‘Zet eens wat op papier over iets wat je dwars zit, Gerard. Dan kunnen we daar de volgende keer samen over praten, ‘ zegt dokter Ouboter, zijn psychiater.
‘Goed,’ zegt Gerard,
‘ga ik doen.’
Op verzoek van dokter L. Ouboter.
Dinsdag, 18 april 2023.
Ik slaap heel slecht. Vier à vijf uurtjes per nacht.
Inslapen gaat wel steeds prima maar na een paar uurtjes ben ik al weer wakker. De
gevolgen beginnen nu ook merkbaar te worden. Ik kan me niet goed concentreren. Ik
kan films of toneelstukken niet meer zo goed volgen als dat ik dat in het
verleden kon. Ik raak m’n balans een beetje kwijt, het is niet dat ik om de
haverklap val maar ik heb het gevoel dat
ik niet zo stevig meer op mijn benen sta. Ik ben ook bang om te vallen, eerder
dan ik ooit had. Maar behalve déze vervelende zaken, heb ik ook last van
verwardheid en vergeetachtigheid. Ik verwarde bijvoorbeeld de zondag met de
maandag. Midden in de nacht had ik de wekker voor maandag op half acht gezet. Althans
dat dacht ik. In werkelijkheid stond de wekker op zondag; halfzeven. Mijn vriendin
maakte me er wel op attent dat het half zeven was maar niet dat het zondag was.
Dus ik wachtte tot het half acht was en ging mijn bed uit want ik dacht dat het
maandag was. Ik moest op maandag vroeg op omdat ik naar een cursus in Crooswijk
moest. Ik stopte mijn hoofd onder de
kraan om wakker te worden, kleedde me aan en liep naar het aanrecht om mijn
eten te pakken. Ik vond het vreemd dat mijn vriendin geen muesli voor me
gemaakt had en voor haarzelf ook niet.
Er lagen wel een paar krentenbollen, die eten we altijd op zondag en
ZELFS TOEN ging er nog geen belletje rinkelen dat het geen maandag was maar … zondag.
Er zaten vier krentenbollen in de plastic zak. Ik was nog steeds in de veronderstelling
dat ik naar de cursus moest. Dus riep ik tegen mijn vriendin: ’ik neem twee
krentenbollen, hoor, moet jij er ook twee?’, terwijl we er altijd maar 1 nemen
op zondag. Maar ik wilde er twee omdat ik de hele maandagochtend verder niks te
eten zou krijgen. Mijn vriendin hoefde
maar 1 krentenbol. Na het eten ging ik mijn tas pakken voor de cursus, mijn leesbril
en mijn mobiele telefoon. Toen mijn vriendin ineens vroeg :’Wat ben je nou aan
het doen, man?’ Zei ik: ’Ik ben mijn tas klaar aan het maken voor de cursus,
want daar moet ik zo naar toe. ‘Nee, joh’, zei mijn vriendin, ‘het is zondag, ik ga
zo naar de kerk en jij gaat zo naar je eigen huis om daar te stofzuigen en zo’.
En toen pas en toch nog na enige
aarzeling, realiseerde ik me dat ze gelijk had, dat het zondag was. Rare
ervaring, ik wijt dat aan mijn tekort aan slaap, ik zou ook kunnen zeggen het is
een beginnetje van dementie. Diezelfde zondag (’s middags)bracht ik mezelf nog
eens in verwarring door bij een bezoek aan mijn eigen huis mijn rode jasje thuis
te laten hangen, toen ik weer naar mijn
vriendin ging. Het was toen veel te mooi weer voor een jas aan. Toen ik
maandagochtend vanuit het huis van mijn vriendin naar mijn cursus ging, had ik
geen jas, want die lag nog in mijn eigen
huis. Ik zeg dat dat komt, door mijn slechte slapen maar het kan natuurlijk een
beginnetje van dementie zijn.
Ik hoop dat u hier iets mee kunt.
Groet,
Gerard de Lange.
18-04-12023.