Posts tonen met het label kater. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kater. Alle posts tonen

dinsdag 17 mei 2022

SCHRIJVEN IS LIJDEN

Duizelig en misselijk voel ik me. Mijn hoofd voelt zwaar, mijn nek stroef. Het lijkt ook alsof ik veel gedronken heb gisteravond, maar ik heb niet meer dan twee blikjes bier op. Zo rond vijf uur ’s middags. Nee, een kater kan het niet zijn. Na wat brood en koffie, ga ik in bad zitten. Collega Anneke waart dan bij vlagen rond in mijn hoofd. Vriendelijke vrouw. Het is een grote vrouw, een stuk groter dan ik. Dat maak ik niet zo vaak mee. Ik ben 1.83 m. Zij zeker 1.88 m. Op het personeelsuitje zitten we bij elkaar. We praten over onze ‘zorgenkindjes’. Haar dochtertje krijgt op drie jarige leeftijd leukemie. Mijn zoon wordt op zijn zestiende zwaar depressief. Waar zouden we dat aan verdiend hebben? Anneke is een goeie luisteraar. Kijkt me aan als ik wat zeg. Ik zak wat verder weg in het bad en zet de bubbelaar aan. Lekker, die net niet te hete bubbels op mijn rug. Voel me gelukkig al weer wat beter.

Met mijn vrouw Carola, die inmiddels uit de kerk is gekomen, ontbijt ik nog een beetje mee. Uit haarzelf zegt ze geen woord over haar kerkbezoek. Als ik haar vraag hoe de preek was, zal ze wel wat gaan zeggen maar ik vraag niks. Van de ene op de andere dag gaat ze opeens, samen met een buurvrouw, naar de kerk. Streng gereformeerd nog wel. Terwijl er tot nu toe, ze is 54, nooit ruimte voor een God in haar leven is geweest. Ik begrijp er niks van. Ze laat zich misschien nog dopen ook.

Zoon Theo  is op bezoek geweest bij mijn moeder, zijn oma.  Hij heeft er een naar gevoel aan over gehouden. Oma vindt de chocolaatjes die hij meegenomen heeft maar niks. ‘Ze krijgt altijd van iedereen hetzelfde: chocolaatjes.’ Wim, de vriend van mijn moeder, legt Theo iets te nadrukkelijk in de watten als zieke, zielige depressieveling. Dat irriteert hem. Theo houdt helemaal niet van dat ‘hulpvaardige Harrie gedrag’ van Wim.

Ik vraag Theo hoe het met oma was.  Hij haalt zijn schouders op; gaat naar zijn kamer. Ik voel weerstand naar oma bij hem; ook bij mezelf trouwens. Heb absoluut geen zin om bij haar op bezoek te gaan. Laat anderen maar eens wat meer gaan doen. Ik heb al genoeg gedaan.

Theo wil niks weten van de door mij uitgeknipte advertentie: Gemeente Rotterdam zoekt Assistent-Accountant. Hij gaat liever een cursus basgitaar doen bij de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam en een gitaartje kopen. ‘Als het maar niet zo gaat als met je keyboard’, denk ik. ‘Daar heb je drie maanden op gespeeld en sindsdien staat dat ding in een hoek van je kamer weg te rotten’. Maar goed, ik heb zelf ook, ik weet niet hoe lang, lopen klootzakken en experimenteren met een gitaar, een pc, een viool, een hometrainer ….en nog weet ik eigenlijk niet precies wat ik wil.

Want ook waar ik nu mee bezig ben, schrijven, is weer een poging om iets leuks te doen. Vreemd eigenlijk wel, want van een bekende Nederlandse schrijver is de uitspraak: ‘schrijven is lijden. Er is helemaal niets leuks aan. Schrijvers die zeggen dat ze schrijven leuk vinden zijn per definitie onleesbaar (slik). Schrijfsels waar de pijn vanaf schrijnt, die doen de lezer gloeien’.