De grote Nederlandse supermarkten hebben miljarden winst gemaakt. Veel meer dan vorig jaar. Maar, verzucht de top van die bedrijven: het had miljoenen meer kunnen zijn, want er is op enorme schaal gejat door de klanten. Niet door de klanten die braaf met hun winkelwagentje langs de kassière schuiven. Oké, er zullen heus wel eens wat artikelen in een tasje onder de boodschappenband door gesnaaid worden. Of er worden, onzichtbaar onder een te ruim zittende jas, boodschappen meegepikt.
Neen, dè boosdoener voor de grote supermarkten was en is nog
steeds de scannende klant. Ik ben er zelf ook zo een. Niet zo een die
doelbewust bezig is met jatten. Een paar jaar terug ben ik met scannen begonnen.
Ik vond het wel makkelijk. Nooit meer lang in de rij staan en alles kon gelijk
in me eigen boodschappenkarretje. Het winkelwagentje hoefde niet gebruikt te
worden.
Alleen bij de allereerste keer ging het al fout. De scancomputer gaf aan dat er een steekproef
gehouden moest worden. ‘De medewerker komt er zo aan, een momentje geduld
alstublieft,’ zei de computer. Dat eventjes duurde wel zowat vijf minuten. Had
ik eigenlijk net zo goed in de rij voor de kassa kunnen gaan staan. Maar goed, er
komt een knul aan die moet controleren of ik alles wel gescand heb. Een
steekproef van acht artikelen. Zeven artikelen heeft hij gecontroleerd, alle
zeven goed. Van de inhoud van mijn boodschappenkarretje heeft hij een zooitje
gemaakt. Dan nummer acht … ja hoor, hij heeft beet. Ik heb een pot zure bommen
niet gescand. ‘Ik kan die pot toch nu
nog wel even scannen?’ De medewerker lijkt in zijn sas: ‘Neen meneer, ik moet u
nu naar een van de kassa’s verwijzen. Zet al uw boodschappen daar op de band en
reken bij de kassière af.’ Leuk baantje heeft die knul, als hij van zichzelf
niet wantrouwig is, wordt hij het vanzelf wel.
Het was de eerste en de laatste keer dat dat me is
overkomen. Irritant is wel dat er steeds weer een medewerken moet komen opdraven
om te kijken of ik wel boven de achttien ben en dus bier of wijn mag kopen.
Terwijl op een kilometer afstand te zien is dat ik zowat eenentachtig ben.
Steekproeven krijg ik niet altijd, soms één per vier weken,
soms drie weken achter elkaar. Behalve die eerste keer is het eigenlijk steeds
goed gegaan. Het aandoenlijke van mijn supermarkt is dat elke foutloze
steekproef beloond wordt met een zegeltje. Een stroopwafelzegeltje. Als je zes
van die zegeltjes hebt geplakt op de zelfscanspaarkaart, krijg je gratis een
pakje stroopwafels. Joepie!
Eerlijk gezegd waren niet al mijn scans foutloos. Ik heb het
geluk gehad dat er niet altijd gecontroleerd werd. Als ik thuis ben kijk ik de scanbon
altijd nog even na. Dan zie ik dat ik nogal eens wat vergeten ben te scannen:
een komkommer, een stuk zalm, wasverzachter,
Surinaamse broodjes, een pak hagelslag en zelfs een duur pak wasmiddel. Niet allemaal
in één week natuurlijk. Over een periode van een week of acht. Dat gaat bij mij,
ongelogen, per ongeluk.
Als je duizenden klanten hebt zoals ik, dan mis je als
onderneming aan het eind van de rit wel wat omzet. En dan heb je ook nog de
kleptomanen, die welbewust lopen te graaien. De supermarkten zelf bezondigen
zich daar zelf ook schaamteloos aan. Hoe komen ze anders aan die superwinsten
in deze tijd van recessie?!