Posts tonen met het label kennissen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kennissen. Alle posts tonen

zaterdag 24 september 2022

VRIENDSCHAP? EEN ILLUSIE? (2). KOOS & GEERTJE; ARTHUR EN KEES.

‘Vrienden? Die heb ik helemaal niet.’ Ik flap het er zomaar ineens uit. Vroeger wel maar die zijn inmiddels allemaal uit beeld. Uit het oog verloren, verhuisd, innig getrouwd, verontwaardigd  of dood. Geen vrienden meer ... en dat op mijn tweeënzeventigste al!

'En Koos en Greetje dan? Of Ahmed, Hans, Peter en Els en Arthur en Cees niet te vergeten?  Koos stelt mij aan al zijn kennissen voor als ‘mijn  vriend Zef’ ….. en het gekke is dat ik me helemaal geen vriend van hem voel….   Oké, ik ga wel eens met hem naar een voetbalwedstrijd kijken ……. maar daarmee  is hij nog niet direct een vriend van me. Ja, kort voor zijn dood worden we visvrienden.

Vanaf 1980 is Koos samen met Greetje, een schoolvriendin van mijn vrouw, Carola. Zij zitten bij elkaar in de klas op de kunstacademie.  De dames kennen elkaar al heel lang.  Na het stuk lopen van Greetjes huwelijk heeft mijn vrouw geen contact meer met Koos. Ik nog wel. Dat beschouwt Greetje als een vorm van verraad. Ze wil alleen met me blijven omgaan als ik breek met Koos. Ze bekijkt het maar. Carola blijft dus wel gewoon met Greetje omgaan. Na de dood van Koos  ben ik óók weer welkom bij haar ... na 12 jaar …  ik sta niet echt te juichen. Tsja, ook bij ons komt ze dan ook gewoon weer over de vloer. Ik blijf het lastig vinden. Greetje noemt me dan geregeld  ‘mijn vriendje’   oké we gaan incidenteel wel eens naar de bios  … meer niet  maar om haar nou gelijk een vriendin van me te noemen … dat gaat me wat te ver. Ik vind het ook niet zo makkelijk om tegen haar te zeggen: ’Ik wil jouw vriendje niet zijn.’   

Misschien verwacht ik wel te veel van een vriend en wel zó veel dat bijna niemand ooit goed genoeg is om mijn vriend te worden? En ikzelf dan? Vind ik mezelf ooit wel goed genoeg om iemands vriend of vriendin te kunnen zijn? Ik denk het niet …. naar Carola ben ik bijvoorbeeld best scheutig met knuffels, complimentjes of een glimlach. Naar andere vrouwen doe ik dat niet zo, uit angst flirterig over te komen. Naar mannen laat ik dat sowieso achterwege …  denken ze misschien dat ik homo ben ....

Als kind gaat het vrienden maken makkelijk. Je ziet elkaar elke dag. Doet allerlei activiteiten met elkaar. Op de lagere school heb ik twee heel goeie vrienden. Arthur en Ceesie. Ik heb veel plezier met ze gehad. Arthur is een getalenteerde voetballer. Op het grasveld voor zijn deur doen we altijd 'metsies'. Als Arthur bij jouw team zit, win je gegarandeerd. Ik ben dan de keeper. Bij  Cees thuis doen we spelletjes (domino, eenendertigen, pesten), spelen met lego of de mecanodoos en bij mij voor de deur honkballen we.

Arthur is in alle sporten goed. Zelfs in turnen, wat Cees en ik een meisjessport vinden. Arthur trekt zich daar niks van aan en doet ook onder gym zijn stinkende best voor het allerhoogste cijfer.  Cees en ik niet, wij houden ook niet van ringen en springen over bok of paard of oefeningen op de ladder. Nee, Cees en ik zijn meer in voor ’apenkooien’ of blokkiesvoetbal.

Ja, Arthur, Cees en ik blijven op de lagere school goeie vrienden.