Posts tonen met het label blut. Alle posts tonen
Posts tonen met het label blut. Alle posts tonen

dinsdag 7 juni 2022

BIJVERDIENEN

Gisteravond heb ik het boek Caesarion,  geschreven door Tommie Wieringa, uitgelezen. De hoofdpersonen van het verhaal zijn Ludwig en zijn moeder Marthe.  Ludwig groeit op zonder vader.  Marthe is een prachtige vrouw en een zeer gewilde porno-actrice. Om wat extra’s te verdienen ‘helpt’  ze zo tussendoor wel eens iemand. Ludwig weet daar tot in zijn tienertijd niks vanaf.  Een van zijn vrienden van de rugbyclub weet er wel van en laat Ludwig een deel van een film met Marthe in de hoofdrol zien.

Als moeder en zoon elkaar voor het eerst na die ‘openbaring’ weer ontmoeten toont Ludwig zijn afkeer van het leven van haar. Hij wil niets meer met haar te maken hebben.  Maar dat blijkt onmogelijk te zijn. Zij zijn min of meer tot elkaar veroordeeld … wonen samen in een kwetsbaar huisje dat langzamerhand verzwolgen wordt door de zee. Ze moeten daar dus weg  maar gaan toch weer samenwonen in een huis een paar honderd meter landinwaarts.

Marthe kan zich niet voorstellen waarom haar zoon zo kwaad op haar is. Ludwig schaamt zich diep voor zijn moeder tegenover de mensen in het dorp. Hij haat haar. Tegelijkertijd laat hij (inmiddels bijna volwassen) zich nog door haar vertroetelen. Vredig spinnend laat hij Marthe zijn haar kammen. Zij vindt het leuk om zijn gezicht op te maken. Ook zijn ogen doet ze. Ludwig laat zich dat graag welgevallen. ’s Avonds in z’n bed raakt hij nog opgewonden van het getut door zijn  moeder …  hij bevredigt zich.

Belangrijke motieven in de roman Caesarion zijn aantrekken en afstoten;  begeerte en afkeer. Ben me gaan afvragen hoe ik gereageerd zou hebben als ik als puber  te weten zou komen dat mijn moeder voor hoer zou (gaan) spelen.

Mijn moeder is blut. Ze kan de huur niet betalen. Er is niemand die haar kan of wil helpen. Wij, haar 4 kinderen hebben honger. Geen warme kleren. Ze belt haar kapper af. Kan hem niet betalen. Dan zegt hij: ‘Ik kom je toch knippen, hoor. Betaal gewoon de volgende keer maar dubbel’. Het kappertje wil haar ‘helpen’. Hij weet wel een paar adresjes waar mijn moeder wat kan bijverdienen. Seks-werk. Als ze dat wil geeft hij haar een adresje. De klant moet haar 50 gulden betalen. 25 is voor de kapper  en 25 voor mijn moeder. Het kappertje maakt naaktfoto’s van mijn haar. ‘Ja,’ zegt hij, ‘dat moet nou eenmaal, de klant moet weten of het vrouwtje dat komt, naar zijn zin is’. Ze komt in een blaadje te staan met foto’s van andere blote vrouwen.  Ik zie het boekje per ongeluk liggen in de la van het dressoir. Blader en zie mijn moeder er in staan. Daarom joelen mijn ‘vriendjes’ natuurlijk :  ‘Je moeder is een hoer. Je moeder is een hoer!’

Ik schaam me rot. Moet hard huilen. Mijn moeder zegt: ’Ik doe het óók voor jou en je zusjes.’  Ik  sla mijn armen om haar middel, druk mijn hoofd tegen haar aan: ‘Neen,  ma, nee, niet doen, niet doen,’ snotter ik.  ‘Ik ga  van school af. Ga wel werken.’

Misschien reageer k wel zo; maar haar haten? Nee, dat hoop ik niet.

zondag 6 maart 2022

BLUT


Vandaag moet ik opeens denken aan een verhaal dat ik van iemand hoorde. Het  verhaal kwam van een  vrouw, een oud, lelijk vrouwtje, dat weet ik nog wel. Wie precies kan ik me niet herinneren. Laten we haar voor het gemak Petra noemen. Gek genoeg kan ik me ook het exacte verhaal niet meer herinneren. Wat ik wel zeker weet is dat het verhaal de volgende componenten bevat:  Holland Amerika lijn (HAL), Hotel New York, twee Engelse mannen, een beurt, een taxi en een hoer. Het verhaal gaat ongeveer zo:

