Posts tonen met het label ingeënt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ingeënt. Alle posts tonen

zondag 5 november 2023

SERIE: OPA & OMA: Deel 2: Zwanger

Hoe Maria Martens, zo heette oma officieel, nu precies in Schiedam verzeild was geraakt is heel lang een raadsel gebleven. We wisten, dat ze van Den Bosch naar Rotterdam verhuisd was, aldaar op verschillende adressen gewoond had en uiteindelijk in Schiedam terecht was gekomen.

Duidelijk is wel, dat ze alléén naar Rotterdam reisde. Vader, moeder en haar oudere zus Rika, bleven achter in Den Bosch. Haar broers Leendert en Jacob waren al op jeugdige leeftijd, zes en negen jaar,  om het leven gekomen .. tbc (vliegende tering noemde men dat).. de jongens waren niet ingeënt … dat deden ze toen nog niet.

Vader was oorspronkelijk bakkersknecht, een beroep, waarbij veel gefietst moest worden: bezorgen bij klanten, ophalen bij leveranciers van ingrediënten en dat allemaal op de fiets; het was zijn lust en zijn leven.  De crisis kwam en zijn baas, de bakker, kon het loon van vader op een gegeven moment niet meer betalen; vader bood de bakker toen aan,  te werken in ruil voor brood. Lang heeft hij dat niet volgehouden, een week of zes, toen werd hij ziek: maag- en darmproblemen, tja, ze zeggen niet voor niets ‘je kan niet leven van brood alleen.’

Het gezin Martens leefde, net als zoveel inwoners van Den Bosch, in bittere armoede. Vader was door ziekte ernstig verzwakt en kon daardoor niet werken en ook voor moeder en dochters Maria en Rika was er nauwelijks tot geen emplooi. Van bijstandsuitkeringen was toen nog helemaal geen sprake.

Tot overmaat van ramp bleek dat Maria, ze was pas 17 jaar,  zwanger was.  Ze vond het wel vreemd dat ze al bijna een half jaar niet ongesteld was geweest, flink wat kilo’s was aangekomen en regelmatig vreemde bewegingen in haar buik voelde.  Wie de vader was, bleef lang onduidelijk. Op de indringende vragen van haar moeder, antwoordde ze niet; Maria sloeg slechts zwijgend haar ogen neer.  Pas na een bezoek aan haar huisarts wist ze dat ze zwanger was, alleen had ze geen flauw idee van wie. Bijna een half jaar geleden was ze,  in een donker steegje, verkracht door een naar bier stinkende kerel. Lange tijd had ze  er erg veel pijn van gehad; die pijn verdween en in haar naïviteit heeft ze zich niet gerealiseerd, dat ze toen zwanger moest zijn geraakt.

Ondanks dat Maria er dus helemaal niks aan kon doen, werd zo’n zwangerschap als deze, in de katholieke gemeenschap, toch als ‘zondig’ en ‘schandelijk’ beschouwd.

Abortus was bij de katholieken streng verboden, een doodzonde: verbanning naar de hel stond daar op. Om abortussen te voorkomen, werd de ongehuwde zwangere meisjes  onderdak en verzorging aangeboden. Daartoe, waren, veelal in de buurt van de grote steden, Rooms Katholieke tehuizen opgericht.

Bij een dergelijk katholiek tehuis kwam Maria  terecht. Meneer pastoor van de Sint - Jan parochie in Den Bosch had Maria een brief meegegeven voor Zuster Wijnaldia, het hoofd van het Magdalenahuis in Rotterdam. Met die brief werd ze zonder meer toegelaten.

 In het tehuis; er werd daar veel gebeden en misschien was er daardoor wel genoeg te eten en te drinken voor de ruim twintig meisjes, van wie sommigen al bevallen waren. Tot drie maanden na de bevalling mochten de meisjes en kun kindjes in het tehuis blijven wonen. Nonnen, die daar wonen en werken, zullen de meisjes helpen bij het vinden van andere huisvesting. Meestal wordt er iets gevonden bij rijke katholieke gezinnen in de stad, die hebben vaak, in hun grote huizen, wel een kamertje vrij. De ongehuwde moeder kan dan in ruil voor huisvesting, huishoudelijke arbeid verrichten.

