Posts tonen met het label handpalmen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label handpalmen. Alle posts tonen

woensdag 19 juli 2023

DUO's

Het is woensdagmiddag, de vaste vrije middag voor het basisonderwijs.  Twee onderwijzers van de basisschool verderop lopen langs mij. Druk gebarend. Het duo is aan het werk. Ze lopen langs de Kralingse Plas, de meester en de juf. Vijftigers zijn het. Klein van stuk. Hij heeft een grijs koppie, is tanig en gerimpeld.  Zijn strakke spijkerbroek verraadt zijn spillepootjes. De juf is kleiner en tamelijk mollig, haar gezicht is bleek en lijkt wat opgeblazen.  Ze heeft lang gitszwart haar, dat geverfd moet zijn. Ze heeft een zwarte regenjas aan tot net boven haar knie. Lekker jasje met dit gematigde voorjaar.  Onder haar jas  verschijnen uitermate stevige stappers, omhuld door een donkerblauwe maillot.

Het duo is druk met elkaar. Een gesprek dat hen enerzijds bindt en anderzijds fysiek op afstand van elkaar houdt. Ze zijn collega’s op die basisschool. Ze hebben een studiemiddag. De cursusleider heeft een inleiding gehouden en gezegd: ‘Zoek een maatje, ga wandelen en bespreek de stelling: ‘Veranderen van boven- of van onderaf?  Dan zie ik jullie over een halfuurtje weer terug.’

Ze zijn belangstellend naar elkaar, lijken elkaars woorden te drinken. Geen moment ontwijken ze elkaars blik. Beangstigend, gezien de oneffenheid van het pad.  Tsja, je kon er op wachten: hij struikelt over een iets omhoog gedrukte stoeptegel. Plat op zijn bek.

‘Godverdomme!’ Die werkt niet op een school met de Bijbel. Bij het breken van zijn val  heeft hij zijn handpalmen tot bloedens toe geschaafd. Ook zijn knieën zijn kapot. Zij helpt hem, geschrokken  overeind. In haar tasje zoekt ze tissues waar hij het bloed mee kan stelpen.  Zijn spijkerbroek is op kniehoogte gescheurd. Die kan de vuilnisbak in. Hij stelt zich niet aan, klopt  het vuil van zijn kleding en loopt verder.

Hij is haar dankbaar voor de hulp, ze lachen om het ongelukje en  nemen weer de gepaste afstand aan tot elkaar. (Er is duidelijk nog geen echte klik tussen beiden.)

Het duo loopt nu langs me. De juf zegt:

 ’Ik vind veranderingen oké,’ Peter, ‘als het gegenereerde veranderingen zijn.’

‘Ja, mee eens Marleen.’  Hij wrijft met een  van pijn vertrokken gezicht over zijn gulp, alsof hij daar bij zijn val ook gewond is geraakt. 

Ik heb geen flauw idee wat ‘gegenereerde veranderingen’ zijn. Het vervelende nu is dat het duo doorgelopen is. Ik kan het dus niet meer vragen. Thuis zoek ik het op: het zijn (gewenste) veranderingen.

 

Nog een stukje verder langs de Kralingse Plas, kom ik een ander duo tegen: een paar kwetterende eenden, peddelend in de plas. Ze hebben mot. De eend kwekt, dat ze haar nestje begin maart al klaar had voor d’r eitjes. Acht wil ze er hebben. Die eitjes moeten eindelijk maar eens gelegd worden. De woerd schudt zijn kop en kwekt, dat het nog wat te koud is. ‘Geduld, meisje, tot mei,’ kwekt hij, ‘want in mei leggen alle vogeltjes een ei.‘ En Ik: acht!’, kwekt zij koppig.

De eend houdt zich verder stil. Om haar snavel ligt een glimlach. Zij weet dat hij het gegenereerde verleidingensritueel niet kan weerstaan!