Posts tonen met het label onderbroek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderbroek. Alle posts tonen

zaterdag 2 juli 2022

IK HEB GEDROOMD

‘Ik heb gedroomd’ zegt Carola tegen mij …  ‘maar het is geen leuke droom. We rijden op onze nieuwe e-bikes door het drukke centrum van de stad naar Hoek van Holland. In je enthousiasme over je nieuwe fiets rijd je  veel te hard. Ik heb het je al een paar keer gezegd maar jij blijft kraaien van plezier. Als je van verre ziet dat er een stoplicht op oranje springt versnel je je vaart en sjees je het kruispunt over ook al is het al rood.  Tot nu toe gaat goed. Je jaagt automobilisten de schrik op het lijf. Luid getoeter. Dat kan natuurlijk niet goed blijven gaan. Op de kruising van Erasmusbrug met de Maasboulevard flik je weer hetzelfde kunstje . De auto’s waarvoor het licht al op groen stond kan je nog makkelijk ontwijken maar de tram is al aan het optrekken, begint paniekerig te rinkelen, kan niet meer stoppen en rijdt je aan. Ik sta netjes voor dat stoplicht te wachten en zie je een meter of vijf door de lucht vliegen en je splinternieuwe e-bike vermorzeld worden door de tram.  Jij ligt buiten westen midden op de Maasboulevard. Er ontstaat een verkeersopstopping van jewelste. 

Ik heb geen zin om al dat gedoe af te wachten van politiewagens, ambulances en zo. Jij moet je toch zo nodig onverantwoord en onuitstaanbaar uitsloven op je nieuwe e-bike, dan moet je  ook maar de consequenties  nemen.  Ik zie je daar liggen, met je ogen dicht, zonder bril, in je onderbroek … je spijkerbroek is van je lijf gescheurd door die zwieper. Het bloed gutst uit je hoofd en zo te zien is je linkerbeen gebroken;  zo heb ik dat been tenminste nooit zien liggen. Met je rechterarm zal ook wel wat ‘aan de hand’ zijn, want die zie ik in de gauwigheid niet meer terug. Hoe dan ook: je bekijkt het maar ik ga e-biken over de Westzeedijk en de Rotterdamsedijk richting Hoek van Holland. 

Als ik in Schiedam ben realiseer ik me dat jij alle spullen in je fietstassen gestopt hebt. Zonder de handdoeken, mijn bikini, lekkere broodjes, drankjes, bananen is het gauw gedaan met de strandpret. Dat die bal en de badmintonrackets nog in je fietstassen zal me worst wezen. Jij bent er toch niet bij dus er valt dan niet veel te ballen of badmintonnen samen. Nu moet ik dus weer helemaal terug over de Rotterdamsedijk en de Westzeedijk naar dat kruispunt waar jij van pampus ligt. Alsof de duvel er mee speelt heb ik  alle stoplichten tegen; het lijkt wel een rode golf. Als ik alles gehad denkt te hebben gaat er ook nog een brug vlak voor mijn  neus open. Hoewel ik er helemaal niet van houd, rij ik nu op mijn hardst: 30 kilometer per uur.  Ik wil wel op dat kruispunt zijn, vóórdat jij in de ambulance geschoven bent. Maar … ik ben veel te gehaast, kijk niet goed uit, rijd tegen een e-bikester op die van rechts komt. Heb een dubbele beenbreuk en een hersenschudding …  en nu lig ik  hier naast je. Wat is er eigenlijk gebeurd?’

Ik had een droom, een nare droom

dinsdag 8 maart 2022

WEER NAAR AVIGNON

 Hij gaat weer naar Avignon. Voor het theaterfestival. De eerste drie weken van juli. Alle hotels daar blijken al volgeboekt. Zelfs campings mailen me dat ze al vol zitten in die die periode. ‘Dan maar op goed geluk,’ denkt hij, ‘desnoods wordt het op straat slapen of  bij iemand die ik op het festival tegenkom.’

 

Dan krijgt hij een mail van een hotelier uit Avignon, die via via  te horen heeft gekregen,  dat hij onderdak zoekt tijdens het festival. Zij biedt hem een twee- persoonskamer voor negentig euro per dag. Niet te weinig! Desalniettemin boekt hij impulsief. Voor hem alleen. Hij regelt ook de Thalys alvast. Twaalfhonderd kilometer, Rotterdam-Avignon, in nauwelijks 5,5 uur.  Retourtje is driehonderd euro. Een koopje.

Om de kosten van zijn verblijf wat te drukken, zoekt hij, op internet, via de reisgenotensite, contact met theaterfreaken  (m/v).  Contact is er even met  een amateur-cabaretière uit Amsterdam. Die haakt uiteindelijk af. Ze ziet zich niet drie weken een hotelkamer delen met een getrouwde, sigaartjes rokende, vroege vogel.

 

Nooit zal hij weten of ze een type ‘lekker wijf’ is of een preuts tutje. Zijn reactie is dubbel. Jammer, want negentig of vijfenveertig euro hotelkosten per dag scheelt nog al wat. Opluchting is er ook, want de gedachte aan drie weken samen met een ‘vreemde’ vrouw in een hotelkamer voelt voor hem behoorlijk ongemakkelijk. Gêne was er al bij voorbaat geweest: is hij wel toonbaar in zijn onderbroek … zou hij hardop scheten en boeren kunnen laten … naakt uit de douche durven komen?

 

Identiteitsverlies. Dat is zijn valkuil: dansen naar de pijpen van een ander. Territoriumstrijd. Zou ze hem dwingen op de grond te gaan slapen. In zijn slaapzak. Gelijk de eerste nacht al? Of misschien de tweede of derde nacht, wanneer hij haar, per ongeluk, in zijn slaap, zou hebben aangeraakt. Of  als ze er de voorkeur aan geeft, het bed te delen met een in Avignon opgepikte Franse, door de zon gebruinde playboy, met een afgetraind fitnesslijf. Waar blijft hij dan met zijn spierwitte, iets te zware, boekhouderslichaam. Nou, daar hoeft hij nu niet meer over in te zitten.

 

Hij stopt met reisgenoten zoeken. Dan maar een duur en misschien wel eenzaam festival. Op de zaak zeggen zijn, voornamelijk vrouwelijke, collega’s, dat ze dat nooit zullen doen. Hij krijgt het verwijt, dat je je vrouw toch niet alleen thuis laat zitten, terwijl jij lekker gaat lopen genieten en …  alléén op vakantie, daar is toch he-le-maal niks aan?  Dan heb je niemand om lol mee te maken.

 

‘Ach,’ zei hij stoer maar toch niet helemaal overtuigend: ‘ik ben blij dat ik er eens een tijdje uit ben, zonder mijn vrouw. We zitten nu al meer dan dertig jaar op elkaars lip … en wat dat  alléén zijn betreft: dat zal heus wel meevallen? Ik kom op het festival genoeg mensen tegen. Daar ben ik helemaal niet bang voor. Dat wordt straks echt genieten in Avignon, waar drie weken lang de verbeelding aan de macht is.’