Posts tonen met het label guur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label guur. Alle posts tonen

zondag 28 augustus 2022

EEN HOOG PROMILLAGE

Met collega’s  Hans en Ineke,  ga ik wat drinken. Bij Dudok op de Meent. Dat is vlak om de hoek bij de zaak.  Het is kil, 11 graden,  guur windje en het  miezert.  We duiken zo snel mogelijk de ‘kroeg’ in.  Blijkbaar hebben we alle drie wat weg te werken want we ‘duiken’ op de alcohol. Hans, en ik  nemen een Westmalle Triple, Ineke neemt een rood wijntje.   Proost! We hebben vanmiddag te horen gekregen van de directie, dat  ons werk blijft bestaan maar dat we met z’n allen overgaan naar een nieuwe werkgever.  We hebben het er bij Dudok nog even over en we vertrouwen het zakie wel. De ondernemingsraad is immers akkoord. Dat hoor ik graag, want ik zit zelf in de OR.

‘Ik geef een rondje, jongens (ook Ineke spreek ik per abuis zo aan); zeg het maar. Ik neem nog een  Westmalle Triple.  Hans en Ineke nemen ook nog eens hetzelfde, hoewel hun glas nog half vol (of half leeg).

Hans, kan het niet laten de ondernemingsraad nog eens een veer in de kont te steken. Beetje overdreven … hij zit nu zelfs al een beetje te lallen. Hans gooit daarna hals over kop zijn anderhalf biertje achterover en geeft zijn collega’s nòg ‘n rondje. Dat gaat wel erg snel allemaal.

‘Zal ik een portie bitterballetjes bestellen,’ vraagt Ineke, ‘we zijn zo aan het hijsen, dan kan een bodempje geen kwaad.’ Die derde Westmalle komt bij mij flink aan. D’r zit gauw zo’n 10% alcohol in dat bier. Ik voel het goed zitten. Moet stoppen. ‘Jongens en meisje’ zeg ik nu braaf: ‘ik ga er vandoor.  Ik ben op de fiets. Als ik nòg meer drink gaat het niet goed meer .’

Ik stap op m’n fiets en …  ja, hoor … al binnen de 100 meter word ik door een politiewagen tot stoppen gedwongen. 

‘Heeft u gedronken meneer? U bent noga aan het slingeren.’

‘Ja, ik heb wel iets gedronken. Maar niet zo veel.’

Die agenten willen overduidelijk naar binnen. Ze vinden het met dit weer niet leuk om buiten te moeten werken. Ik ben hun excuus om naar binnen te gaan.

’Blaast u hier maar even, meneer.’ 

Shit, het was 0.75 promille! Mijn fiets wordt gelijk in de politiewagen gezet. Ik moet ook mee: ik word opgesloten in de arrestantencel. Voor één nachtje.  Mag nog wel mijn vrouw even bellen.  Boos is ze niet.. Ze moet er ook wel een beetje om lachen; vindt me een beetje dom.

Maar het  lachen vergaat haar als ze een maand later de uitspraak van de rechter hoort, enige maanden later. Honderdtachtig gulden boete of één dag gevangenisstraf. Ik heb geen zin om zoveel geld uit te geven voor die stommiteit van me. Ik ga wel een dagje zitten.

Enige weken later staan er geheel onverwachts twee politieagenten voor mijn deur om me mee te nemen naar de gevangenis. Ik moet gelijk mee. Uitstel is niet mogelijk. Maar ik kan deze dag helemaal niet weg. Deze dag is mijn huishouddag … mijn vrouw is in Utrecht op haar werk … ik moet vandaag  voor de kinderen zorgen.

De agenten kijken me meewarig aan: ’Tsja, dan zult u de boete voor het rijden onder invloed contant met ons moeten afrekenen: 230 gulden. Dat is inclusief de toeslag van 50 gulden voor onze bemoeienis in dezen.’

Dan moet ik maar betalen; kan niet anders. Geen rooie cent heb ik in huis. De heren agenten bieden vriendelijk aan om mij naar het dichtstbijzijnde postkantoor te brengen met de arrestantenwagen. (Schaam me rot voor de buren.) Ik geef de agenten het geld. Tijd om me weer terug naar huis te brengen hebben de heren niet.