Posts tonen met het label oprechte. Alle posts tonen
Posts tonen met het label oprechte. Alle posts tonen

zondag 18 juni 2023

18 JUNI. IK LEES VOOR.

Gisteren 18 juni las ik voor uit eigen werk. In het statige Verhalenhuis Belvedère in Katendrecht. Samen met ander schrijvers die ‘opgeleid’ zijn door de Schrijversschool, lieten we deze middag de toehoorders genieten van onze creatieve brouwsels. Er waren zo’n veertig mensen op af gekomen. En dat is voor ons, oprechte amateurs, zeker een redelijk aantal. Speciaal voor mij kwamen  Yvonne, Amy, Frans, Derck, Sandra, Hans, Ellie, Ineke en Celia en Daan luisteren. Celia en Daan kwamen helaas net nadat ik mijn eerste verhaal voorgelezen had. Ik moest het spits afbijten.  Ze waren wel op tijd voor de volgende acts, waaronder een imponerende hiphop-act en enkele fraaie gedichten. Ik mocht ook de afsluiting doen. De twee verhaaltjes die ik voorlas waren: ‘Mijn huisarts’ en ‘Huisvrede’. De toehoorders stonden op de stoelen van enthousiasme.  Bijna al het ten gehore gebrachte werk is recent vervaardigd in workshops van de Schrijversschool. Mijn verhalen echter niet omdat ik al een paar maanden geen cursus meer volg daar.

Mijn leraar Marcel had een stukje geschreven waarin hij voor de grap het woord ‘de’ door ‘het’ en het woord ‘het’ door het woord ‘de’ had vervangen. Het stukje van Marcel was hilarisch, veel leuker dan dat van mij hieronder maar als je die ‘wisseltruc’ krijg je zoiets:

Met het metro gaan we morgen met Sonja’s wandelclub naar de strand. We verzamelen op de perron A. Het afspraak is 11 uur. De zal dan niet zo druk zijn in het metro. Het scholieren zitten al op het school. Onderweg zal de wel warm zijn. De is te hopen dat het airco aan staat. Het reis naar het Hoek gaat razendsnel. Het reis duurt  50 minuten. Op de strand is de altijd wat kouder. De zeewater ook. Het zon komt vandaag niet makkelijk door het wolken. Niemand neemt ook het bikini of het zwembroek mee. De is vandaag het bedoeling dat we het lunch gaan gebruiken.  Sonja heeft het strandtent uitgezocht. Het lunch is om half een.  De zal mij benieuwen wat er op de menu staat.

 

Nu plaats ik hier nog eens de verhalen die ik gisteren voorgelezen heb. Allereerst:

 

De nieuwe huisarts.

Mijn huisarts is een jonge vriendelijke man.  Een beginner. Dat klinkt erger dan het is. Hij is wat verlegen, onzeker, maar  ook eerlijk want als hij iets niet weet dan zegt hij dat gewoon. Ik heb nu bijvoorbeeld een rood ovaalvormig eczeemachtig plekje op mijn kuit. Omdat de dokters en de assistenten het allemaal zo vreselijk druk hebben, de laatste tijd, maak ik het ze makkelijk. Ik scan dat eczeempje en stuur het naar de dokterspraktijk.

Als hij er een paar dagen naar heeft kunnen kijken, zegt hij doodleuk: ’Ik weet niet wat dat is.’ Hij is dan wel weer zo eigenwijs dat hij ook geen recept uitschrijft voor een zalfje: ‘Smeer er maar een beetje babyzalf op, baat het niet dan schaadt het niet,’ zegt hij.

Hallo dokter! Je denkt toch zeker niet dat zo’n ouwe man als ik babyzalf thuis heeft liggen. M’n huisarts zèlf zal het wel in huis hebben, babyzalf, schat ik zo in. Hij zou best  een vader kunnen wezen ….. hoewel ik ook wel eens  gedacht heb, zo … met die maniertjes van hem, dat ie een flikker is.’ Maaaar! … ook dàn kan hij natuurlijk een vader zijn!

Nou ja, voor dat eczeempje heb ik toch maar een pot Zwitsal babyzalf gekocht. Helpt niks. De plek wordt alleen maar groter en rooier.

Ik heb gordelroos gehad en dat heeft hij prima gezien en behandeld. Ik stierf van de pijn en de jeuk. Hij schreef me goed werkende pijnstillers voor.

Maar nu heb ik iets … dat is niet te scannen! Hemel en aarde heb ik moeten bewegen om op het spreekuur te mogen komen. Tja, wat is het? Het is een wratje tussen mijn linker kleine teen en de teen die daar precies naast zit. Elke stap doet pijn. Ik heb er een antiwrattenstift voor bij het Kruidvat gehaald, maar dat spul doet niks. Drie weken moet ik wachten voor ik om half vier op het spreekuur kan komen.

