich schuldig tegenover haar zoontje.

Ja, zo heel in het begin heeft ze er zwaar de pest over in gehad, dat ze zwanger  was. Maar later beseft ze dat dat wezentje in haar buik, het toch ook niet kon helpen dat het door zo’n lompe schoft verwekt was. Vanaf het moment van zijn geboorte is bij Maria van weerzin tegen het ventje geen sprake meer. Een leuk, lief en mooi ventje vindt ze haar Kareltje. Ze dènkt ook dat ze van hem houdt en ze dènkt ook dat ze steeds meer van hem gaat houden.

En dan nu wèèr dit gekmakende geslaapwandel …. Zou ze dan toch niet ècht van hem houden … doet ze misschien maar alsof, om voor de buitenwereld goede sier te maken. Wil ze in werkelijkheid niets liever dan Kareltje ergens dumpen. Natuurlijk wil ze van hem af. Je was er natuurlijk nooit geweest, klein schatje, als die enorme klootzak haar niet had verkracht.

Die kwellende gedachten moet ze uit haar hoofd zetten.  Driftig schudt ze haar hoofd. Krachtig  stompt Maria met haar vuisten op haar bed en zo hard ze kan schreeuwt ze: ‘Ik hòù van je Kareltje’. Te horen aan de huilbui die Kareltje daarop krijgt, schrikt hij zich het apenzuur van het geschreeuw van zijn moeder.

Na de huilbui, die Maria daarna krijgt, valt ze snel in slaap; haar zoontje is gelukkig snel bekomen van de schrik en ligt al snel weer lekker te knorren.

 

Als Joop voor zijn huis uit zijn auto stapt, wordt hij gelijk stevig ‘in de tang’ genomen door twee mannen, beiden een kop groter dan hij.  De ene houdt hem vast en de andere stompt Joop waar hij hem maar raken kan. Hij krijgt trappen in zijn kruis. Op een gegeven moment wordt Joop losgelaten. Zakt dan als een bord yoghurt in elkaar, waarop de mannen om het hardst tegen Joop aan blijven schoppen … ; raken waar ze hem maar raken kunnen.

Helemáál bewusteloos is Joop nog niet. Hij heeft tijdens deze rampartij geprobeerd zich zo goed en zo kwaad als het ging te beschermen. De mannen vinden het klaarblijkelijk genoeg zo; ze willen nog wat wel kwijt aan Joop: ‘Als je nog een keer aan onze kinderen zit, dan overleef je het niet, vuile viezerik.'

 

Morgen: Deel 19. Een verwijsbriefje.


 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.