Op een van de cruiseschepen van de Holland Amerika lijn, de Statendam, ontmoet de dan  ‘niet zo mooie, tamelijk jonge vrouw’, een stel Engelse vrienden, laten we hen eveneens voor het gemak Tim en Tony noemen. De vrouw werkt op het schip als gastvrouw. Ze staat onder haar collega’s bekend als mannengek. Ze pakt, wat mannen betreft, eigenlijk alles wat ze pakken kan. Geen vreemd verschijnsel bij een ‘niet zo aantrekkelijke vrouw’. Mannen, al dan niet knap,  doen in feite precies hetzelfde naar vrouwen toe, als ze geil zijn. Deze gastvrouw zorgt er wel voor dat ze nooit wat tekort komt. Het moet gezegd: zij is onverzadigbaar. Ook Tim en Tony laten zich haar vleselijke lusten danig wel gevallen.

 Tim en Tony gaan met de Statendam in drie weken tijd heen en weer, van Rotterdam naar New York. Ze komen uit het Engelse Newcastle. Het zijn fanatieke honkballiefhebbers. Baseball noemen ze die sport in de USA. Vreemd genoeg is honkbal in Engeland he-le-maal niet populair. In Engeland tellen eigenlijk alleen cricket en voetbal, in omgekeerde volgorde dan. De vrienden willen dit jaar de kampioenswedstrijd zien tussen de New York Yankees en de Atlanta Braves.  De Yankees zijn al 27 keer kampioen geweest van de USA. De  Atlanta Braves pas 4 keer. Toevallig wel de laatste vier jaar. Voor Tim en Tony hoeft dat geen vijfde keer te worden. Ze zijn namelijk hartstochtelijk fan van de New York Yankees. Ze réízen zelfs in het tenue van hun favorieten:  petje, t-shirt, lange sportbroek, kousen en schoenen.  Ook hebben ze een bal, een honkbalknuppel en honkbalhandschoenen  meegenomen. In de gangpaden van het cruiseschip staan ze af en toe een balletje te gooien ... dat is wel oppassen, want zo’n balletje is loeizwaar. Ze zijn zo verstandig om op de boot de honkbalknuppel niet te gebruiken. Dat zou alleen maar brokken geven. 

In New York geeft Petra aan, dat ze ook mee gaat naar de match.  Op de zwarte markt heeft ze een peperduur kaartje gekocht. Eerst wilde niet zeggen hoeveel ze ervoor heeft moeten neertellen. Later kwam het  er uit: maar liefst zevenhonderdvijftig dollar. Het is veel geld, maar tóch nog niet zo makkelijk om aan die kaartjes te kómen. Tja, als gastvrouw bij de HAL heeft ze zo haar internationale contacten. 

Met zijn drieën, Petra heeft zich tussen Tim en Tony in gewurmd, genieten ze van de wedstrijd. Aan Petra is het duidelijk af te zien, dat ze geen bal verstand heeft van deze sport. Onophoudelijk zit ze  te springen, te gillen en te juichen. Herhaaldelijk valt ze de jongens uit enthousiaste onwetendheid om hun nek. Tim en Tony worden er horendol van. Uiteindelijk winnen de New York Yankees hun achtentwintigste titel. Dolgelukkig zijn de jongens daarmee.

Het is al tegen middernacht als de Statendam weer in Rotterdam aanmeert. Het is vooral voor Petra een duur reisje geworden. Desondanks nodigt ze, ten afscheid, de boys uit samen, op haar kosten,  nog wat te eten in Hotel New York. Dat is het hotel waar de jongens overnachten, voordat ze vroeg in de ochtend weer terug reizen naar Newcastle.  Het eten (en de wijntjes) smaken verrukkelijk. Hotel New York heeft een uitstekende keuken. Petra betaalt. Iedereen blij … totdat zij merkt dat ze dan helemaal blut is: geen cash meer heeft,  geen saldo meer op haar bankpasje. Dus ook geen geld meer om de taxi naar huis  te betalen.

Vijftig euro heeft ze minstens nodig om thuis te komen. In Crooswijk. De maatjes zijn niet te beroerd om haar ieder vijfentwintig euro geven maar … daar moet wel wat tegenover staan, vinden ze allebei. Voor dàt geld is Petra wel bereid om,  op hun kamer in Hotel New York, eerst Tony en vervolgens Tim een beurt te geven.

‘Toen heb ik me echt een hoer gevoeld,’ verzucht Petra, het inmiddels oude, lelijke wijfie.