Voor Maria was het nog lang niet zo ver … zij was pas over drie maanden uitgerekend.


Morgen: deel 3: Luisteren 

woensdag 18 januari 2023

ZIEK.

Echt ziek ben ik haast nooit, tenminste lichamelijk ziek, bedoel ik.  Mazelen heb ik gehad, herinner ik me nu. Een of twee jaar was ik, geloof ik. Maar echt veel weet ik er ook niet meer van. Toen zat, dacht ik,  mijn hele lijf onder de rooie pukkeltjes en opengekrabde jeukbultjes en gedroogde korstjes. Jezus, ik geloof dat ik toen de ergste jeuk van mijn hele leven heb gehad, tot nu toe. Tegenwoordig kan je daartegen ingeënt worden. Dat is dan een van de nadelen als je in 1950 geboren bent: dat dat toen nog niet kon.

Geelzucht heb ik  ook gehad. Ik was een jaar of negen. Wat ik me nog heel goed weet te herinneren is, dat ik er vreselijk geel uitzag, niet te geloven zo geel. Het leek wel alsof mijn hele lijf ingesmeerd was met banaan-kerriesaus. Ook zal ik nooit vergeten dat mijn ontlasting toen geel was. Heel speciaal was …… ‘nee, ik moet het anders opschrijven’: normaal sliep ik altijd in mijn eigen kleine kamertje op de bovenverdieping. Maar nu, met geelzucht en banaan-kerriesaus over mijn lijf, mocht ik in de woonkamer ziek-liggen-zijn. Mijn bed was dus speciaal van boven naar beneden gesleept. Wie dat gedaan had weet ik niet want mijn vader was zeeman en hij was toen, zeker weten, op zee … ergens tussen New York en Rotterdam. Wie zou dat dan gedaan hebben; alléén kon mijn moeder het niet. Dus iemand moet geholpen hebben met dat bed naar beneden te brengen. De buurman … zou op zich wel kunnen maar ze zei altijd, dat ze een hekel had aan die grote bek van hem, dus dan gaat ze het ook niet aan hem vragen. Ik denk dat de kapper haar geholpen heeft … dat kappertje, hij knipte mijn moeder bij ons thuis, een leuk klein mannetje met een rode snor en een rood sikje (oftewel: ‘een rode pratende kut’ in de volksmond). Ja, het klikte wel tussen mijn moeder en dat kappertje, dus ze zal het wel aan hèm gevraagd hebben. En toen, dacht ik later, zijn ze vast ook met elkaar naar bed gegaan.

Voor de rest had ik meestal niet zo veel. Ja, ik heb wel drie kier angina gehad. Dat is een soort keelontsteking, die volgens mij alleen mensen krijgen, die veel te veel roken. Op mijn vijftiende begon ik met roken, eerst half zware shag en toen ging ik al heel snel over op zware van Nelle en Brandaris. Van mijn vijftiende tot mijn dertigste heb ik zo’n twee pakjes shag per week gerookt en drie zeer pijnlijke keelontstekingen gehad: angina.  Bij zo’n keelonsteking was het zo dat je absoluut niet in staat was om te slikken … je krijgt niks naar binnen,  geen eten … geen drinken ook.  Dat betekende dus, dat alle speeksel uitgespuugd moest worden. Als ik angina had, zette ik daarom, als ik ging slapen een teiltje naast mijn bed. Per ongeluk stapte ik dan wel eens middenin dat teiltje wanneer ik ’s nachts moest plassen … wat een ellende. De dokter schreef me steeds een  penicillinekuur voor en die hielp geweldig; maar het duurde toch zeker wel een week voordat ik weer behoorlijk kon slikken.

Geestelijk ben ik weliswaar niet zo sterk maar lichamelijk ben ik de laatste jaren kerngezond; tot opeens m’n linkerpink moeilijk ging doen: hij trekt krom en er groeit gestaag een bobbel aan de binnenkant. Een specialist in het ziekenhuis stelde de diagnose: Ziekte van Dupuytren! Over een paar weken word ik  eraan geholpen op de afdeling plastische chirurgie. Dan staat  mijn pink  hopelijk weer fier rechtop.