De professionals van het buurtcentrum Wallenoge, zijn er uit. Het programma van het jaarlijks terugkerend buurtfeest ‘Super Tof’ is rond. Van koekhappen tot playbacken en van schminken tot gekke bekken trekken. Er komt een goochelaar, een zanger met muziek op een band en een mevrouw met een hondendressuurshow. Het enige waar ze niet zo gauw uit gekomen zijn is de rode draad. Een grappige act, die alles wat er die dag te doen is op en rond het buurtcentrum, met elkaar verbindt, aaneenrijgt. Voorwaarde is dat de act grappig is en toch leuk. Leuk maar niet duur. Niet duur maar toch indrukwekkend. Indrukwekkend en dus bezopen. Bezopen maar toch nuchter. Simpel nietwaar?!
‘Slaap daar maar eens een nachtje over.’ Zegt Toon tegen
zijn teamleden. Hij is de directeur
annex teamleider van het buurtcentrum dat gevestigd is in de voormalige Vogelaarwijk van Oosterhup-Zuid.
Met zijn nog ter nauwer nood APK goedgekeurde
volkswagenbusje, gaat Toon direct na afloop van de teamvergadering naar de
Makro in het naburige Haarlem om, zoals Toon dat zelf noemt: ’het een en ander
aan zuipen en vreten in te slaan’. Niet voor zichzelf natuurlijk. Voor het
aanstaande feest. Da’s flink sjouwen en hoewel hij niet meer de jongste is,
deinst hij niet voor dergelijke klussen terug.
’Niemand van de jonkies in mijn team, zou nou eens, helemaal
uit zichzelf, aanbieden om me te komen helpen bij zo’n rotklus als deze.’ Een
dergelijke zwartgallige gedachte heeft Toon soms wel eens in zijn hoofd maar die
verdwijnt ook weer als sneeuw voor de zon. Dat dan ook wel weer.
Nog maar twee jaartjes, dan is Toon vierennegentig, dan mag
hij met pensioen. ‘Minder verlaat pensioen’, wordt dat genoemd.. Bijna
vijfentwintig procent minder poen en dertig jaar later dan hij had gehoopt. De
crisis, hè! De belangenorganisaties zijn
akkoord gegaan met honderd jaar als pensioenleeftijd en vijfendertig procent
van het laatst verdiende loon. Vanuit het niet onredelijke standpunt: ‘Wat kan,
wat wil en wat moet je in godsnaam nog op zo’n leeftijd? Niks meer toch zeker
?!’
Voor elk jaar dat je eerder uitstapt gaat er een procentje
af. Dus reken maar uit waar Toon op uit komt, als hij er op zijn
vierennegentigste mee stopt.
Vijfenzeventig
arbeidsjaren heeft hij er dan opzitten. Vijftig jaar heeft hij gewerkt bij de
Binnenlandse Veiligheid Dienst (BVD) en de laatste vijfentwintig jaar van zijn
arbeidzame leven zit hij bij Wallenoge Centraal.
Toon, toch al een man van weinig woorden, wil over zijn
dienstverband bij de BVD helemaal niets kwijt. Hij is er überhaupt al zeer
ontstemd over dat iets uit zijn arbeidsverleden uitgelekt is. Hij heeft al
laten uitzoeken waar het lek zat. Bij hemzelf dus! Zijn vrouw wist het. Vrij
normaal toch, dat je wat weet van je man zijn werk, maar ja,
via haar gaat het naar de schoonmoeder van hun zoon. Die vertelt het aan
haar kapster. Zij heeft het er weer over gehad met haar man, die de ramen zeemt
van het buurthuis. Tenslotte krijgt die glazenwasser daar een kop koffie van de
werkster en zei toen tegen haar:
’Ik wist niet dat ze zulke rottige pensioentjes hadden bij
de BVD dat zo’n ouwe lul als Toon, vierennegentig
toch al, hier nog zo moet gaan lopen
stressen in zo’n kutbuurt als Oosterhup-Zuid.’
Zo is het dus allemaal op straat komen te liggen.
Dat Toon niets wilde horen, niets wilde zeggen over zijn
tijd bij de BVD zal ongetwijfeld te maken hebben met een dieptrieste
gebeurtenis, die moet hebben plaats gevonden in het najaar van 1933.
Betrouwbare (Amerikaanse) bronnen meldden aan de BVD dat forse hoeveelheden
informatie uit Nederland weglekte naar Rusland en Italië. Ook naar Japan was
bedoeling maar dat lek kon snel worden gedicht.
Vrijwel dezelfde betrouwbare (USA-)bronnen weten in die
tijd, onomstotelijk aan te tonen dat een dertiental in Nederlandse dierentuinen
levende pinguïns geprepareerd zijn om
belangrijke informatie op te vangen en naar tussenpersonen in de genoemde
buitenlanden door te seinen.
Morgen deel 2