Echt ziek ben ik haast nooit, tenminste lichamelijk ziek, bedoel ik. Mazelen heb ik gehad, herinner ik me nu. Een of twee jaar was ik, geloof ik. Maar echt veel weet ik er ook niet meer van. Toen zat, dacht ik, mijn hele lijf onder de rooie pukkeltjes en opengekrabde jeukbultjes en gedroogde korstjes. Jezus, ik geloof dat ik toen de ergste jeuk van mijn hele leven heb gehad, tot nu toe. Tegenwoordig kan je daartegen ingeënt worden. Dat is dan een van de nadelen als je in 1950 geboren bent: dat dat toen nog niet kon.
Geelzucht heb ik ook
gehad. Ik was een jaar of negen. Wat ik me nog heel goed weet te herinneren is,
dat ik er vreselijk geel uitzag, niet te geloven zo geel. Het leek wel alsof
mijn hele lijf ingesmeerd was met banaan-kerriesaus. Ook zal ik nooit vergeten
dat mijn ontlasting toen geel was. Heel speciaal was …… ‘nee, ik moet het
anders opschrijven’: normaal sliep ik altijd in mijn eigen kleine kamertje op
de bovenverdieping. Maar nu, met geelzucht en banaan-kerriesaus over mijn lijf,
mocht ik in de woonkamer ziek-liggen-zijn. Mijn bed was dus speciaal van boven
naar beneden gesleept. Wie dat gedaan had weet ik niet want mijn vader was
zeeman en hij was toen, zeker weten, op zee … ergens tussen New York en
Rotterdam. Wie zou dat dan gedaan hebben; alléén kon mijn moeder het niet. Dus
iemand moet geholpen hebben met dat bed naar beneden te brengen. De buurman …
zou op zich wel kunnen maar ze zei altijd, dat ze een hekel had aan die grote
bek van hem, dus dan gaat ze het ook niet aan hem vragen. Ik denk dat de kapper
haar geholpen heeft … dat kappertje, hij knipte mijn moeder bij ons thuis, een
leuk klein mannetje met een rode snor en een rood sikje (oftewel: ‘een rode
pratende kut’ in de volksmond). Ja, het klikte wel tussen mijn moeder en dat kappertje,
dus ze zal het wel aan hèm gevraagd hebben. En toen, dacht ik later, zijn ze
vast ook met elkaar naar bed gegaan.
Voor de rest had ik meestal niet zo veel. Ja, ik heb wel
drie kier angina gehad. Dat is een soort keelontsteking, die volgens mij alleen
mensen krijgen, die veel te veel roken. Op mijn vijftiende begon ik met roken,
eerst half zware shag en toen ging ik al heel snel over op zware van Nelle en
Brandaris. Van mijn vijftiende tot mijn dertigste heb ik zo’n twee pakjes shag
per week gerookt en drie zeer pijnlijke keelontstekingen gehad: angina. Bij zo’n keelonsteking was het zo dat je
absoluut niet in staat was om te slikken … je krijgt niks naar binnen, geen eten … geen drinken ook. Dat betekende dus, dat alle speeksel
uitgespuugd moest worden. Als ik angina had, zette ik daarom, als ik ging
slapen een teiltje naast mijn bed. Per ongeluk stapte ik dan wel eens middenin
dat teiltje wanneer ik ’s nachts moest plassen … wat een ellende. De dokter
schreef me steeds een penicillinekuur
voor en die hielp geweldig; maar het duurde toch zeker wel een week voordat ik
weer behoorlijk kon slikken.
Geestelijk ben ik weliswaar niet zo sterk maar lichamelijk
ben ik de laatste jaren kerngezond; tot opeens m’n linkerpink moeilijk ging
doen: hij trekt krom en er groeit gestaag een bobbel aan de binnenkant. Een
specialist in het ziekenhuis stelde de diagnose: Ziekte van Dupuytren! Over een
paar weken word ik eraan geholpen op de
afdeling plastische chirurgie. Dan staat
mijn pink hopelijk weer fier
rechtop.