Ik kijk naar een foto uit 1958. Het is Hemelvaartsdag. Dubbel feest vandaag bij de Kortrokjes: Jezus is opgestegen ten hemel en mijn lieve, oudste zusje Anna, doet haar eerste heilige Communie.
Ze heeft net een
knikker gepiekt in de richting van de pot. Het weer is zacht,
hoogstwaarschijnlijk warm. Ik sta in mijn korte broek en wit overhemmetje
gebogen over de pot om te zien of de knikker er echt in zit. En inderdaad: hij is. Zij wint het potje. Ik
speel even buiten met Anna. Ik ben acht,
zij is zes.
Het is dus feest vandaag. Anna is gekleed in het wit … een
soort witte fee … een wit engeltje. Zij heeft vandaag haar eerste communie
gedaan. De eerste communie, een belangrijk moment voor een katholiek meisje. De
pastoor legt een hostie, een stukje slap brood, op de tong van het
communicantje. Het stukje brood is door toverspreuken van de pastoor veranderd
in een stukje lichaam van Christus. Het is op zes- a zevenjarige leeftijd, dat
katholiek gedoopte kinderen voor het eerst in hun leven zo’n stukje lichaam van
Christus mogen ontvangen. Een chique moment en daar horen chique kleren bij.
Dresscode voor jongens: donker kostuum (korte broek mag); wit overhemd,
vlinderstrik of stropdas. Dresscode meisjes: geheel in het wit.
Jongens hebben zonder uitzondering een stemmig (blauw/grijs)
kostuumpje aan (met een korte broek; het is immers lente); verder een wit
overhemd en een flikkerstrikje.
De jurkjes mogen kort of lang; als ze maar wit zijn. Anna
ziet er prachtig uit! Ze draagt een schitterend wit jurkje, tot op de knie. Een
petticoat eronder, waardoor de jurk een beetje wijduit staat. Grappig.
Bijzonder zijn de grote witte tule strik in haar haar en de handschoentjes die
tot haar ellebogen reiken.
Tegen de pui staan de fietsen, van onze visite. De voordeur
staat open. De visite hoeft dan niet aan de bel te trekken en kan zo doorlopen
naar boven. Veel visite op een dag als deze. Bijna alle katholieke
familieleden komen feliciteren, gebak eten,
zuipen. Alle zussen en zwagers van ma en hun kinderen. Ma heeft ook wel een
broer, Guus, maar die had zich al van kant gemaakt voor ik geboren werd. Niet echt een Guus Geluk. Ik geloof dat het
er mee te maken had dat hij homo was en zijn vader (mijn opa dus) had een
stronthekel aan homo’s dus treiterde hij Guus
daar altijd mee. Vreselijk … als
het allemaal waar is … het fijne weet ik er ook niet van. Opa en oma van mamma komen niet. Nooit! Oma
kan haast niet lopen met in haar benen die grote wonden (grote gaten, noemt ma
ze altijd). Opa komt niet, want die
vindt dat mijn vader een grote klootzak is, onder andere omdat hij zijn lagere
school niet wil afmaken. Dus die màg van mijn moeder niet eens komen, want ze
houdt niet van ruzie. Vandaag had opa trouwens best kunnen komen want pa is er
toch niet, die zit nu voor zijn werk in Marseille; hij werkt op een cruiseboot.
De ooms en tantes en opa en oma van mijn vaders kant (de
Kortrok-kant) zijn niet gelovig; ze snappen niet wat er zo feestelijk is aan
het communiefeest. Dus blijven ze weg. Dat spaart weer drank en gebak.
Wordt vervolgd