Posts tonen met het label gesnik. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gesnik. Alle posts tonen

dinsdag 21 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 18. IN ELKAAR GESLAGEN.

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel  18: In elkaar geslagen

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 18. In elkaar geslagen.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken …  helpen, van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘Dit wil ik nooit weer!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop belooft Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop is niet te vertrouwen met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent die roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop thuis maar heeft geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren (van vroeger) en Kareltje nu, brengt Maria’s moeder ook ter sprake.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika gewoon aardig, meer niet, zegt hij.

 

Deel 18: In elkaar geslagen

Een intens verdrietig huilend Kareltje wekt Maria uit een diepe slaap en wèèr ligt hij niet waar hij zou moeten liggen maar hij ligt onder de vensterbank naast de prullenbak. Het ventje is helemaal overstuur en voor Maria is ergeen excuus meer om het bezoek aan haar huisarts uit te stellen. Ze is zich er weer totaal niet van bewust wat ze met haar zoontje heeft uitgespookt; gek wordt ze er van.

Het is midden in de nacht en ze zijn allebei nog klaarwakker. Maria denkt dat Kareltje toch niet zal slapen, als ze hem nu gelijk weer in zijn bedje legt. Dus neemt ze hem maar even bij haar in bed. Dat werkt goed: binnen een paar minuten houdt zijn gesnik op en slaapt hij. Als Maria hem daarna in zijn eigen bedje wil leggen is hij ineens weer klaarwakker en zet het op een brullen. Maria zingt ‘Slaap kindje slaap ….’ en klopt hem intussen zachtjes op zijn billetjes ... dan is hij weer snel vertrokken.

Zelf kan Maria de slaap niet meer vatten. De angst voor het slaapwandelen houdt haar wakker. Dat ‘verplaatsen’ van Kareltje vindt ze zo vreselijk.  Ze voelt zich schuldig tegenover haar zoontje.

Ja, zo heel in het begin heeft ze er zwaar de pest over in gehad, dat ze zwanger  was. Maar later beseft ze dat dat wezentje in haar buik, het toch ook niet kon helpen dat het door zo’n lompe schoft verwekt was. Vanaf het moment van zijn geboorte is bij Maria van weerzin tegen het ventje geen sprake meer. Een leuk, lief en mooi ventje vindt ze haar Kareltje. Ze dènkt ook dat ze van hem houdt en ze dènkt ook dat ze steeds meer van hem gaat houden.

En dan nu wèèr dit gekmakende geslaapwandel …. Zou ze dan toch niet ècht van hem houden … doet ze misschien maar alsof, om voor de buitenwereld goede sier te maken. Wil ze in werkelijkheid niets liever dan Kareltje ergens dumpen. Natuurlijk wil ze van hem af. Je was er natuurlijk nooit geweest, klein schatje, als die enorme klootzak haar niet had verkracht.

Die kwellende gedachten moet ze uit haar hoofd zetten.  Driftig schudt ze haar hoofd. Krachtig  stompt Maria met haar vuisten op haar bed en zo hard ze kan schreeuwt ze: ‘Ik hòù van je Kareltje’. Te horen aan de huilbui die Kareltje daarop krijgt, schrikt hij zich het apenzuur van het geschreeuw van zijn moeder.

Na de huilbui, die Maria daarna krijgt, valt ze snel in slaap; haar zoontje is gelukkig snel bekomen van de schrik en ligt al snel weer lekker te knorren.

 

Als Joop voor zijn huis uit zijn auto stapt, wordt hij gelijk stevig ‘in de tang’ genomen door twee mannen, beiden een kop groter dan hij.  De ene houdt hem vast en de andere stompt Joop waar hij hem maar raken kan. Hij krijgt trappen in zijn kruis. Op een gegeven moment wordt Joop losgelaten. Zakt dan als een bord yoghurt in elkaar, waarop de mannen om het hardst tegen Joop aan blijven schoppen … ; raken waar ze hem maar raken kunnen.

Helemáál bewusteloos is Joop nog niet. Hij heeft tijdens deze rampartij geprobeerd zich zo goed en zo kwaad als het ging te beschermen. De mannen vinden het klaarblijkelijk genoeg zo; ze willen nog wat wel kwijt aan Joop: ‘Als je nog een keer aan onze kinderen zit, dan overleef je het niet, vuile viezerik.'

 

Morgen: Deel 19. Een verwijsbriefje.


 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.