Posts tonen met het label gehemelte. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gehemelte. Alle posts tonen

woensdag 16 november 2022

Mondhygiëne.

Ik ben thuis. Heb het koud. Stijve vingers. Vooral aan mijn zwakke rechterhand. Moet zo naar de mondhygiënist. Heb om vier uur een afspraak. Ben ‘un peu nerveux’. Ik heb bloedend tandvlees na het ragen en poetsen. Doet wat pijn. Misschien poets ik wel te hard. Poets nu toch niet anders als anders en ik had nooit last. Ik stop nu maar even met schrijven. Moet mijn hele mond nog uitbaggeren. Met tanden poetsen en ragen alleen, kom je er tegenwoordig niet meer. Het gehemelte en de tong moeten ook een beurt. Om drie uur spring ik op de fiets. Het zal tot zes uur droog blijven. Op naar de Westblaak. Vlak naast bioscoop Cinerama zit de altijd goedlachse mondhygiëniste. Mijn tandarts zit ook in die  praktijk.

 Ik ga eigenlijk liever naar de film. Er draait er een die ik graag wil zien: ‘The son’. De film gaat over ‘depressie’, las ik, daar word je niet vrolijk van. Niet als je het zelf hebt, en niet als iemand in je nabijheid eraan lijdt. Je brein mist een stofje dat je in staat stelt te relativeren, maar je voelt je diep ongelukkig zonder goed te weten waarom. Klinkt nou niet bepaald vrolijk. Desalniettemin is mijn nieuwgierigheid gewekt.  

Al fietsend besluit ik naar de bios te gaan, een kaartje te halen en de mondhygiëniste af te bellen. Ik bekijk de poster van ‘The Son’ in de hal van Cinerama : een vrolijk, opgewekt gezinnetje, vader moeder, leuke zoon in een gezellige woonkamer. Daarvan krijg ik nog meer zin om die film te gaan zien. Ik ga naar de kassa bestel een kaartje en merk dan dat ik mijn Cinevillepas niet bij me heb. Die ligt thuis naast de mandarijnen op de fruitschaal. Niet zo slim. (Met een Cinevillepas kan je voor twintig euro per maand net zo veel films in een maand bekijken als je maar wil. Als je weet dat één bioscoopkaartje al gauw elf euro is, reken dan maar uit.) Maar ik moet dat kaartje dus weer annuleren.

Toch maar naar mondhygiëniste dan. Ben daar tòch nog een kwartier te vroeg. Wel net op tijd om mijn tandarts, met een vreugdevolle tred, uit zijn werkruimte te zien komen, op weg naar de lift. Hij heeft zijn arm om zijn jonge blonde assistente geslagen. Het is vreemd om je tandarts, die je niet anders kent dan in een witte stofjas, opeens te zien in een sportief groen sportjack. En dan zeker nog met dat mooie jonge ding aan zijn zijde. In de schoolvakanties was Ronald, want zo wordt mijn tandarts graag genoemd, naast zijn drukke mondklussen, in zijn praktijk, volop in de weer met zijn kinderen, die hij dan altijd meenam. Drie waren het er, dacht ik. Ze moeten nu rond de tien jaar zijn. Een hele tijd geleden alweer dat ik ze gezien heb.

Claudia, zo heet mijn mondhygiëniste, gaat ogenblikkelijk op zoek naar de oorzaak van mijn pijntje. Eerst vindt ze tussen twee kiezen geklemd, een bloeddoorlopen rijstkorreltje. Op haar minuscule spiegeltje toont ze me de dader. Heb ik een week last van gehad. Dan ziet ze op die plek ook nog een gaatje. Dat moet Ronald zo snel mogelijk vullen. Voor de rest is alles oké.

Ik ben hier klaar. Het is vijf uur en het giet. Nu al. In plaats van zes uur, wat voorspeld was. Drie kwartier fietsen in de zeikregen.  Volkomen ruk.