Pokkenweer! Hier en daar een bui heet dat! Vandaag meer híér dan dáár. Binnen twee minuten ben ik doorweekt. Regenpak ligt thuis. Lekker slim. Over een uur word ik verwacht bij mijn IFFR-vriendin Hanny. Tijd niet gezien. Ik heb haar leren kennen op het (IFFR)Internationaal Film Festival Rotterdam. Wij werken daar elk jaar als vrijwilliger. Kaartjes controleren en gratis veel films kijken. Daar is alleen de laatste twee jaren door de corona niks van gekomen. Het festival ging toen online. Allebei zijn we dol op film. Zowel thuis als in de bios. We hebben een lunchafspraak om half een. Hanny woont hooguit vijf minuten fietsen hier vandaan. Het is nu pas half twaalf. Veel te vroeg nog om bij haar aan te komen.
Om de tijd te doden ga ik even naar Dudok, een cappuccinootje
scoren ... Volkskrantje lezen.
Godver, wat ben ik nat.
Bij Dudok loop ik te soppen in mijn schoenen. Ik laat een langgerekt
waterspoor achter. Van de ingang tot hier, naast m´n tafeltje. Om mijn schoenen
heen ontstaat een klein vijvertje. Gelukkig is het niet koud.
´Wat had u gewenst, meneer?´ vraagt de ober.
´Eh, … tsja, nou, doet u mij maar wat droge kleren, maat 52,
een paar droge zwarte schoenen, maat 46 en een cappuccino!'
'Neen meneer,
aan kleren kan ik u helaas niet helpen;
schoenen heb ik wèl maar 45 is de grootste maat, die ik heb staan. Die
cappuccino kan ik u zo meteen brengen.’
Die ober heeft duidelijk gevoel voor humor. 'Goed, doet u
mij dan alleen die cappuccino maar.'
Aan de grote tafel voor me, zit een stel mannen;
maatkostuums, witte overhemden, stropdassen, type bestuurder groot
bedrijf. Een van hen staat iets te
luidruchtig afscheid te nemen van zijn medebestuurders. De overige gasten van
Dudok hebben er niks mee te maken, dat die persoon straks voor de Shell in
Nigeria gaat werken. Fijn, dat hij niet zo lang speecht. Hij vouwt het
papiertje met zijn toespraak op en stopt het in zijn binnenzak. Dan doet hij
vrij abrupt een stap naar voren en glijdt uit over de natte vloer.
‘Godverdegodver,’ hoor ik … zijn chique beige regenjas is
van zijn kont tot aan zijn hielen zeiknat.
‘Ach,' grapt een collega, 'tegen de tijd dat je in Soedan
bent aangekomen, is je jas wel weer droog.’
‘Ik ga helemaal niet naar Soedan, man, ik ga naar Nigeria,
dat is nogal wat anders.......tssssj!' Hij is echt pissig.
Er wordt uitgebreid afscheid genomen. Hem wordt succes
gewenst. Het is tijd om te gaan: hij
trekt zijn koffer, een Oilily Upright, in de richting van de uitgang. Daar
staat een taxichauffeur te wachten. Nog één keer draait hij zich om, zwaait
naar zijn oud collega's en roept veel te protserig gedag en verdwijnt uit beeld.
Ik kijk even in de krant of er straks nog een leuke film
draait. Om vier uur vanmiddag draait in Cinerama de film ‘Prèsque’. Een ‘feel
good’-film. Houden we allebei wel van! Zeker weten! Gaan we daar na de lunch
heen!
Kwart over twaalf is het. Goeie tijd om naar Hanny te gaan.
Gelukkig is het eindelijk even droog.