Ik ben de enige in de wachtkamer. In de spreekkamer wordt vrolijk gebabbeld en aanstekelijk gelachen. Het duurt maar en het duurt maar. Geen idee wie daar binnen zitten.  Als de huisarts mij binnenroept, komt gelijk de ‘gezellige’ patiënt de spreekkamer uit.

Het is een zwaar opgemaakte dame, in een feestelijke jurk, met veel fel groen en fel  rood. Ik had er vergif op durven innemen, dat ik daar twee mànnen  met elkaar had horen praten. Iets te uitbundig wenst ze de dokter, die zij blijkbaar Bart mag noemen, nog ‘een héél fijne dag’.

Het is vier uur. De dokter is bijna een half uur uitgelopen, terwijl ik hier al zeker drie kwartier zit wortel te schieten. Eindelijk ben ik dan aan de beurt. Voor dat wratje tussen mijn tenen krijg ik van Bart een verwijsbrief voor de huidarts.  

 

Vervolgens het afsluitende stukje:

Huisvrede.

Sinds mijn scheiding vier jaar geleden woon ik  in een vijfkamerwoning. Belachelijk natuurlijk. Veel te groot, veel te bewerkelijk voor een man alleen.  Drie lege slaapkamers. Vier jaar niks mee gedaan. De ene kamer is wat groter dan de andere. Je kent dat wel. Dàn is het nog geen ‘hot item’ maar vandaag de dag staan de kranten vol over de woningnood.

Ik ga die drie kamertjes verhuren. Hang kaartjes op in een paar supers. Heb er nog niet eens de huurprijs bijgezet. Word ik overstelpt met hartverscheurende reacties. Moeders die alleen willen staan maar nog bij hun gewelddadige ex-partner wonen. Gescheiden mensen. Ouderen, opa’s en oma’s al, voor wie de iele 55 plus woning  verstikkend is geworden. Veel jongelui: werkende jongeren,  scholieren die doorleren voor banketbakker, studenten wiskunde ook en het toppunt is een getrouwd stel, dat alle drie de kamers tegelijk wil huren. Veel jongeren wonen nog bij hun ouders, anderen zitten al weer een tijdje op kamers maar worden door obscure huisjesmelkers uitgebuit: voor krotten worden woekerhuren gevraagd. 

Als ik zo’n laatste zin neerschrijf, denk ik meteen aan ‘onze’ prins bernard jr (die man krijgt van mij hier geen hoofdletters.) De prins met de borrelglazen in zijn bril. Huisjesmelker. Miljardair.

Sorry ..ik dwaal af.

Ik ben voor diversiteit dus ik kies de alleenstaande moeder, de gescheiden opa en de student wiskunde.  Die student blijkt een Syrische asielzoeker met een verblijfsvergunning. Ik vraag respectievelijk  250, 200 en 150 per kamer per maand. Bijna voor niks, vind ik en zij ook.

Niet iedereen is even blij met deze actie van mij. Mijn zoon Carlos, komt gepikeerd naar me toe met het (huil)verhaal, dat zijn drie kinderen straks op kamers willen. Dan krijgen zij bij jou nul op het rekest. Want jij hebt je kamers al verhuurd aan asielzoekers en dergelijke!! Je kan die mensen straks niet zo maar ineens op straat zetten!! Die hebben recht op huurbescherming, hoor!! Carlos staat zich echt druk te maken.

‘Tsja, ik had die drie kamers  ook voor jouw kinderen kunnen bestemmen.  Was dan wel veel inkomsten misgelopen  én ik had een gezellige tijd gemist. Want we hebben het hier leuk  samen, Carlos’. 

Helaas heeft Georgios, de Syriër, de huur opgezegd. Hij gaat in een kraakpand wonen, hier in Rotterdam. Een leegstaande kroeg.  Ik dacht eigenlijk dat kraken sinds 2010 niet meer  mocht. Maar  als de krakers (waaronder Georgios) kunnen bewijzen, dat het pand al twee dagen gekraakt is, dat daar geslapen en gegeten is, dan mogen de krakers daar blijven zitten. In dat pand heerst dan ‘huisvrede’, zo noemen ze dat. De eigenaar van die kroeg, Heineken, wil de kraakgroep er uit laten zetten. Spant een kort geding aan. Maar de rechter besluit partij te kiezen voor de krakers, omdat de eigenaar het pand jarenlang schromelijk verwaarloosd heeft.

Dus, Carlos, er komt nu wel weer een kamer vrij bij mij maar ik moet je teleurstellen: ik ga weer een kaartje ophangen in de supers.

 

Het 18e juni, het dag van de voorleesfees.