Posts tonen met het label kunstrozen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kunstrozen. Alle posts tonen

maandag 14 augustus 2023

WAAR KOMT U VOOR? (2)

Ruud staat op en pakt zijn rollator. Ik schrik van hem: hij is zó dik geworden … achteraf had ik beter fruit mee kunnen nemen in plaats van stroopwafels … en wat loopt ie slecht, zeg ... ook achter die rollator waggelt hij. We gaan naar Ruud’s kamer. Zijn deur staat open. Vreemd.  Ik weet niet beter of hij sluit zijn kamer af, ook al gaat hij heel even weg.

Ik hang mijn doorweekte jas over een stoel en loop naar de badkamer om mijn haar wat te fatsoeneren.

‘Waar wil je zitten, Trees?’

Veel keus is er niet: het is òf op zijn bed òf in de makkelijke stoel  nààst zijn bed.

‘Kies jij maar, hoor, Ruud, jij moet er met je rollator goed bij kunnen.’

Hij gaat op zijn bed zitten.

Op het kozijn bij het grote raam, staat een vaas met een ‘bos’ verlepte gelig-witte kunstrozen; verder zie ik foto’s van zijn familie: zijn overleden vrouw Riek, zijn dochter Trees (51) en zijn twee kleinzonen.  Van zijn tweede dochter  Frederique (48) staat hier geen foto. Met haar mag hij geen contact meer hebben … er is iets niet goed gegaan in het verleden …  wat precies weet ik niet … zij woont nu in een zorgcentrum ergens in de provincie Utrecht.

Alleen Trees en ik komen af en toe bij hem op bezoek.

Ik heb kippenvel … zit met een natte bloes.

Op het ongebruikte keukenblok staat Ruud zijn trots en glorie: zijn pick-up, met twee koffers langspeelplaten … en zijn bandrecorder. Hij is dol op muziek, vooral Nederlandstalig, uit de vijftiger en zestiger jaren. Ik heb Ruud leren kennen in een koor. Samen zingen we als duo op partys. We hebben succes met liedjes als ‘Marina’ en ‘Mexico’

‘Luister je nog wel eens naar je muziek,? vraag ik Ruud.

‘Neen, nog niet … ’

Héél moeizaam komt hij overeind: ’plassen.’ Hij waggelt naar de badkamer annex toilet. De deur van de badkamer laat hij open staan. Hij laat een enorme scheet, gevolgd door het geluid van een drol, die in het wc-water plonst …. een duidelijk geval van decorumverlies.

‘Sorry hoor’, roept Ruud, ‘ik kom zo …mijn kont even afvegen.’

Of ik wat wil drinken.

‘Wat heb je?’

Hij schenkt sinas in een aangekoekt glas en legt een stroopwafel op het morsige schoteltje ernaast. O god, zou Ruud zijn handen wel gewassen hebben. Ik heb er niet op gelet. ‘Dank je Ruud, die stroopwafel neem ik mee. Ik zit nog vol.’  

Hij zakt een beetje weg … dan veert hij op:

‘Hoe oud ben je eigenlijk.

‘Eenenzeventig’.

‘O ja? Zo oud alweer? … ik ben moe, Trees … moet gaan liggen. Ga maar weg  … Ik roep de zuster wel om je  uit te laten.

De stroopwafel prop ik in mijn tas. Van het kopje sinas blijf ik wijselijk af.

De zuster wacht in de deuropening.

‘Dag Ruud, tot zaterdag,’ zeg ik.

De zuster loopt met me mee.

Godzijdank is het droog.